Bloedcellen en stolling Flashcards
samenstelling bloedplasma
water, plasmaeiwitten (albumine), elektrolyten, voedingsstoffen, afvalstoffen, hormonen en gassen
andere naam voor rode bloedcellen
erytrocyten
erytropeöse
aanmaak van rode bloedcellen in het beenmerg
Stoffen nodig voor erytropeöse
B12 en foliumzuur en ijzer
EPO
erytropoëtine, stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen
Resuspositief en negatief
Resusfactor op het membraan, wanneer resus negatief bloed in aanmerking komt met resus negatief bloed zal het resus negatief bloed resus antigenen maken
Bloedgroep O (membraan en antigen)
Niets op membraan, maakt A- en B-antigen
Bloedgroep AB (membraan en antigen)
Beide eiwitten op membraan, maakt geen antigen
Bloedgroep B (membraan en antigen)
Eiwit B op membraan, maakt antigen A
Bloedgroep A (membraan en antigen)
Eiwit A op membraan, maakt antigen B
Hemostase
stil laten staan van bloed
Fasen van hemostase (4)
- Vasoconstrictie
- Trombocytenaggregatie
- Coagulatie
- Trombolyse
Fase 1: vasoconstrictie kenmerken
Trombocyten komen in contact met het beschadigde bloedvat, worden kleverig en hechten zich aan de wand. De trombocyten geven serotonine en tromboxanen af, wat zorgt voor vasoconstrictie, het bloedvat zelf geeft endothine af.
trombocyten
bloedplaatjes
Fase 2: trombocytenaggregatie
De trombocyten gaan steeds meer samenkleven en geven adenosinedifosfaat af, wat een positief feedback mechanisme in gang zet en meer trombocyten worden aangetrokken, er ontstaat een bloedprop
Fase 3: coagulatie
Verschillende processen zorgen ervoor dat protrombineactivator wordt geactiveerd. Protrombine wordt omgezet in trombine. Trombine zorgt ervoor dat fibrine wordt opgelost tot fibrine draden welke zich aan het stolsel hechten en stoffen als plasma-eiwitten opvangen
Fase 4: Trombolyse
Afbraak van de bloedprop en de fibrine draden door plasminogeen
Anticoagulantie
antistollingsmedicatie of bloedverdunners
Plasminogeen
breekt fibrine draden af
Stollingsregulatie (3)
- De gladde wand van gezonde bloedvaten maakt hechten onmogelijk
- Stollingsfactoren worden snel afgebroken door de lever.
- Stollingsfactoren worden gedeactiveerd door natuurlijke coagulantie zoals heparine en antirobine III
Trombocytenaggregatie remmers werking
Werken in de bloedvaatjes en zorgen ervoor dat trombocyten geen GPIIb/IIIa receptoren maken die binden aan de fibrinedraden waardoor een stolsel ontstaat
clopidogrel, prasugrel, ticagrelor en cangrelor remmen ook de aanmaak van GPIIb/IIIa maar doen dit door aan de ADP receptoren, hierdoor kan ADP niet binden en wordt GPIIb/IIIa niet aangemaakt
Trombocytenaggregatie remmers voorbeelden (5)
Acetylsaliczuur, clopidogrel, prasugrel, ticagrelor, cangrelor
LMW-heparine
- Heparine in ziekenhuizen gebruikt om diep-veneuze trombose en longembolie te voorkomen
- Voorbeelden van LMW-heparine zijn: dalteparine, enoxaparine, nadroparine, tinzaparine
- Activeren antitrombine
orale anticoagulantie
- Fenprocoumon en acenocoumarol
- preventief en therapeutisch
- gebruikt bij DVT, longembolie en boezemfibrilleren
- Voorkomen dat de lever stollingsfactoren II, VII, X en IX aanmaakt
Leukocyten
Witte bloedcellen
Granulocyten voorbeelden
Neutrofielen, basofielen, esonofielen
Neutrofielen
- beschermen tegen bacteriële infecties en het opruimen dode celresten
- Zeer mobiel
- Snel en in grote mate op plek van ontsteking, aangetrokken door chemotoxines
- Fagocytose
esonofielen
- Eliminatie van parasieten
Basofielen
- Rol bij allergische reacties
- Bevatten onder andere histamine, heparine en andere ontstekings bevorderende factoren
- Degranulatie is het afgeven van stoffen door een cel
Lymfocyten
- Kleiner dan de monocyten
- Ontwikkelen zich tot T- en B-lymfocyten
- Circuleren rond in het bloed en de lymfevloeistof
Monocyten
Monocyten: grootste van alle witte bloedcellen
- Dringen de weefsels in en ontwikkelen zich tot macrofagen
- Circuleren in het bloed
- Produceren interleukine-1
Interleukine-1 werking (3)
e temperatuur verhoogd via de hypothalamus,
productie van sommige globinen door de lever stimuleert,
productie van geactiveerde T-lymfocyten verhoogd.
Vitamine K-defficiëntie werking en ontstaan
De lever heeft vitamine K nodig om stollingsfactoren te maken, een tekort kan leiden tot bloedingen. Tekort kan onder andere ontstaan bij pasgeborene die Vit. K beperkt kunnen opslaan. Tekort kan ook komen door obstructie van de galwegen, leverziekte of coeliakie aangezien de darmen gal nodig hebben om Vitamine K op te nemen. Daarnaast syntheseren bacteriën in de darm vitamine K en kan dit verhinderd worden wanneer de darmen gesteriliseerd zijn.
Anemie betekenis
Te laag gehalte van rode bloedcellen of hemoglobine
Anemie en voedingstekort
Het lichaam heeft ijzer, foliumzuur en B12 nodig voor de productie van rode bloedcellen en hemoglobine, wanneer deze stoffen onvoldoende in onze voeding zitten of er in het algemeen te weinig voeding voor het lichaam is zullen deze stoffen onderbreken, de productie van rode bloedcellen stilliggen en ontstaat er een bloedarmoede. Dit kan ook gebeuren wanneer er een verminderde opname is van voedingsstoffen
anemie en zwangerschap
Tijdens de zwangerschap wordt de hoeveelheid bloed vergroot voor de foetus, wanneer de hoeveelheid rode bloedcellen en hemoglobine niet vermeerdert wordt ontstaat bloedarmoede
Anemie en nieren
De nieren maken EPO aan welke de aanmaak van rode bloedcellen stimuleert, wanneer de nieren niet goed werken werkt ook dit proces minder goed.
Anemie en leukemie
Bij leukemie is er sprake van een overmatige productie van leukocyten in het beenmerg, aangezien ook rode bloedcellen in het beenmerg worden gevormd en door de grote aanwezigheid van leukocyten zij minder ruimte krijgen kan een tekort aan erytrocyten ontstaan.
Anemie typeringen (2)
- Acuut bloedverlies
- Storing in aanmaak rode bloedcellen en hemoglobine doordat het onvoldoende of niet juist gebeurd.
Anemie inwendige bloedingen
Ontstaan door infectie, kanker of menopauze. Hierdoor ontstaat een ijzertekort die vaak niet duidelijk merkbaar is in de vorm van bloedverlies.
mean corpuscular volume (MCV)
gem. celvolume van een rode bloedcel, een te hoge waarde geeft een B12 gebrek aan. Een te hoge waarde geeft een ijzergebrek aan
Sikkelziekte kenmerken
Afwijking op het hemoglobine-gen waardoor rode bloedcellen vervormd zijn en minder goed zuurstof kunnen transporteren. Hierdoor ontstaat een chronisch bloedarmoede. Ook kunnen de rode bloedcellen wegens hun afwijkende vorm samenklonteren en verstoppingen veroorzaken,
Leukopenie
Tekort aan witte bloedcellen
Leukocytose
Overschot aan witte bloedcellen
Oorzaken leukopenie (verstoorde aanmaak) (4)
- chemo- immuno of radiotherapie
- Infecties: beenmergdepressie
- Infiltratie van het beenmerg door kanker
- Afwijkingen voorlopercellen in het beenmerg
Oorzaken leukopenie (toegenomen afbraak) (3)
- Autoimmuunziekten (reuma)
- Hypersplenisme (overactieve milt)
- Infecties, afbraak neutrocyten
Symptomen leukopenie (3)
- frequente infecties, zweertjes in de mond, koorts
Leukemie pathofysiologie
Door een ongeremde deling van leukocyten komen deze ongerijpd in grote mate in de bloedbaan terecht.
Symptomen leukemie (5)
- Bloedingen (minder trombocyten)
- Anemie (minder erytrocyten)
- Infecties (verminderde werking leukocyten)
- Neurologische symptomen (hoofdpijn, visusstoornissen, hersenzenuwsuitval
- botpijn en vergroting lever of milt
Acute leukemie
- Ontwikkelt zich in weken en maanden
- leukocytose
- Infiltratie in andere weefsels
Chronische leukemie
- Symptomen komen pas later aangezien een deel van de leukocyten nog werkt
- gedifferentieerde cellen
- leukocytose
- Verdringing van rode bloedcellen in het beenmerg
Functies lymfesysteem
- vocht opnemen uit weefsel
- Afweer: lymfestelsel bevat veel witte bloedcellen
- Vetproducten worden door lymfe vanuit de darmvili geabsorbeerd
Lymfevaten structuur en locatie
Blind eindige vaten van een laag endotheel, te vinden in alle weefsels behalve het centrale zenuwstelsel, de botten en het oog
Ductus thoracicus
mondt uit in de vena subclavia sinistra en vervoerd de lymfe vanuit de benen, bekken en buik, linkerhelft thorax, linker hoofd-hals gebied en linkerarm
Ductus lymphaticus dexter
Mondt uit in de vena subclavia dexter en vervoerd de lymfe vanuit rechterhelft thorac, rechter hoofdhals gebied en de rechterarm
Circulatie lymfe
- door spierlaag in de wand
- Activiteit van omliggende spieren en organen
Lymfeklieren structuur
- Structuur: reticulaire en lymfoïde bindweefsel
- Reticulair bestaat uit vezels die de stevigheid geven
- lymfoïd bevat afweercellen als lymfocyten en macrofagen
Lymfeklieren functie
filteren van lymfe door het verwijderen van afvalstoffen van cellen, onschadelijk maken van ziekteverwekkers door fagocytose en verwijdering van geïnhaleerde deeltjes
adenoïd
neusamandelen
tonsilla palatina
keelamandelen
tonsilla linguala
tongamandelen
Amandelen (tonsilla)
- ingekapselde ophopingen van lymfoïdenweefsel
- Gelegen achterin de keel en mond
- Geplaatst om de antigenen in de ingeademde lucht te vernietigen
- bestaand uit diepe kuilen en spleten die bacteriën vangen
Structuur milt
bedekt met peritoneum, ingekapseld met een elastische laag, inhoud lymfocyten en macrofagen
Functie milt
- Fagocytose: afbraak van erytrocyten, afbraakproducten als bilirubine en ijzer worden via de milt- en poortader naar de lever vervoert
- Bloedopslag: bevat 350 mL bloed en kan dit snel teruggeven aan de circulatie
- Immuunreactie: bevat T- en B-lymfocyten, de milt wordt groter als het aatal lymfocyten toeneemt
Structuur thymus
twee kwabben van losmazig bindweefsel, ingekapseld, netwerk van endotheelcellen en lymfocyten
Locatie thymus
Gelegen achter het sternum
Functie thymus
Lymfocyten die zijn ontstaan inhet beenmerg komen in de thymus terecht en rijpen daar uit tot T-lymfocyten
Thymosine
gemaakt door de thymus, stimuleert de rijping van T-lymfocyten
Lymfatische obstructie oorzaken
- Oorzaken: radiotherapie, tumoren en chirurgische verwijdering
- Tumoren: samenpersen lymfevat, of verstoppen door indringing
- Radiotherapie: beschadigen lymfevaten
- Chirurgische verwijdering: oksellymfeklieren wegens uitgezaaide kanker, lymfe weg, verminderde doorstroom
lymfogene metastasen
- Okselklieren (borstkanker)
- Klieren rond de darmen (darmkanker)
- Klieren in de hals (hoofd en hals-kanker)
- Longkanker
- ovariumkanker (klieren bij de liezen)
neurologische symptomen leukemie oorzaken
- Verhoogde druk door tumoren en ontstekingen
- Verminderde gezonde rode bloedcellen naar de hersenen