Hart, bloedvaten, oedeem Flashcards
Ischemie
Verminderde bloedvoorziening naar de organen wat tot een tekort aan voedingsstoffen en zuurstof leidt
tunica interni bestanddeel
endotheel
tunica media bestanddeel
glad spierweefsel en elastisch weefsel
tunica adventitia bestanddeel
bindweefsel
3 lagen (slag)ader
tunica interni, tunica media, tunica adventitia
Verschil slagaders dicht bij hart en verder van het hart.
Dicht bij het hart is de laag elastisch weefsel dikker, dit is omdat deze bloedvaten onder hoge druk staan omdat het bloed door het hart de bloedvaten in wordt gepompt, het elastisch weefsel is er voor om het bloedvat uit te laten zetten en de druk op te vangen. Verder van het bloedvat is de druk minder en daarmee ook het elastisch weefsel. Deze bestaan uit spierweefsel dat aangestuurd kan worden door de hersenen (vernauwen en verwijden) waardoor de bloeddruk geregeld kan worden.
anostomosen
Slagaders die twee arteriëlen richting een plek (handen, voeten, hersenen) verbinden. Doordat twee bloedvaten naar een orgaan lopen krijgt dit orgaan alsnog bloed wanneer een verstopt is.
arteriolen
kleine slagaders
eindarteriën
Slagaders die de enige bron van bloedtoevoer naar een lichaamsdeel zijn
bestanddeel capillairen
Een lagig: endotheel
venulen
kleine aderen
interne respiratie
het uitwisselen van gassen tussen de weefsels en het bloed
externe respiratie
het uitwisselen van gassen tussen de haarvaten en de longen
hydrostatische druk
De bloeddruk op de haarvaten, door de hydrostatische druk worden stoffen de capillairen uitgeperst en komen ze in de weefsels terecht
osmotische druk
bepaald door de plasma-eiwitten (albumine), de osmotische wordt bepaald door de concentratie water en deeltjes in zowel het bloed in de haarvaten als in het weefselvloeistof. Wanneer teveel water de weefsels is ingevloeid neemt de osmotische druk van het bloedvat toe en stroomt water weer de andere kant op
poortader
Bloedvat dat vanaf de maag en darmen naar de lever stroomt. Hierdoor komen alle voedingsstoffen en andered deeltjes in het bloed die nog niet opgenomen zijn door de darmen en maag langs de lever. Welke vetten absorbeert en schadelijke stoffen afbreekt.
bestanddelen hart (de lagen)
pericard, myocard en endocard
pericard bestanddelen
pericardium fibrosium en pericardium serosum
pericardium fibrosium eigenschappen (2)
- Verlenging van het endotheel
- Stug, verhinderd overdistentie van het hart
overdistentie
buitensporige uitrekking
pericardium serosa eigenschappen
- dubbele vlies net als de longen, verhinderd wrijving wanneer het hart klopt
Myocard bestanddelen
- gespecialeerd spierweefsel, niet bewust aangestuurd
- cellen met nucleus en vertakkingen die nauw met elkaar in contact staan om prikkels door te geven
endocard bestanddelen
- voortzetting endotheel bloedvaten
- bekleding van de atria en ventrikels
rechter kransslagader bloedvoorzienen
zij- en achterkant van het hart
Linkerkransslagaders bloedvoorziening
voorkant van het hart
foramen ovale
raam tussen het linker en rechter ventrikel
ductus arteriosus of ductus botalli
verbinding longslagader en dalende aorta
Functie dikke wand aorta
Opvangen van de hoge bloeddruk veroorzaakt door de pomp van het hart, sleutelrol voor elastisch bindweefsel
Functie spierlaag in de arteriolen
Reglen van de bloeddruk door vaatvernauwing en verwijding vanuit de hersenen aangestuurd
Functie rekbaarheid van de venen
Opslag van bloed, een kleine verandering in het bloed opgeslagen in de venen kan tot een grote verandering van de bloeddruk leiden
a. carrotis communis
halsslagader
truncus brachiocephalicus
Eerste slagader uit de aortaboog, ontspringt in de a. carrotis communis en de a. subclavia
a. iliaca communis
gemeenschappelijke heupslagader
a. coronaria
kransslagader
vena jugularis
halsader
vena cava superior
bovenste holle ader
a. poplitea
slagader in de knieholte
vena cava inferior
onderste holle ader
vena saphena magna
ader die aan het binnenste van het been loopt
vena portae
poortader
arteria pulmonalis
longslagaders
venae pulmonalis
longader
Functie placenta (2)
- uitwisselen van stoffen tussen moeder en foetus
- Tijdelijke passieve immuniteit, alleen IgG
Aanpassingen foetale bloedsomloop (3)
- Foramen ovale
- Ductus arteriosus (Botalli)
- Ductus venosus
Foramen ovale (beschrijving en functie)
Het foramen ovale is een opening tussen de rechter- en linkerkamer. Het doel van de foramen ovale is de bloedstroom richting de onontwikkelde longen te verminderen.
Ductus arteriosus
Verbinding tussen de longslagader en de dalende thoracale aorta met als doel de bloedstroom en druk op de longen te verlagen.
Ductus venosus
De navelstrengader komt na de lever in de onderste holle ader terecht met als doel de het zuurstofrijke bloed van de moeder als eerste langs de belangrijke organen als het hart en de hersenen te laten passeren. De lever vervult nog geen belangrijke functie.
Na geboorte aanpassingen in bloedsomloopt (2)
- Druk van het bloed doet het foramen ovale sluiten
- Door het toenemende zuurstofgehalte wordt de ductus arteriosus nauwer en sluit
Diepe veneuze trombose afkorting
DVT
DVT etiologie (3)
- Verminderde bloedstroom in de benen (door bijvoorbeeld een verminderde spierpomp ten gevolge van immobilisatie), bloed gaat stollen
- Beschadiging van het endotheel, fibrinedraden en bloedplaatjes vormen stolsel om de vaten te helen
- Verhoogde stollingsneiging
DVT symptomen
Warme, rode en opgezwollen huid bij de benen, oedeem
DVT diagnose
Lichamelijk onderzoek en aanwezigheid van D-dimeren, een afbraak product van fibrine
Behandeling DVT
Steunkouzen en bloedverdunners
Varices (spataderen) etiologie
Verminderde werking van de kleppen in aderen, ophoping van bloed waardoor de aderen uitzetten. Meestal in de vena saphena magna