voc u4 zomer 6e jaar Flashcards
een getuigschrift
une attestation
een naturalisatieaanvraag
une candidature à la nationalité
een gemeenschap
une communauté
een (aan)vraag
une demande
een gesprek/onderhoud
un entretien
een bloei/groei/ontwikkeling/opkomst
un essor
de uitsluiting
l”exclusion
een ambtenaar
un fonctionnaire
de vijandigheid
l’hostilité
een materiaal/grondstof
un matériau
het multiculturalisme
le multiculturalisme
gesloten
clos , close
eigentijds
contemporain(e)
groeiend
croissant(e)
voor privégebruik
privatif/privative
relatief/betreffend
relatif/ relative (à)
woon-
résidentiel(le)
beveiligd
sécurisé(e)
stedelijk
urbain(e)
jaarlijks
annuellement
verkrijgen
acquérir
erkennen
agréer
kandideren/toepassen
appliquer
onderscheiden
distinguer
met zich meebrengen
entraîner
beheersen
maîtriser
minachten
mépriser
nastreven/doorzetten
poursuivre
verzamelen/samenkomen
(s’) assembler
in het hartje (midden van)
au coeur de
halverwege (tussen)
à mi-chemin
van kracht zijn/worden
être/entrer en viguer
van hoge kwaliteit
haut de gamme
doen gelden, inzetten, op het spel zetten
mettre en jeu
deelnemen aan
prendre part à
een ziekenverzorg(st)er, verpleeghulp
un aide-soignant(e)
een verhuurder
un bailleur
een studentenkamer
une chambre d’étudiant
het samenwonen/samenleven
la cohabitation
een medehuurder
un(e) coloc
un(e) colocataire
het gezamenlijk huren (van een woning)
la colocation
een levenspartner
un compagnon
een conflict/botsing
un conflit
(maandelijkse) kosten, een prijs
un coût (mensuel)
een ruzie
une dispute
een mogelijkheid, faciliteit
une facilité
een woning, verblijf
une habitation
een huurder
un(e) locataire
het huur
la location
een huisvesting, woning
un logement
de huurpijs
le loyer
een kangoeroewoning
une maison kangourou
een eigendom
une propriété
een residentiele wijk
un quartier résidentiel
begrijpend/vol begrip
compréhensif / compréhensive
toegeeflijk, vergevingsgezind
indulgent(e)
eengezins-
unifamilial(e)
iemand overkomen
arriver à quelqu’un
samenwonen, samenleven
cohabiter
betalen
débourser
verhuizen
déménager
intrekken in nieuwe woning
emménager
vergemakkelijken
faciliter
(op een kind) passen
garder (un enfant)
huren/ verhuren
louer
(ver)delen
partager
elkaar helpen, elkaar ondersteunen
s’entraider
verzorgen, zorg dragen voor
soigner
zijn steentje bijdragen
faire sa part
op slot doen, afsluiten
fermer à clé
water bij de wijn doen
mettre de l’eau dans son vin
moeilijkheden veroorzaken, problemen opleveren
poser des problèmes
het privéleven respecteren
respecter la vie privée
op zoek gaan naar, zoeken naar
se mettre en quête de
een win-win situatie
un situation gagnant-gagnant
onder één dak
sous le même toit
het juiste evenwicht vinden
trouver le juste milieu