frans voc U3 Flashcards
1
Q
ontspannen
A
décompresser
2
Q
prestaties
A
performances
3
Q
endorfines
A
endorphines
4
Q
een foto
A
une image
5
Q
diagnotiseren
A
diagnostiquer
6
Q
het welzijn
A
le bien-être
7
Q
ziek zijn
A
le mal-être
8
Q
binnenkant
A
l’intérêt
9
Q
een kans
A
une chance
10
Q
een voordeel
A
une avantage
11
Q
het gemis
A
le manque - manqué - manquer
12
Q
een verhoging
A
une augmentation
13
Q
hart-
A
cardiaque
14
Q
het gewicht
A
le poids
15
Q
wegen
A
peser
16
Q
verhogen
A
augmenter
17
Q
een cardioloog
A
un cardiologue
18
Q
zich inschrijven
A
s’inscrire
19
Q
een inschrijving
A
une inscription
20
Q
een gewricht
A
une articulation
21
Q
een evenwicht
A
un équilibre
22
Q
een spier
A
un muscle
23
Q
gespierd
A
muscler
24
Q
variatie
A
le diversification
25
variëren
diversifier
26
ademhalings-
la respiration, respiratoire
27
een keuze
le choix
28
kiezen
choisir
29
stresserend
stressante
30
de stress
le stress
31
stressen
stresser
32
ideaal
l'idéale
33
idealiseren
idéaliser
34
het bloed
le sang
35
bloeden
saigner
36
een long
un poumon
37
long-
pulmonaire
38
verouderen
vieillir
39
veroudering
le vieillissement
40
beeldhouwen
sculpter
41
beeldhouwer
un sculpteur
42
beeldhouwwerk
une sculpture
43
vooruitgang
le progrès
44
voortgang
progresser
45
verlichten/verzorgen
soulager
46
verlichting
le soulagement
47
opvolging/ het vervolg
le suivi
48
opvolgen
suivre
49
bloedstroom
la circulation sanguine
50
misvorming
malformation
51
gestelde doelen
se fixer des buts
52
uithoudingsvermogen
l'endurance
53
middelen
des moyens
54
een ziel
une âme
55
van korte duur
éphémère
56
alcoholische dranken
des boissons alcolisées
57
de wijn
le vin
58
de bier
la bière
59
een apiritief
un apéritif
60
een spijsvertering
un digestif
61
atletiek
l'athlétisme
62
turnen
la gymnastique
63
hockey
le hockey
64
het paardrijden
l'équitation
65
zich forceren
s'enforcer
66
trainen
s'entraîner
67
moeite doen
fournir un effort
68
zwemmen
nager
69
frisdranken
des boissons refraîchissantes
70
rug spieren
les muscles dorsaux
71
lumbale spieren
les muscles lombaires
72
ademhaling is moeilijk te beheersen
difficile de contrôler le souffle
73
voorzien
fournir
74
krijgen
obtenir
75
sculpteren
affiner
76
stellen
poser
77
een afwijking
une anomalie
78
een weldaad
un bienfait
79
een middel, katalysator
un catalysateur
80
de hersenen
le cerveau
81
de opsporing
le dépistage
82
een gegeven
une donnée
83
een hormoon
une hormone
84
de geneeskunde
le médecine
85
de beenderen
les os
86
de ziekteleer
le pathalogie
87
het verouderingsprocess
le processus de vieillissement
88
de bloeddruk
la tension
89
astma-
asthmatique
90
aantrekkelik
attirant, attirante
91
hart- en vaat-
cardiovasculaire
92
evenwichtig
équilibré, equilibrée
92
medisch
médical, médicale
93
sereen
serein, sereine
94
universeel
universel, universelle
95
vervullen
accomplir
96
confronteren met
être confronté à
97
deel uitmaken van
faire partie de
98
een probleem stellen
poser problème
99
versterken
renforcer
100
stimuleren , nieuwe kracht geven
revitaliser
101
door
à cause de
102
inderdaad
certes
103
in tegenstelling tot
contrairement à
104
volgens
d'après
105
inderdaad, in werkelijkheid
en effet
106
dankzij
grâce à
107
zelf al, zelfs al
même si
108
nochtans
pourtant
109
echter
toutefois
110
daarom
voilà pourquoi
111
een gezonde geest in een gezonde lichaam
un esprit sain dans un corps sain
112
dat laat te wensen over
cela laisse à désirer
113
zich volledig storten in
se lancer à corps perdu dans
114
zich goed/slecht in zijn vel voelen
se sentir bien/mal dans sa peau
115
het is beter dat
il vaut mieux
