EXAMENS Flashcards
parkeren
stationner
een parkeerschijf
un disque de stationnement
een ondergrondse parking
un parking souterrain
een parkeermeter
un parc(o)mètre
het rijbewijs
le permis de conduire
de veiligheidsgordel
la ceinture de de sécurité
het verkeersbord/wegwijzer
le panneau indicateur
de vertegenwoordiger van het wet
le représentant de la loi
de kant/rand van de weg
le bord de la chaussée
het intrekken van het rijbewijs
le retrait du permis
de noodlichten
les feux de détresse
links voorbijsteken
dépasser par la gauche
de verkeersregels respecteren
respecter le code de la route
een bloedafname
subir une pris de sang
een boete opleggen
infliger une amende
de wegen onderhouden
entretenir les routes
een aanrijdingsformulier invullenn
remplir un constat amiable
de lichten aansteken
allumer les feux
een verkeeropstopping
un embouteiillage/ un bouchon
een omweg
un détour
een omleiding
une déviation
een bocht
un virage
een overtreding
une infraction a la loi/ a la code de la route
de benzine
l’essence/ le carburant
versnellen
accélérer
vertragen
ralentir
een boete
une amende
een fietspad
une piste cyclable
een bestuurder
un conducteur/ un chauffeur
het voetpad
le trottoir / le sentier piétonnier
een wegwijzer
un poteau indicateur/ un panneau indicateur
een bumper
un pare-chocs
een koplamp
un phare
de voorruit
le pare-brise
de ruitenwisser
un essuie-glace
een wiel
une roue
een band
un pneu
een portier
une portiére
een slot
une serrure
een achteruitkijkspiegel
un rétroviseur
de koffer(bak)
le coffre
het stuur
le volant
de nummerplaat
la plaque d’immatriculation
een richtingaanwijzer
un clignotant
de motorkap
le capot
de achterruit
la vitre arrière
het gaspedaal
la pédale d’accélérateur
de rem
le frein
bord 1
priorité a droite
bord 10
cédez la passage
bord 11
arrrêt obligatoire
bord 21
route prioritaire
bord 2
virage à gauche
bord 9
chaussée rétrécie
bord 12
succession de virages
bord 19
dos d’âne
bord 20
chaussée glissante
bord 22
danger
bord 23
passage pour piétons
bord 24
passage pour cyclistes
bord 3
dépassement interdit
bord 8
circulation interdite
bord 13
interdiction de tourner à droite
bord 18
interdiction de faire demi-tour
bord 25
interdit aux piétons
bord 4
obligation d’aller tout droit
bord 7
piste cyclable
bord 14
voie piétonnière
bord 17
obligation de tourner à droite
bord 5
hôpital
bord 6
arrêt d’autobus
bord 15
parc de stationnement payant
bord 16
impasse
bord 26
surélévation de chaussée
bord 27
poste d’appel d’urgence
synoniem: mourir
perdre
synoniem: la vie
périr
synoniem; un chauffeur
un conducteur
synoniem: un camion
un poids lourds
synoniem: avoir lieu
survenir
synoniem: perdre le contrôle de
perdre le matrîse de
synoniem; heurter violemment
percuter
een stopplaats
une aire
een wegbijstand
une assistance routière
een pechtstrook
une bande d’arrêt d’urgence
een praatpaal
une borne d’appel d’urgence
een kijkfille
un bouchon de curiosité
een oprit
une bretelle d’accès
een afrit
une bretelle de sortie
een parkeerticket
un billet de stationnement
een kruispunt
un carrefour
een botsing
une collision, un carambolage
een omweg
un détour
een automaat
un distributeur
een blaastest
un éthylotest
de knipperlichten
les feux clignotants
de waarschuwingslichten
les feux de détresse
een fluohesje
un gilet de sécurité
een loket
un guichet
en vangrail
une glissière de sécurité
een zwaailicht
un gyrophare
het spitsuur
l’heure de pointe
een volle lijn
une ligne continue
een zebrapad
un passage piéton
een benzinepomp
une pompe à essence
een verkeersdrempel
un ralentisseur
een bewoner
un riverain
een rondpunt
un rond-point
een takeldienst
un service de dépannage
het parkeren
le stationnement
een weggebruiker
un usager de la route
een viaduct
un viaduc
een bocht
un virage
een rijstrook
une voie
druk
dense
vlot, vloeiend
fluide
zwaargekwetst
grièvement blessé
ongedeerd
indemne
verstoord
perturbé
weg-, wegen-
routier, routière
inhalen
doubler
voltanken
faire le plein
door het rode licht rijden
brûler un feu rouge
beboeten
infliger une amende
rechtsomkeer maken
faire demi-tour
snelheid matigen
lever le pied
met de auto rijden
prendre le volant
in tegenrichting rijden
rouler à contresens
autopech hebben
tomber en panne
liefhebber
un amateur
het ambacht
l’artisanat
de voorsteden, randgemeenten
le banlieue
stadsbewoner, stedeling
un citadin
een bezienswaardigheid
une curiosité
een ontdekking
une découverte
een bestemming
une destination
een klif, steile kust
une falaise
het nietsdoen
le farniente
een lekkernij, snoepgoed
une gourmandise
een feestdag
un jour férié
een meer
un lac
het erfgoed
le patrimoine
een landschap
un paysage
een uitkijkpunt
un point de vue
en streekproduct
un produit de terroir
een trektocht, een wandeling
une randonnée
een naturreservaat
une réserve
een smaak
un saveur
een verblijf
un séjour
een aroma
une senteur
een pad
un sentier
een bergtop
un sommet
dor, droog
aride
aantrekkelijk
attrayant, attrayante
bewegwijzerd
balisé, balisée
zomer
estival, estivale
helder
limpide