Voc dossier 2 : tout ( Voedingstrends ) Flashcards
nourrir
voeden
alimentation
de voeding
tendance alimentaire
de voedingstrend
substances nutritives
de voedingsstoffen
la nourriture
het voedsel
la santé
de gezondheid
sain >< mauvais ( pour la santé )
gezond >< ongezond
le problème de santé
het gezondheidsprobleem
l’habitude
de gewoonte
l’habitude alimentaire
de eetgewoonte
le budget
het budget
fast-food
het fastfood
l’intérêt , l’importance
het belang
la publicité + vb sg
de réclame
la société
de maatschappij
le végétarisme
het vegetarisme
végétarien
vegetarisch
le végétarien
de vegetariër
véganisme
het veganisme
végane
vagan
le végane
de veganist
le mouvement
de beweging
le futur
de toekomst
futur
toekomstig
l’environnement
het milieu
écologique >< polluant
milieuvriendelijk >< milieuonvriendelijk
encourager à
aanmoedigen tot
diminuer
dalen
la diminution
de daling
la pollution
de vervuiling
la pollution de l’air
de luchtvervuiling
réchauffement de la terre
de opwarming van de aarde
les gases a effet de serre
de broeikaseffecten
la vache
de koe
le soja
de soja
l’avantage >< inconvénient
het voordeel >< het nadeel
cultiver
telen
cultiver du bétail
vee telen
le bétail
het vee
le plat
het gerecht
l’entrée
het voorgerecht
plat principal
het hoofdgerecht
dessert
het nagerecht
oriental >< occidental
oosters >< westers
griller
roosteren
le projet
het project
participer à
deelnemen aan
la vie
het leven
la manière de vivre, le style de vie
de levenswijze = de levensstijl
malheureux, lamentable
zielig
l’animal
het dier
animal
dierlijk
l’industrie
de industrie
en raison de
omwille van
la croyance
het geloof
l’allergie
de allergie
le cuir
het leer
l’œuf
het ei ( eieren )
la volaille
het gevogelte
le porc
het varken
le corps
het lichaam
suffisant >< insuffisant
voldoende >< onvoldoende
la protéine
het eiwit
le pain
het brood
le haricot
de boon
le blé
het graan
le pois
de erwt
le champignon
de paddenstoel
le brocoli
de broccoli
contenir
bevatten
la cause >< la conséquence
de oorzaak >< het gevolg
mourir de
doodgaan aan
le cancer
de kanker
consommer
consumeren = verbruiken
le produit laitier
het zuivelproduct
l’influence
de invloed
avoir de l’influence sur
invloed hebben op
démontrer
aantoenen
le diabète
de diabetes
la veine
de ader
l’obésité
de zwaarlijvigheid
lourd >< léger
zwaar >< licht
le surpoids
het overgewicht
l’asthme
het astma
équilibre >< déséquilibre
evenwichtig >< onevenwichtig
mince >< gros
slank >< dik
agréable >~ désagréable
gezellig >< ongezellig
le restaurant
het restaurant
la roue
het wiel
augmenter en
toenemen in
la taille, la pointure
de maat
la réussite
de opkomst
vrai véritable
heus
le concept
het concept
le caractère
het karakter
l’immeuble, la maison
het pand
le loyer
de huur
prendre en location >< donner en location
huren>< verhuren
le matériel, l’équipement
het materiaal
se procurer, acquérir
aanschaffen
l’assiette
het bord
le couvert
het bestek
le linge
het linnen
prévoir
voorzien
le personnel
het personeel
l’autorisation
de vergunning
mobile >< fixe
mobiel >< vast
impressionnant
indrukwekkend
le goût
de smaak
petit petit
gaandeweg
rejeter, repousser
afstemmen
le client
de klant
le passant
de voorbijganger
le public
het publiek
la fête
het feest
faire la fête =/ célébrer
feesten =/ vieren
l’ambiance
de gezelligheid
agréable
gezellig
profiter de
genieten van
frais
vers
la liberté
de vrijheid
libre
vrij
le changement
de afwisseling
varier
afwisselen
l’entrepreneur
de ondernemer
la concurrence
de concurrentie
le chef de cuisine
de chefkok
créatif
creatief
durable
duurzaam
le produit
het product
l’ingrédient
het ingrediënt
le métier, l’artisanat
het ambacht
l’artisan
de ambachtsam
le rayon alimentaire
de voedingsafdeling
la nourriture quotidienne
de dagelijkse kost
l’insecte
het insect
dégoûtant >< appétissant
vies >< smakelijk
le ver
de worm
la poudre
het poeder
la pâte
het pasta
nutritif
voedzaam
en stock, disponible
voorradig
