VOC 3F Flashcards
1
Q
Ik bedoel dat..
A
C’est-à-dire que…
2
Q
Ik kan u uit de brand helpen.
A
Je peux vous dépanner.
3
Q
Kan ik nog iets voor u doen?
A
Je peux encore faire quelque chose pour vous?
4
Q
Wat is het probleem?
A
Quel est le problème?
5
Q
Deel uitmaken van
A
faire partie de
6
Q
Een buitenaards wezen
A
Un extraterrestre
7
Q
Een tweede account
A
Un second compte
8
Q
In werkelijkheid
A
en réalité
9
Q
moeiteloos
A
Aisément
10
Q
ongeveer
A
approximativement
11
Q
Op welk uur dan ook
A
à n’importe quelle heure
12
Q
Twee derde
A
Las deux tiers
13
Q
Weghalen
A
Supprimer
14
Q
Hij reageert nooit op berichten.
A
Il ne répond jamais aux messages.
15
Q
Hij zet citaten op zijn profiel.
A
Il publie des citations sur son statut.