Vertering 1 acute buik en gastrointestinale aandoenignen Flashcards

Casus 6t/m11

1
Q

Welke 4 soorten pijn zijn er?

A
  1. koliekpijn: hevige pijn die toeneemt en dan weer afneemt, kan in combinatie met bewegingsdrang. vaak bij afsluiting van een hol orgaan. autonoom zenuwstelsel.
  2. continue pijn: pijn die continu aanwezig is en niet helemaal stopt, kan komen door circulatie problemen. somatisch zenuwstelsel.
  3. vervoerspijn: pijn bij het vervoeren met bijvoorbeeld de auto of fiets.
  4. gerefereerde pijn: pijn die op een andere plaats wordt waargenomen dan war de weefselbeschadiging zich voordoet.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van acute buik?(5)

A
  • acute appendicitis
  • acute galblaasontsteking
  • dunne darm ileus
  • geperforeerde ulcus
  • acute pancreatitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is a acute appendicitis?

A

Dit ontstaat door een blokkade van de blindedarm die vervolgens een ontsteking kan veroorzaken. Pijn kan na enkele dagen beginnen en gaat van de navel richting de rechter onderbuik. Wordt getoetst door alvarado-score. Gevaar ligt op ruptuur van appendix waardoor bacteriën vrij in het abdomen komen. drukpijn op punt van McBurney, loslaatpijn of defense muculaire.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is diverticulitis?

A

Door een slechte mobiliteit neemt de interluminale druk toe en kan er door een hernia in de want een uitstulping vormen. bij een ontsteking is het ongecompliceerd, bij perforatie, abces of fistelvorming is er sprake van gecompliceerd. Vaak pijn in linker onderbuik, braken en kramp, loslaat/drukpijn. Wordt behandeld met antibiotica en eventueel een sigmoïd verwijdering chirurgisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een maagzweer met perforatie?

A

Peptische ulcera zijn goedaardige zweren veroorzaakt door een defect van de maag mucosa. Teveel zuur of te weinig mucosa in combinatie met de H.pylori bacterie kan dit veroorzaken. Wordt behandeld door stopzetten roken, alcohol en NSAID’s en bij H.pylori antibiotica.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn galstenen met acute cholecystitis?

A

Wanneer een galsteen vast komt te zitten in de ductus choledochus kan dit een ontsteking veroorzaken. Te hoog cholesterol of te weinig galzouten kunnen deze stenen veroorzaken. Vaak koliekpijn die naar rechterbovenbuik verplaatst. Positief murphy sign als de galblaas tijdens het inademen tegen de hand komt. Behandeld met diclofenac of verwijdering van de galblaas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een urethersteen?

A

Nierstenen kunnen zich via de ureter verplaatsen naar de blaas en tussentijds blijven steken. Dit kan leiden tot hydro-ureter(urine in ureter) of hydronefrose(urine in nieren). Plotselinge koliekpijn met bewegingsdrang. Hematurie en afwijkende urine zijn symptomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is irritable bowel syndrome?(IBS)

A

Het heeft een onbekende werking maar een combinatie van risico factoren als stress, dieet en abnormale motiliteit veroorzaken het. Verhoogde sensitiviteit, verlaagde motiliteit en veranderde cerebro-vicerale perceptie zijn de oorzaken hiervan. Vaak krampen die meer worden bij stress.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

uit welke 4 fasen bestaat het slikproces?

A
  1. pre orale fase: dit is de fase waarbij het eten in de mond komt.
  2. orale fase: hierbij wordt de mond gesloten en het eten naar de farynx getransporteerd.
  3. faryngalen fase: door een combinatie van acties wordt het strottenhoofd gesloten en komt er ruimte voor de voedselbrij in de keel.
  4. oesofagale fase: met peristaltiek wordt het voedsel in 6 tot 10 seconden naar de maag gebracht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Uit welke 4 lagen bestaan de wanden van de oesophagus en de maag?

A
  1. mucosa: dit is een basische slijmlaag met daaromheen lagen mucularis mucosae.
  2. submucosa: een laag bindweefsel die aders en zenuwen bevat.
  3. muscularis externa: deze zorgt voor peristaltiek.
  4. adventitia: hiermee ligt de maag vast aan het viscerale peritoneum.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is gerd en hoe werkt de ziekte?

A

Gastro oesophageal reflux disease is een ziekte waarbij maagzuur terug in de slokdarm komt. Dit komt door retrograde stroming door een gebrek aan de LES. Een algemeen ongezonde levensstijl is een risicofactor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de gevolgen van GERD?

A
  • Door ontstekingen kunnen er oesofagiale strikter ontstaan door litteken weefsel waardoor de oesophagus nog smaller wordt.
  • oesofagial ulcus kan ontstaan door maagzuur dat een wond veroorzaakt in de oesophagus.
  • Barrets oesophagus, hierbij zorgt maagzuur voor schade aan het onderste deel van de oesophagus waardoor de kans op slokdarmkanker vergroot is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke medicatie wordt er gebruikt voor gerd?

A
  • anticida: deze neutraliseren maagzuur.
  • H2-receptorantagonisten: deze blokkeren de H2-receptoren in de pariëtale cellen van de maag en remmen maagzuur productie.
  • protonpompremmers: deze remmen het enzym hkatp-ase in de pariëtale cellen van de maag. Dit is onomkeerbaar.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een adenocarcinoom?

A

Een adenocarcinoom ontstaat door een Barret slokdarm. De incidentie is hoog bij blanke mannen middelbare leeftijd. Mutaties of overexposure van P53 kan de tumor veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een plaveisel carcinoom?

A

Een tumor in de slokdarm door een verlies van tumor suppressor genen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

In welke 4 delen is de maag op te splitsen?

A
  1. cardia
  2. fundus
  3. corpus
  4. antrum
17
Q

Welke cellen bevat een maagklier en wat is hun functie?

A
  • muceuze halscellen: deze komen in de half voor en produceren dun oplosbaar slijm.
  • pariëtale cellen: deze komen in het corpus voor en produceren HCL en intrinsic factor. de intrinsic factor zorgt voor b12 opnamen en de hoge zuurconcentratie zorgt voor activatie van pepsine.
  • Hoofdcellen: deze produceren pepsinogeen en lipase. pepsinogeen wordt door maagzuur omgezet in pepsine. lipase zet vetten om in vrije vetzuren.
  • entero endocriene cellen: deze produceren peptiden of hormonen. ECL-cel –> histamine, G-cel –> gastrine en D-cel –> somatostatine.
18
Q

wat zijn de belangrijkste maagpeptiden?

A
  • gastrine: stimuleert maagsapsecretie
  • histamine: bind aan H2-receptoren die maagzuur uit gaan scheiden.
  • somatostatine: inhibeert histamine afgifte en zuuruitscheiding.
  • cck: remt zuursecretie
  • secretine: remt gastrine secretie
    -Ach: stimuleert zuurafgifte
    -GIP: remt gastrine secretie
    -COX: zuurproductie remmen
19
Q

Hoe werkt Helicobacter pylori?

A

Dit virus scheid ammonium uit en beweegt zich naar de mucus laag in de pylorus van de maag. Dit levert normaal geen probleem op, maar kan tot een adenocarcinoom leiden. Het wordt behandeld met een trippel kuur bestaande uit een protonpompremmer, amoxicilline en metronidazol.

20
Q

Wat zijn maagzweren?

A

Dit zijn laesies in het verteringsstelsel die worden blootgesteld aan het zuur. Dit kan komen door een disbalans door te weinig mucus of te veel zuur.

21
Q

Hoe vergroot de darm zijn oppervlakte?(3)

A
  • plicae circularis
  • villi
  • microvilli
22
Q

Welke stof stimuleert de andere peptiden in de pancreas?

A

tripsinogeen wordt door enterokinase wat zich pas in de dunne darm bevind geactiveerd naar trypsine dat andere stoffen omzet naar actieve vorm.

23
Q

Welke stoffen scheidt de pancreas uit om proteïne te verteren?

A

trypsine, chymotrypsine, carboxypolypeptase. deze worden in inactieve vorm de darm in vervoerd en worden daar geactiveerd door enterokinase.

24
Q

Welke stoffen zijn nodig voor de afbraak van vetten in vetzuren?

A

pancreaslipase, cholesterol esterase en fosfolipase.

25
Q

Waar worden glucose, fructose en galactose opgenomen in de darmen?

A

Duodenum en jejunum

26
Q

Welke typen diarree zijn er?

A
  • secretoire: toxinen –> nacl –> water
  • osmotisch: onverteerd eten –> h2o blijft in voedsel
  • hypermotiliteit: feces blijft te kort in darm om vocht op te nemen.
27
Q

Welke 3 manieren zorgen voor icterus?

A
  1. prehepatisch: een toename in afbraak van rode bloedcellen. dit gaat om ongeconjugeerde bilirubine en omdat lever nog werkt geen verandering bij ontlasting.
  2. intrehepatisch: leverdisfunctie door virale hepatitis of toxische stoffen.
  3. posthepatisch: probleem ligt niet bij de productie maar bij transport naar de darm. de ontlasting ontkleurt dus en de hoge concentratie wordt via donkere urine uitgescheden.
28
Q

via welke 3 manieren wordt ethanol omgezet naar acetaldehyde?

A
  1. alcohol dehydroxygenase in het cytoplasma en cytosol van hepatische cellen
  2. microsomale ethanol-oxiderende systeem CYP450 in het ER
  3. catalase, zeer weinig in peroxisoom
29
Q

Wat zijn de kenmerken van lever cirrose?

A
  • bridging fibrous septa: banden van litteken tussen de portale verbindingen.
  • parenchymen knobbels bestaande uit hepatocyten met daaromheen fibrose.
  • verwarring van leverstructuur
30
Q

Hoe komt (lever)cirrose tot stand?

A
  • ECM-depositie
  • apoptose van heaptocyten
  • vasculaire reorganisatie
31
Q
A
32
Q
A