Moeilijke tentamen vragen 2015/16 Flashcards
welke land vermijd je voor endemische malaria
India
Antibiotica werken door remming van een mechanisme dat van belang
is voor replicatie en overleving van de bacterie.
Vraag: Welk mechanisme remt erythomycine?
De eiwitsynthese
Amantadine werkt wel tegen influenza A maar niet tegen influenza B.
Vraag: Waarin verschillen de virussen, waardoor Amantadine wel tegen influenza A
werkt en niet tegen influenza B?
M2 membraaneiwit
In verreweg de meeste gevallen wordt influenza, zo als de meeste virale
infecties, niet behandeld met antivirale middelen. Soms geldt hierop een
uitzondering.
Vraag: Wanneer zou je wel een behandeling met antivirale middelen opstarten?
een bewoner van een verpleeghuis (leeftijd en besmetting risico belangrijkste factor)
Welke aandoening verhoogde titer IgE waarde?
Parasitaire infecties
Voor het in stand houden van zelf-tolerantie zijn verschillende
mechanismen beschreven. Eén van deze mechanismen betreft een bepaald soort T-cellen.
Vraag: Om welke soort T cellen gaat het hier?
Regulatory t-cellen
Gegeven: Bij een Barrett oesophagus wordt intestinale metaplasie gezien op de
overgang tussen oesophagus en maag in een biopt. Kenmerkend voor die
metaplasie is de aanwezigheid van een bepaald celtype.
Vraag: Welk celtype is hier kenmerkend?
A. Plaveiselepitheelcel.
B. Foveolaire slijmnapcel.
C. Cilindrische cel met slijmvacuole.
D. Rondkernige ontstekingscel.
C cilindrische cell met slijmvacuole
Gegeven: Bij een patiënt van 48 jaar met een gastritis met verdenking van
Helicobacter pylori word een maagbiopt genomen.
Vraag: Welke ontstekingscellen zijn het meest prominent aanwezig tussen de
maagepitheelcellen bij een acute gastritis?
A. Neutrofiele granulocyten.
B. Plasmacellen.
C. Macrofagen.
D. Eosinofiele granulocyten
A. Neutrofiele granulocyten.
Gegeven: In de humorale immuunrespons tegen een antigen wordt een bepaald
type antilichaam als eerste gevormd.
Vraag: Welk type antilichaam is dit?
A. IgA.
B. IgD.
C. IgE.
D. IgG.
E. IgM
E: IgM
Gegeven: Geschikte vaten voor het uitvoeren van een venapunctie ter hoogte
van de elleboogplooi zijn de vena cephalica, vena basilica en vena mediana cubiti.
Een van de complicaties die op kan treden bij de uitvoer van een venapunctie is het
aanprikken van de arteria brachialis of nervus medianus.
Vraag: Bij welk vene is dit risico het grootst?
A. Vena cephalica.
B. Vena basilica.
C. Vena mediana cubiti.
B vena basilica
Gegeven: Bij de microscopische beoordeling van de leukocyten wordt het begrip
“Gumprechtse schollen” of “Smudge-cells” gebruikt. Dit zijn kapot gestreken
leukocyten.
Vraag: Op welk type leukocyten hebben deze benamingen betrekking?
A. Neutrofiele granulocyten.
B. Lymfocyten.
C. Monocyten.
D. Eosinofiele granulocyten.
B: lymfocyten
Mestcel activatie geeft aanleiding tot een vroege- en een late reactie.
Vraag: Welke groep medicijnen remt met name de late reactie?
A. Antihistaminica.
B. β-receptor mimetica.
C. Corticosteroïden.
D. Leukotriënen remmers.
C: corticosteroids
Single gene mutaties zijn maar zeer zelden oorzaak van systemische
auto-immuunziekten.
Vraag: Van welke aandoening is bekend dat een mutatie in één enkel gen
verantwoordelijk is voor de auto-immuun ziekte?
A. Systemische lupus erythematosus.
B. Rheumatoide arthritis.
C. Polyglanulair auto-immuun syndroom type 1.
D. Hashimoto thyreoiditis.
C. Polyglanulair auto-immuun syndroom type 1.
Een 44-jarige vrouw is geïnfecteerd met het Hepatitisch B virus.
Vraag: Welke van de volgende receptoren zal het meest waarschijnlijk de antigene
epitopen van het virus presenteren op het cel membraan van hepatocyten?
A. De B-cel receptor.
B. Het MHC I molecuul.
C. Het MHC II molecuul.
D. De T-cel receptor.
B. Het MHC I molecuul.
. In welke categorie antibiotica valt Amoxicilline?
A. Antimetabolieten.
B. Celwand synthese remmers.
C. Eiwit synthese remmers.
D. Nucleïnezuur synthese remmers
B. Celwand synthese remmers.