Verdiepend thema 4: omgaan met zelfverwondend gedrag (Werkcollege 1) Flashcards

1
Q
  1. Wat zijn de functies van zelfverwondend gedrag?
A
  • Communicatie: aandacht zoeken
    - Stimulatie : om iets te voelen/ dissociatie tegen te gaan VS bij overprikkeling
    - Omgaan met emotionele overspoeling
    - Het verminderen van negatieve gevoelens
    - Controle, vnl bij misbruik
    - Zelfdestructiviteit
    - Fysieke ipv emotionele pijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Wat zijn de meest voorkomende risicofactoren?
A
  • Emotieregulatie
    - Zelf kritiek
    - Dissociatie
    - Temperament (impulsiviteit)
    - Ingrijpende levensgebeurtenissen
    - Gezinssituatie: niet uiten van emoties binnen gezin
    - Depressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Verklaar: ‘zelfverwondend gedrag kan beschouwd worden als een verslaving’
A
  • Gedrag dat blijft bestaan wordt beloond
    - Voordelen groter dan nadelen
    - Beloningsysteem in de hersenen wordt beïnvloedt.
    = AM, alcohol en drugs  tijdelijk en onmiddellijk beter gevoel
    - Opletten met medicatie die pijngevoeligheid beïnvloedt. (kans op diepere wondes)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Welke knelpunten kunnen verpleegkundigen ervaren in het omgaan of niet omgaan met zorgvragers met zelfverwondend gedrag?
A
  • Ongeloof, afschuw
    - Teleurstelling
    - Druk v verantwoordelijkheid
    - Boosheid, frustratie
    - Medeleven, begrip
    - Machteloosheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Wat kan de impact zijn van het negeren en/of niet accepteren van zelfverwondend gedrag voor de zorgvrager zelf?
A
  • Ontevreden over zorg (ontbreken van kennis, bevooroordeeld, niet betrokken bij behandeling, slechter behandeld)
    - Toename zelfbeschadiging
    - Mijden van zorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly