Hoe groeien als verpleegkundige? (Les 4) Flashcards
1
Q
- De psychiatrische verpleegkundige: vakkundig in balans? Bespreek het woord ‘balans’ in deze titel. Wat heeft het woord vakkundig hierbij te betekenen?
A
- De balans vinden tussen hart en brein. (persoonsgericht en professioneel)
- Vakkundig, je moet altijd professioneel blijven.
Een verpleegkundige is om die reden steeds “vakkundig” in balans. Hiermee bedoelen we dat je vanuit een professionele houding bepaalde vaardigheden en methoden kan aanleren (“verpleegkundige als professional”). Hoewel je professioneel zal kunnen groeien ben je nu eenmaal ook zelf een persoon met unieke kwaliteiten, een eigen visie, ideeën en voel je ook waar je mee om kan gaan of waar je het net moeilijk mee lijkt te hebben. Je zal dus ook stilstaan bij jezelf als persoon om zelf in “balans” te kunnen zijn (“verpleegkundige als persoon”). In deze module gaan we dieper in op deze beiden processen om te leren deze vakkundig in balans te houden om zo professioneel en persoonlijk geëngageerd te kunnen zijn. Het ene staat namelijk niet los van het andere… en visa versa.
2
Q
- Om persoonsgericht te werken vertrek je vanuit je eigen authenticiteit. Benoem twee kwaliteiten gelinkt aan jezelf en beschrijf ze aan de hand van een concreet voorbeeld waarbij je hebt opgemerkt dat deze kunnen bijdragen in (het opbouwen) van de relatie tussen jou als toekomstig verpleegkundige en de zorgvrager.
A
- Respectvol: Ik behandel elke patiënt hoe ik zelf behandeld zou willen worden, met respect en zonder vooroordelen. Patiënten hebben me ook verteld dat ze dit zo aanvoelen.
- Attent
- Warm / nabij
- Authentiek - echtheid: ik blijf ook altijd mezelf, ik ben een heel slechte actrice en daardoor een open boek, bij mij zie je altijd hoe ik me voel. Aangezien ik me blootgeef, geven de patiënten zich ook bloot. Ik heb al te horen gekregen van patiënten dat ze niet goed weten waarom ze zo open konden zijn tegen mij.
3
Q
- Wat wil volgende stelling volgens jou betekenen? Kwetsbaarheid voor cliënt én hulpverlener (Daniel, 1998). Verklaar je visie aan de hand van een eigen voorbeeld.
A
- Door jezelf te leren kennen en bijgevolg je ook kwetsbaar te durven opstellen zal er ruimte ontstaan om net een betekenisvolle en professionele hulpverleningsrelatie aan te gaan.
- Hulpverlener: ingaan tegen eigen impuls om in te grijpen, te beschermen
- Doel: patiënt aanleren om zelf crisismomenten te hanteren
- Eist ook zijn tol – zeker wanneer situaties niet goed aflopen
Door jezelf te leren kennen en bijgevolg je ook kwetsbaar te durven opstellen zal er ruimte ontstaan om net een betekenisvolle en professionele hulpverleningsrelatie aan te gaan. Dit zelfs met personen die (lijken) complexe zorgvragers te zijn.
4
Q
- Bepaalde personen kunnen een “appèl” leggen op de verpleegkundige door een bepaalde opmerking te geven of een bepaald gedrag te stellen. Vanuit de professionele rol werk je met ‘acceptatie’ van gedrag. Formuleer gedrag dat je vanuit je eigen referentiekader moeilijk kan accepteren (kortom: wat raakt je en concreet waar heb of zou je moeite mee kunnen hebben?). Beschrijf eveneens een actie/ suggestie hoe je hiermee zou kunnen omgaan?
A
- Gedrag waar ik het moeilijk mee heb: devaluatie: het ineens laten vallen na dat je eerst geïdealiseerd werd.
- Ik denk dat ik het daar moeilijk mee heb omdat het al zo vaak gebeurd is op persoonlijk vlak.
- Misschien als ik even in het vak sta dat ik daar beter mee ga kunnen omgaan, ook omdat je er dan met je collega’s kan over praten, reflecteren.
5
Q
- Wat wil men volgens jou zeggen met volgende stelling: ‘Verplegen vanuit je eigen ego laat minder ruimte voor de zorgvrager om eigen competenties te ontwikkelen.’ Verklaar je visie aan de hand van een eigen voorbeeld.
A
- Een egoVPKe werkt vanuit haar eigen noden en is vaak zelf gewond of kwetsbaar.
- Bvb: Een jongen/meisje dat thuis opgegroeid is met een vader met een alcoholverslaving heeft veel kans om later als VPKe in de setting GGZ - verslavingen te gaan werken. Ze denkt dat ze er alles van kent omdat ze haar ervaring van thuis mee heeft, maar eigenlijk is ze het voor zichzelf aan het verwerken op die manier. Maar zo laat ze dus minder ruimte voor de noden van de pat, omdat ze die op een andere manier bekijkt, ze kan niet objectief kijken naar de problemen.
6
Q
- Niet de regels, structuren of afdelingsregels bepalen de zorg voor de zorgvrager. Wat bepaalt dit volgens jou wel? Verklaar met een eigen voorbeeld.
A
- De persoonlijke zorg ve VPK naar een ZV toe is belangrijker dan een regel op de afdeling, dit omdat je door te praten en een relatie aan te gaan met een ZV echt een connectie kan maken. Op die manier kan je de pat helpen. Een regel gaat de pat niet helpen.
- Bvb: Het is niet omdat een patiënt een vast schema van therapieën ondergaat en meedoet dat die tegen het einde van zijn opname genezen is. Veel hangt af van hoe die pat zich voelt, staat die er voor open of niet. Door in relatie te gaan met de pat kan je uitzoeken wat zijn mening/gevoel is. Je kan sturen en misschien zelfs therapieën uitstellen. Dit alles met oog op de goede zorg voor de pat. Je voelt de pat. aan!
7
Q
- Een professionele hulprelatie is de motor van de organisatievorm patiëntentoewijzing. De relatie wordt beschreven als een band, een alliantie tussen de zorgvrager en zijn verantwoordelijke verpleegkundige waarbij er een professionele afstand is en een persoonlijke nabijheid. Bespreek volgende termen die verband hebben met deze relatie: tegenoverdracht – afstand/nabijheid.
A
- Professionele afstand + persoonlijke nabijheid
- Tegenoverdracht: Als je een bepaald gevoel hebt tov een pat is het het beste dat je dit deelt met de VPKen, hebben die dat gevoel ook, of komt het van binnenin jezelf
- Afstand/nabijheid:
8
Q
- Binnen de theorie van presentie spreekt men over “tijd voor wat zich niet afdwingen laat”. Wat zou men volgens jou hiermee willen zeggen?
A
- Hier wil men mee zeggen dat voor mensen dat een onveilige hechting hebben gehad, die aanwezigheid, nabijheid en beschikbaarheid is heel belangrijk.
- Vanuit de opbouw van een vertrouwen, de aanwezigheid en presentie moet je een zorgende afwezigheid moeten kunnen bewerkstelligen. Dus als je shift gedaan is: duidelijk maken, probeer nu een andere ontspanning te zoeken en morgen zien we elkaar terug.
- Staat voor een link met het stuk presentie; we kunnen niet een relatie in een moment opstarten, geen vertrouwen afdwingen, dus je moet een proces , tijd nodig voor iets op te bouwen. Als mensen je niet vertrouwen kan je dat niet rushen, je moet alles tijd geven. Niet ‘na een week hebben we vertrouwen’.
9
Q
- Wat is volgens jou de link en het verschil tussen presentie, zorgende afwezigheid en good enough mothering?
A
- Link: De drie woorden willen zeggen dat je er voor je patiënt bent, en dat die dat weet.
- Verschil: presentie wil zeggen dat je er bent, volledig, in dat moment, terwijl zorgende afwezigheid wil zeggen dat je weggaat terwijl de pat weet dat die bij jou terecht kan. Good enough mothering wil zeggen dat de verhouding tussen de twee goed zit. Dat je ook grenzen aangeeft. Niet te los laat of over je heen laat lopen. Acceptatie - frustratie
10
Q
- Vertrouwen is een belangrijk element in contact. Maak een keuze uit één van de componenten van motiverende gespreksvoering die jij belangrijk acht om het vertrouwen op te bouwen. Geef één reden weer waarom jij deze component naar waarde acht vanuit je visie op je professionele rol als verpleegkundige. Bv.: component mededogen want vanuit de verpleegkundige zorg vind ik het belangrijk dat je van hieruit de zorg verleent want…?
A
- Samenwerking / Aanvaarding / Evocatie / Mededogen
- Ik vind component ‘samenwerking’ een belangrijk element om zorg te verlenen want als je alleen adviezen gaat geven of de zorg overneemt leert de patiënt zelf niets. Eens hij dan de afdeling verlaat staat hij er weer alleen voor en weet hij niet wat te doen wat sneller zal resulteren in terugval.
Samenwerken is ook met je collega’s, kunnen terugvallen op elkaar, naar elkaars verhalen en gedachten luisteren om er sterker uit te komen.
11
Q
- Binnen de verpleegkundige zorg dien je ondersteuning te bieden aan de zorgvrager. Een methode hiervoor is empathie tonen en voelen. Empathie is dan ook een mensenopdracht. Er zijn twee vormen van empathie. Welke is het meest inzetbaar als je ondersteuning wil bieden? Hoe zou jij deze vorm van empathie uiten (verklaar aan de hand van een voorbeeld)?
A
Affectieve empathie (affectspiegeling): (bij hoge spanning)
- Ondersteunen: proberen voelen wat de pat voelt en daar een non-verbale uitdrukking aan geven - kort stilstaan bij het gevoel "ik heb je gehoord" - Containen: herkennen van angst - machteloosheid vd pat aanhoren - inleven zonder jezelf te verliezen - dragen en verdragen van krenking, machteloosheid, minachting - Enkel benoemen, containen, niet achter de betekenis zoeken
Cognitieve empathie (exploreren bij matige spanning) - Explorerende houding!! Bij patiënten weinig besef: wat heb ik precies gedaan? Hoe ben ik precies overgekomen? Zijn zich niet bewust op welke manier ze gevoelens naar buiten brengen (“DE EIGEN KANT”) ➔ Wat de andere doet (gedrag) ziet de adolescent wel vaak (“DE OVERKANT”). Adolescenten kunnen niet goed kijken naar de binnenkant van de ander + blind voor eigen gevoelens. Verdiepend emoties gaan peilen, waarom heb je iets gedaan? Wat zit er achter, ze herkennen hun eigen gevoelens niet en je gaat samen erachter zoeken.
- Meest inzetbare: affectieve: IS ondersteunen
Bvb: Je kan al veel helpen door alleen te luisteren en te ondersteunen. Laat de pat merken dat hij er niet alleen voorstaat.