V6: Globalisering in steden + landen - landen Flashcards

1
Q

achterland

A

Het gebied dat met de mainport is verbonden met een transportnetwerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

anders-globalisten

A

Tegenstanders van de huidige manier van globalisering. Anders-globalisten willen eerlijke wereldhandel (fair trade) en eerlijke spelregels (fair play). Ook stellen ze de milieuvervuiling aan de kaak die met globalisering samenhangt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

backwash-effect

A

Negatief effect voor de (semi-) periferie als gevolg van de economische ontwikkeling in het centrum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

blokvorming

A

Het aangaan van samenwerkingsverbanden van een groep landen om economische of politieke doelen te realiseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

BRICS-landen (opkomende grootmachten)

A

Groep van vijf opkomende grootmachten; Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika) die zich in een vergelijkbare fase van economische ontwikkeling bevinden en onderling nauw samenwerken om hun positie te versterken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

centrum

A

Gebied dat in de wereld/land/regio de hoogste welvaart en meeste politieke macht heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

demografische transitie

A

Overgang van hoge geboorte- en sterftecijfers naar lage in een land, vooral als gevolg van economische ontwikkeling en verbeterde gezondheidszorg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

diffusie

A

De ruimtelijke verspreiding van een verschijnsel van een brongebied naar nieuwe gebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

economisch cluster

A

Concentratie van bedrijven die zich richten op dezelfde markt. Meestal gaat het om hoogwaardige producten/diensten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

fragmentarische modernisering

A

Ongelijke verdeling van technologische vooruitgang tussen gebieden, bedrijven en bevolkingsgroepen in een land dat in ontwikkeling is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

global shift

A

De verschuiving van het economisch zwaartepunt in de wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

globalisering

A

Proces van mondiale integratie op het gebied van economie, politiek en cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

HDI

A

Geeft een beeld van de levensomstandigheden en ontwikkelingskansen van mensen in een land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hegemoniale staat

A

Een staat die in cultureel/economisch/militair/politiek opzicht het overwicht heeft over andere staten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

inkomen per capita

A

Inkomen per hoofd van de bevolking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

innovatie

A

De ontwikkeling en succesvolle invoering van nieuwe/verbeterde goederen/diesnten.

17
Q

internationale dienstverlening

A

Het verlenen van diensten in andere landen dan waarin het dienstverlenende bedrijf is gevestigd.

18
Q

kosmopolitisme

A

Het gevoel van verbondenheid met de mensheid in het algemeen in plaats van met een regio/vaderland.

19
Q

migrantennetwerk

A

Relaties tussen een migrantengemeenschap en het thuisland, en relaties binnen een migrantengemeenschap.

20
Q

mondiale financiële netwerk

A

Markt waar op mondiaal niveau wordt gehandeld in financiële producten als valuta en aandelen.

21
Q

periferie

A

Gebied dat in de wereld/land/regio de laagste welvaart en minste politieke macht heeft.

22
Q

regionale ongelijkheid

A

Meetbare, onacceptabel grote verschillen in welvaart en welzijn tussen gebieden.

23
Q

regionalisme

A

Het streven van mensen in een gebied naar een vorm van politiek zelfbestuur.

24
Q

semiperiferie

A

Groep landen die een tussenpositie innemen tussen het centrum en de periferie.

25
Q

spread-effect

A

Positief effect voor de (semi)periferie als gevolg van de economische ontwikkeling in het centrum.

26
Q

uitschuiving

A

Het proces van ruimtelijke verplaatsing van bedrijven of bedrijfsonderdelen naar nieuwe gebieden met aantrekkelijker omstandigheden (bv lage lonen).

27
Q

wereldsysteem

A

Driedeling van landen in de wereld in centrum, periferie en semiperiferie en de onderlinge relaties tussen deze landgroepen.