V4: Endogene en exogene krachten - vulkanisme + aardbevingen Flashcards

1
Q

geologische tijdschaal

A

Een samenvatting van de 4,6 miljard jaar durende geschiedenis van de aarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

lithosfeer

A

De vaste buitenkant van de aarde (buitenste laag van de aardmantel + aardkorst) die is opgebouwd uit platen die ten opzichte van elkaar bewegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

asthenosfeer

A

Het plastische gedeelte van de aardmantel onder de lithosfeer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

convectiestromen

A

De stroming van taai vloeibaar gesteente in de asthenosfeer, die verantwoordelijk is voor de platentektoniek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

platentektoniek

A

Het bewegen van de continenten, de platen, onder invloed van convectiestromen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

divergente plaatgrens

A

Grens tussen twee uit elkaar bewegende platen boven een opstijgende convectiestroom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

(mid)oceanische rug

A

Een langgerekt gebergte met vulkanen langs de grens van twee divergerende platen op de bodem van de oceaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

convergente plaatgrens

A

Grens tussen twee naar elkaar toe bewegende platen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

subductie

A

Wanneer de zwaardere oceanische plaat, door de dalende convectiestroom, onder de lichtere continentale plaat zakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

diepzeetrog

A

Een langgerekte diepte in de oceaan, parallel aan de convergente plaatgrens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

transforme plaatgrens

A

Grens tussen twee platen die langs elkaar bewegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vulkanisme

A

Een verzamelnaam voor alle verschijnselen (gas, stoom, stenen, lava, vuur) die te maken hebben met de nabijheid van magma aan het aardoppervlak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

effusieve erupties

A

Relatief rustige uitbarsting die veroorzaakt wordt door relatief vloeibaar magma en weinig gasdruk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

explosieve erupties

A

Heftige uitbarsting die wordt veroorzaakt door taai stroperig magma en een hoge gasdruk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

pyroklastica

A

Een verzamelnaam voor al het losse (vloeibare of vaste) materiaal dat door een vulkaan wordt uitgestoten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

schildvulkaan

A

Brede vulkanen met een flauwe helling die ontstaan bij een effusieve eruptie.

16
Q

stratovulkaan

A

Een kegelvormige vulkaan met vrij steile hellingen die ontstaat bij een explosieve eruptie.

17
Q

caldera

A

Komvormige diepte die ontstaat wanneer, na een explosieve eruptie, de geleegde magmakamer instort. Een caldera kan ook ontstaan doordat de top van de vulkaan door de eruptie is weggeblazen.

18
Q

hotspot

A

Plek op de aardkorst boven een vanaf de onderzijde van de aardmantel geΓ―soleerde kolom opstijgend heet gesteente.

19
Q

gebergtevorming

A

Een convergerende plaatbeweging zorgt voor horizontale en verticale druk op een stuk aardkorst dat vervolgens opgeheven wordt.

20
Q

plooiingsgebergte

A

Opgeheven, geplooide stukken aardkorst die ontstaan bij een convergerende plaatbeweging.

21
Q

slenken

A

Vaak langgerekte stukken aardkorst die langs breuken naar beneden zakken.

22
Q

horsten

A

Vaak langgerekte stukken aardkorst langs breuken die tussen twee slenken liggen en niet zakken.

23
Q

breukgebergte

A

Een opheffing van de aardkorst langs breuken, boven een opstijgende convectiestroom.

24
Q

aardbeving

A

Ontstaat langs plaatgrenzen doordat platen tegen elkaar blijven drukken totdat de spanning te groot wordt en de platen met een schok losschieten.

25
Q

schaal van Mercalli

A

Een schaal die het effect van een aardbeving weergeeft door te kijken naar de intensiteit van de schade aan mensen en gebouwen.

26
Q

tsunami

A

Enorme vloedgolf die ontstaat doordat een aardbeving op de zeebodem (een zeebeving) de bovenliggende waterkolom verticaal verplaatst.