V4: Endogene en exogene krachten - gesteente Flashcards

1
Q

verwering

A

Het in stukken breken van een gesteente door exogene processen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

mechanische/fysische verwering

A

Een gesteente dat in steeds kleinere stukken gebroken wordt zonder dat dit gesteente van samenstelling verandert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

chemische verwering

A

Een gesteente verandert van samenstelling doordat een deel van het gesteente oplost en het andere deel niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

transport

A

Vervoer van verweringsmateriaal door water, wind of ijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

erosie

A

Het uitschuren van een gesteente door water, wind of ijs met behulp van verweringsmateriaal tijdens het transporteren van verweringsmateriaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

massabewegingen

A

Bewegingen (vallen, vloeien of glijden) die ontstaan door de invloed van de zwaartekracht op los verweringsmateriaal dat op een helling ligt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

puinhelling

A

Een verzameling losse stukken steen die in een gebergte in een vrije val naar beneden zijn gekomen en aan de voet van de berg liggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hydrologische kringloop

A

Alle verplaatsingen van water over de aarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sedimentatie

A

Het neerleggen van materiaal door water, wind of ijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

morene

A

Sedimenten die zijn neergelegd door gletsjers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

puinwaaiers

A

Een kegelvormige afzetting van grof materiaal dat neergelegd is door een rivier op de grens van een bergachtig gebied en een vlakte doordat de rivier zijn bedding opvult en zich moet verplaatsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

delta

A

Sedimentatie aan de monding van een rivier, doordat de rivier meer sediment aanvoert dan dat er door de golfwerking van de zee wordt afgebroken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

stollingsgesteente

A

Gesteente dat ontstaat door het afkoelen en daardoor stollen van vloeibaar gesteente (magma of lava).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

sediment(gesteente)

A

Gesteente dat ontstaat doordat (verwerings)materiaal wordt neergelegd door water, wind of ijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

metamorf gesteente

A

Gesteente dat is ontstaan door verandering in hitte en/of druk, waardoor het gesteente van vorm verandert en rekristalliseert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gesteentekringloop

A

De verplaatsing van gesteenten over de aarde, in de vorm van stollingsgesteenten, sedimentgesteenten of metamorf gesteente.

17
Q

graniet

A

Langzaam, op grote diepte, afgekoeld stollingsgesteente met duidelijk herkenbare mineralen: kwarts, mica en veldspaten.

18
Q

basalt

A

Snel aan het aardoppervlak, afgekoeld vulkanisch gesteente met heel weinig herkenbare mineralen. Wordt vaak aangetroffen in zeshoekige zuilen.

19
Q

zandsteen

A

Sedimentgesteente dat ontstaat doordat losse zandkorrels aan elkaar plakken.

20
Q

kalksteen

A

Sedimentgesteente dat ontstaat doordat losse kalkkorrels aan elkaar plakken of doordat kalk neerslaat uit het water.

21
Q

leisteen

A

Een metamorf gesteente dat ontstaat doordat klei of schalie onder invloed van hitte en druk van vorm verandert of rekristalliseert.

22
Q

marmer

A

Een metamorf gesteente dat ontstaat doordat kalksteen onder invloed van hitte en druk van vorm verandert of rekristalliseert.