unite 3 nederlands frans deel 2 Flashcards
1
Q
uitdoen
A
éteindre
2
Q
vrienden maken
A
se faire des amis
3
Q
ingewikkeld
A
compliqué
4
Q
volgen
A
suivre
5
Q
de zonne-energie
A
l’énergie solaire (f)
6
Q
deelnemen aan
A
participer à
7
Q
bekend
A
connu
8
Q
aandoen
A
allumer
9
Q
verbruiken
A
consommer
10
Q
rekening houden met
A
respecter
11
Q
de kraan
A
le robinet
12
Q
de kamer / het vertrek
A
la pièce
13
Q
het milieu
A
l’environnement
14
Q
nuttig
A
utile
15
Q
zich voelen
A
se sentir