unité 1 d Nl - Fr Flashcards
1
Q
praten
A
discuter
2
Q
zich voorstellen
A
se présenter
3
Q
zo snel mogelijk
A
le plus vite possible
4
Q
de hobby
A
le passe-temps
5
Q
dezelfde / hetzelfde
A
le / la / les même (s)
6
Q
in de vierde klas
A
en seconde
7
Q
corresponderen / schrijven
A
correspondre
8
Q
het tijdschrift
A
le magazine
9
Q
oudste
A
aîné
10
Q
heel slecht
A
nul / nulle
11
Q
vergeten
A
oublier
12
Q
tot gauw
A
à bientôt
13
Q
de uitzending
A
l’émission (f)
14
Q
hopen
A
espérer
15
Q
het vak
A
la matière