unité 1 zinnen 2 Flashcards
1
Q
herken je me niet?
A
Tu ne me reconnais pas ?
2
Q
het is leuk om je weer te zien
A
C’est bien de te revoir.
3
Q
geef mij je mobiele nummer
A
Donne-moi le numéro de ton portable.
4
Q
hij gaat een tafel reserveren
A
Il va réserver une table.
5
Q
het restaurant is geopend van 12.00 uur tot 23.00 uur
‘s avonds
A
Le restaurant est ouvert de midi à 23h00 du soir.
6
Q
in welke klas zit je ?
A
Tu es en quelle classe ?
7
Q
heb je zin in een ijsje ?
A
Tu as envie d’une glace ?
8
Q
ik ga met mijn vrienden op vakantie
A
Je pars en vacances avec mes amis.