Unité 21 (vingt-et-un) Flashcards
1
Q
des bagages (man.)
🇫🇷
A
bagage
🇳🇱
2
Q
bagage
🇳🇱
A
des bagages (man.)
🇫🇷
3
Q
un chemin
🇫🇷
A
een weg
🇳🇱
4
Q
un sac
🇫🇷
A
een tas, zak
🇳🇱
5
Q
een (reis)koffer
🇳🇱
A
une valise
🇫🇷
6
Q
een weg
🇳🇱
A
un chemin
🇫🇷
7
Q
een tas, zak
🇳🇱
A
un sac
🇫🇷
8
Q
une valise
🇫🇷
A
een (reis)koffer
🇳🇱
9
Q
écrire*
🇫🇷
*betekent dat je van dit werkwoord nu alleen die vorm leert. Vervoegen hoeft dus nog niet.
A
schrijven
🇳🇱
10
Q
schrijven
🇳🇱
A
écrire*
🇫🇷
11
Q
montrer (à Luc)
🇫🇷
A
tonen (aan Luc)
🇳🇱
12
Q
tonen (aan Luc)
🇳🇱
A
montrer (à Luc)
🇫🇷
13
Q
oublier
🇫🇷
A
vergeten
🇳🇱
14
Q
vergeten
🇳🇱
A
oublier
🇫🇷
15
Q
parler (français)
🇫🇷
A
(Frans) spreken
🇳🇱