unite 1 voc door elkaar Flashcards

1
Q

je tegen elkaar zeggen

A

se tutoyer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

een bijnaam

A

un surnom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

regelmatig

A

reguliérement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hobby’s / vrijetijdsactiviteiten

A

les loisirs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

een gebrek / tekortkoming

A

un défaut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

een kwaliteit /goede eigenschap

A

une qualité

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de toekomst

A

l’avenir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

een land bezoeken

A

visiter un pays

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

reizen

A

voyager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

een verhaal vertellen

A

rancoter un historie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

studeren

A

étudier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

op vakantie vertrekken met de trein

A

partir en vacance en train

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

naar school gaan met de fiets

A

alles à l’école à vélo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

naar de dokter gaan

A

alles chez le médecin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vroeg opstaan

A

se lever tôt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

te laat opstaan

A

se lever tard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

boodschappen doen

A

faire des courses

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

ontbijten

A

faire le petit-déjeuner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

lunchen

A

déjeuner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

terugkomen

A

rentrer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

uitgaan / vertrekken

A

sortir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

slapen

A

dormir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

gaan slapen / gaan liggen

A

se coucher

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

sporten

A

faire du sport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
voetballen
faire du foot / jouer au foot
26
een appartement huren
louer un appartement
27
hangt er van af
ça depend
28
eerst
d'abord
29
daarna / dan
ensuite / puis
30
de hoofdstad
la capitale
31
terugkeren naar belgie
retourner en belgique
32
proberen om frans te spreken
essayer de parler français
33
we zijn met zes
nous sommes six
34
ginder/daarginds
là-bas
35
terugzien/terugvionde/weerzien
retrouver
36
een glas wijn drinken
boire du vin
37
blijven
rester
38
regenen
pleuvoir
39
sneeuwen
neiger
40
eindigen
finir
41
de soep proeven
goûter la soupe
42
thuiskomen/binnenkomen
rentrer
43
opdienen/bedienen/ dienen
servir
44
verkopen
vendre
45
kopen
acheter
46
de vakantie doorbrengen in frankrijk
passer les vacanses en france
47
gooien
jeter
48
moeten
devoir
49
gespierd worden/ spieren krijgen
devenirs musclé
50
een plan/een project
un project
51
het juiste antwoord kiezen
choisir la bonne résponse
52
van buiten leren
apprendre par coeur
53
de tafel dekken
mettre la table
54
geld opzij zetten
mettre de l'argent à côté
55
een trui aandoen
mettre un pull
56
een cadeau aanbieden/geven
offrir un cadeau
57
een dansles volgen
suivre un cours de danse
58
mijn moeder bellen
appeler ma mère/téléphoner à ma mère
59
poetsen,proper maken
nettoyer
60
goede punten krijgen
recevoir de bonnes notes
61
een lijst aanvullen
compléter une liste
62
te laat zijn
être en retard
63
op tijd zijn
être à temps
64
honger hebben
avoir faim
65
dorst hebben
avoir soif
66
opletten
faire attention
67
een fiets huren
louer un vélo
68
je gaat paris leuk vinden
paris va te plaire
69
overal
partout
70
wensen
souhaiter
71
aangenaam/leuk/gezellig
agréable
72
beslissen om
décider de