Unite 1 voc 4 Flashcards
1
Q
ik ben bijna klaar
A
j’ai presque fini
2
Q
een internetsite ontwerpen
A
créer un site internet
3
Q
de wijn proeven
A
goûter le vin
4
Q
te voet vertrekken
A
partir à pied
5
Q
de klanten bedienen
A
servir les clients
6
Q
verkopen op het internet
A
vendre sur internet
7
Q
brood kopen
A
acheter du pain
8
Q
op de bus wachten
A
attendre le bus
9
Q
zijn vakantie aan zee doorbrengen
A
passer ses vacances à la mer
10
Q
op de grond gooien
A
jeter par terre
11
Q
ik moet vertrekken over 5 minuten
A
je dois partir dans cinq minutes
12
Q
gespierd worden
A
devenir musclé
13
Q
actrice worden
A
devenir actrice
14
Q
vakantieplannen
A
des projets des vacanses
15
Q
een jurk kiezen
A
choisir une robe
16
Q
van buiten leren
A
apprendre par coeur
17
Q
de tafel dekken
A
mettre la table
18
Q
geld opzij zetten
A
se fiancer
19
Q
een cadeau schenken
A
offrir un cadeau
20
Q
dansles volgen
A
suivre un cours de danse
