Uitspraken Flashcards
Goed idee!
Bonne idée!
Geen sprake van!
Pas question!
Help je ons dragen?
Tu nous aides à porter?
Wat een dag!
Quelle journée!
Alles is bijna in orde
Tout est presqu’en ordre.
Laten we beginnen met…
Commençons par…
Slapen als een roos.
Dormir comme un ange.
Alleen maar geluk!
Que de bonheur!
Alles gaat goed / Alles verloopt goed
Tout va bien.
Wat een sfeer!
Quelle ambiance!
Dat komt goed uit.
Ça tombe bien.
Ik vind dat
Je trouve que
We vertrekken!
On y va!
Vertrekken we?
On y va?
Perfect!
Parfait!
Uitstekend idee!
Excellente idée!
Veel tijd hebben
Avoir beaucoup de temps.
Welkom!
Bienvenue!
Schat / Lieveling
Chéri
In elk geval
De tout façon
Ik hou er niet zo van
Moi, je n’aime pas trop.
En u bent?
Et vous êtes?
Ik zou graag…
J’aimerais…