Uitklaren van de hulpvraag Flashcards
Hoe begint een hulpvraag?
Op advies
Naar aanleiding van de spreekwoordelijke druppel
Per definitie een moment van stress angst en onzerkerheid
Verwachtingen worden gekleurd door
De verwijzer
De voorgeschiedenis
context
De verwijzer
DON’T’s: Blame the patient/ diagnosticeer alvast
DO’s:
deel de zorgen en ga het gesprek aan tot je een gedeeld perspectief vindt
verwijs geïnformeerd
Wat te doen bij eerste contacten?
Altijd vragen wie er verwezen heeft en hoe dat gesprek verlopen is
Tijd en ruimte nemen om te luisteren naar hoe de verwijzing beleefd werd
Exploreren welke gevoelens er momenteel helpend versus hinderend kunnen zijn
Stilstaan bij wat voor de hulpvrager helpend versus hinderend kan zijn om de stap naar GGZ-hulpverlening te zetten
De voorgeschiedenis
Elke eerdere ervaring met hulpverlening kleurt de latere
In positieve en negatieve zin
De context
De context rond de hulpvraag kleurt de hulpverlening
In positieve en negatieve zin
De vraag achter de vraag
Feitelijke laag = feitelijke informatie
Emotionele laag = beleving en zorg
Sociale laag = identiteitslaag
Existentiële laag = existentiële keuzes die we maken
Van de feitelijke laag naar een gedeeld perspectief via de dialoog
Een ouderlijk perspectief: waar maken zij zich zorgen over? Waar hebben zij last van?
Een kindperspectief: waar lijdt het kind onder? Wat zou het graag willen veranderen?
Een hulpverlenersperspectief: Welke theoretische perspectieven worden er aangesproken? Welke onevenwichten ziet de HV? Hoe ziet de HV wegen naar herstel?
Voordelen dialoogmodel
Gebaseerd op onderzoek en praktijk
Overstijgt disciplines en integreert theoretische modellen
Daardoor sterk model bij meervoudige, complexe problematieken waarin meerdere hulpverlenende partijen betrokken zijn
Faciliteert dialoog
Dialoogmodel: Drie stappen
Client en diens ‘bril’ centraal
Benoemen van het circulaire
Client en diens vraag/probleem in kaart brengen
Dialoogmodel: Drie belangrijke ingrediënten
Goed begrip
In dialoog gaan in gewone taal
Visualiseren
Dialoogmodel
Stap 1. De cliënt centraal Gedrag, Omgeving Stap 2. De circulariteit benoemd Stap 3. De cliënt in kaart [R] relationele dimensie [E] emotionele dimensie [G] gedachten: cognitieve dimensie [L] lichamelijkeontwikkeling [e] Evenwicht – balans – structuur in de samenhang
Dialoogmodel: domeinen
Lichamelijk domein Relationele domein Emotionele domein Gedachten Evenwicht/Eenheid
Twee centrale thema’s
Wat er speelt
Wat er te doen staat
Dialoog model werkblad
Omgeving Gedrag Lichamelijk Relationeel emotioneel gedachten Regelmogelijkheden