De persoon van de hulpverlener Flashcards

1
Q

Factoren die een rol spelen in keuzes die je maakt

A

toevalsfactoren

Persoonlijke interesses, die vorm kregen doorheen je levensverhaal

Identificatiefiguren

Een persoonlijke kwetsbaarheid als drijfveer om te helpen

De eigen voorkeurs-leerdimensie en het daarmee verbonden impliciete mensbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Motivatie om dit werk te doen

A

Altijd een mix van motiverende lijnen, die verandert doorheen de tijd aangezien je ook als persoon evoluteert

Soorten motivaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Other-oriented: om anderen te helpen

A

Om het verschil te maken voor anderen

Om het lijden van anderen te verlichten

Om anderen te behoeden voor wat je zelf meemaakte

Om sociale verandering teweeg te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Self-oriented: om je goed te voelen en zin te geven aan je leven

A

Om zin te geven aan wat je zelf meemaakte

Omdat dit aansluit bij je waarden en normen

Omdat je plezier ervaart aan het bevorderen van verandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Intrinsieke bevrediging

A

Plezier aan het bevorderen van verandering
Ervaring van competent zijn
Ervaring van nuttig en zinvol werk te doen
Ervaring van zelf te leren en te groeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Extrinsieke bevrediging

A

Maatschappelijke waardering
Verloning
Collegiale relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Negatieve bevrediging

A

Afhankelijkheid van hulpverlenende relaties

Bescherming tegen eigen kwetsbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Specifieke kwetsbaarheden

A

De bekommernis om de kwetsbaarheden van anderen
Is deels gedreven vanuit eigen kwetsbaarheid

Studenten psychologie en psychiatrie:
meer emotionele en persoonlijke stress dan studenten uit andere richtingen

vaker uit families met psychische problemen (depressie, schizofrenie, alcoholisme)

vaker traumatische ervaringen als kind (ziekte, overlijden ve ouder, deprivatie van ouderlijke zorg)

vaker zorgfiguur in hun gezin van herkomst/ vaker het oudste kind in het gezin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hulpverlening =

A

= Werken met mensen, wiens denken en handelen gelaagd is

= werk door mensen, wiens denken en handelen gelaagd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Reflecteren =

A

Een cyclische manier van leren waarin je vaardig moet worden. Daarmee is het tegelijkertijd een vaardigheid. Reflecteren is altijd gericht op het eigen handelen.

Het leidt via bewustwording tot inzicht in de beweegredenen voor en de uitvoering van het eigen handelen in professionele situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Reflectie op jezelf

A

Leerdoelen formuleren, een studieplan maken, het eigen leerproces begrijpen en kunnen beschrijven

Vragen
Wat heb ik geleerd? Hoe heb ik geleerd?
Snap ik het? Hoe werd het mij duidelijk?
Voel ik mij competent? Heb ik het in de vingers?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Reflectie op de methode

A

De koppeling maken tussen praktijkervaring en theorie, informatie op waarde kunnen schatten, en kennis van onderzoeksmethoden verwerven (kennisleer en wetenschapsfilosofie).

Vragen
Hoe werkt dit? Waarom werkt het? Waarom werkt het niet? Kan ik anderen uitleggen hoe het werkt?
Wat heb ik precies gedaan? Welke theorie heb ik toegepast? Had ik het anders kunnen doen?
Hoe weet ik dat het klopt? Wat is mijn kwaliteitsnorm?
.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leerproces: doorloopt 4 fasen

A

Onbewust & onbekwaam
Bewust & onbekwaam
Bewust & bekwaam
Onbewust & bekwaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rode vlag topics

A

Met betrekking tot een thema in een begeleiding:
Een bepaald thema (systematisch) vermijden
Negatieve gevoelens ten ervaren aanzien van een thema
Sterke emoties ervaren/ overreageren omtrent een thema
Met betrekking tot een problematiek
Bepaalde cliënten/ problematieken vemijden of zelfs verwerpen
Negatieve gevoelens ervaren ten aanzien van bepaalde cliënten/ problematieken
Sterke emoties ervaren / overreageren ten aanzien van cliënten/ problematieken
Overidentificatie met bepaalde cliënten/ problematieken
Met betrekking tot een cliënt/ type van cliënt
Seksuele gevoelens ervaren ten aanzien van cliënt/ type cliënten
Gevoelens van overbescherming ervaren ten aanzien van een cliënt
Verlangen naar een persoonlijke relatie met een bepaalde cliënt
Gevoelens van verwerping ervaren ten aanzien van een cliënt
Met betrekking tot het werk
Bevestiging/ bewondering nodig hebben van cliënten
Zeer snel advies willen geven aan cliënten en het vervelend vinden wanneer ze dit niet volgen
Afhankelijkheid bevorderen
Macht en controle nodig hebben tav cliënten, slecht verdragen dat de cliënt een eigen weg kiest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly