Motiverende gespreksvoering 2 Flashcards

1
Q

Wat niet te doen bij weerstand

A
Pleiten voor verandering
De rol van deskundige aannemen 
Bekritiseren, schaamte of schuld induceren
Etiketten plakken
Haast hebben 
Superioriteit uiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat dan wel??

A

Roll with resistance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Roll with resistance

A

Niet tegen de weerstand ingaan, anders wordt deze groter

Maar meegaan

Of zelfs verder gaan

Geef controle indien mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dubbele reflectie bij weerstand

A

Argumenten voor en tegen verandering staan in dezelfde zin
“Dat is lastig, je wilt afvallen en je vindt het moeilijk om tijd vrij te maken om te sporten”
Gevolg: Discrepantie onderzoeken tussen gedrag en doelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Strategische reactie bij weerstand

A

Van onderwerp afstappen

Benadrukken van persoonlijke keus en controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

samenvatting

A

Intrinsieke motivatie is nodig
Intrinsieke motivatie kan worden vergroot
Elke fase van gedragsverandering heeft een andere aanpak nodig
Als je niet aansluit bij de fase van de client kan dit weerstand oproepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly