Gesprekmodel/rollen/selectieve luistervaardigheden

Question 1

Vaardigheid of competentie

Answer 1

is het vermogen om een handeling bekwaam uit te voeren of een probleem op te lossen

Question 2

Belangrijke vaardigheden

Answer 2

Luisteren
Reguleren
Nuanceren

Question 3

Gespreksmodel

Answer 3

Probleemverheldering
Probleemnuancering
probleembehandeling

Question 4

Probleemverheldering

Answer 4

Contact leggen

samen eerste zicht op probleem

Question 5

Probleem nuancering

Answer 5

Herformuleren, ordenen kiezen van problemen

genuanceerdere, overzichtelijke kijk op problemen, kiezen van deelproblemen

Question 6

Probleembehandeling

Answer 6

Definiëring en keuze van na te streven doelen bereiken van die doelen in tremen van gedrag.

Question 7

Rollen van de hulpverlener

Answer 7

Vertrouwensfiguur

Mededeelzame detective

Docent

Coach

Question 8

Vertrouwensfiguur kenmerken

Answer 8

Onvoorwaardelijk accepteren

Transparant

Luisteren/empathisch reageren

Specifieke richtinggevende aandacht

Question 9

Mededeelzame detective

Answer 9

Detective: hoe verwerkt de cliënt zijn informatie hoe maakt hij zijn belevingswereld hoe beleeft hij?

Mededeelzame: de hulpverlener vertelt zoveel mogelijk wat er in hem omgaat.

Question 10

Docent

Answer 10

Voorleggen andere visie : psycho-educatie

Maar: je weet niet of de client in staat is verandering in zijn belevingswereld aan te brengen

Question 11

Coach

Answer 11

Bij vraag: hoe pak ik het aan

terughoudend, stimulerend, over drempels heen

Question 12

Welke rollen waar?

Answer 12

Probleemverheldering: Docent, Vertrouwensfiguur, Mededeelzame detectieve.

Probleem nuancering: Vertrouwensfiguur, mededeelzame detectieve, Docent

Probleembehandeling: Vertrouwensfiguur, coach, Mededeelzame detectieve.

Question 13

Het eerste begin: 1e gesprek

Answer 13

Openen van het gesprek en begin contact

Doel van gesprek duidelijkmaken

Wees duidelijk over tijdsduur

Wees dudielijk daarna kijken wat er aan te doen

Praktische zaken

Geef altijd mogelijkheid tot vragen

Question 14

Interne voorwaarden Aandacht

Answer 14

Maak je hoofd leeg (5minuutjes-truc)

Volle aandacht bij het gesprek (bv nota’s
Herlezen/ globaal plan + ken de casus)

Laat je niet afleiden (telefoon etc)

Stel je open voor het verhaal van de ander: Ik ben er nu even alleen voor deze cliënt

Question 15

Non-verbale uitingen van aandacht

Answer 15

non verbaal/Oogcontact/ gelaatsexpressie

verbaal volgen/vocale aanmoedigingen
- gebruik van stiltes

Selectief:

• Vragen stellen
• parafraseren

Question 16

Selectieve luistervaardigheden

Answer 16

Vragen stellen [open, gesloten]

Parafraseren van de inhoud

Reflecteren van gevoel

Concretiseren

Samenvatten; selecteren van gespreksthema’s

Question 17

Waarom vraag

Answer 17

Soms adequaat om iemands ideeen over zijn beweegredenen na te vragen

Maar soms bedreigend

Question 18

Gevoelsreflectie

Answer 18

Aanvoelen

Direct uit woorden

Non-verbaal observatie

Question 19

concretiseren

Answer 19

Zo nauwkeurig en precies mogelijk over de problemen laten vertellen

Samengestelde vaardigheid (luisteren, open en gesloten vragen, parafraseren, reflecteren)

Question 20

Waarom concretiseren

Answer 20

Scherper, gedifferentieerd inzicht

Neiging client vage abstracte bewoordingen

Nuance aanbrengen

Question 21

Samenvatten

Answer 21

Een vrij grote hoeveelheid informatie van de client overzichtelijk en begrijpelijk weergeeft

FUNCTIE
HV Client goed begrepen?

Ordening van het gesprek door een overzicht van de hoofdzaken

Stimulering tot verdere exploratie van gedachten/gevoelens