Trainingstherapie Flashcards
gevolgen van longenproblematiek op lichaam
- algemeen
- in therapie weinig longfunctie verbeteren
- wel aan gebruik van longfunctie = meer met zelfde
- veel comorbiditeiten - comorbiditeiten
- hart & vaataandoeningen door zelfde risicofactoren
- osteoporose door cortisone gebruik
- spierzwakte door fysieke inactiviteit
- metabole aandoeningen: type II diabetes
- angst & depresie = 1/3 van patiënten - gewicht
- overgewicht
- cachexie = ondergewicht nog erger
vicieuze cirkel van inactiviteit
- COPD
- limiatie van luchtstroom = gedaalde 1seconde waarde
- hyperinflatie
- spierdysfunctie = al bij vroege stadia - symptomen
- in begin enkel bij hoog actieve activiteiten
- progressief dalen naar matig & laat
- dyspnoe & vermoeidheid: perceptie zoals pijn - inactiviteit
- deconditionering & spierzwakte
- kunnen wij wel aanpakken = treatable traits - nog meer symptomen
onderdelen evalutatie longpatiënt
- functies & structuur
- longfunctie
- ademhalingsapparaat
- symptomen
- hoest & sputum
- spierkracht
- inspanningscapaciteit
- nutirionele status
- co-morbiditeiten - activiteiten
- inspanningscapaciteit
- funcitonele status
- fysieke activiteit
- valrisico - participatie
- levenskwaliteit
- motivatie & ondersteuning
- angst & depressie
meten van spierdysfunctie
- maximaal isometrische contractie
- goudenstandaard = gefixeerde krachtcel
- praktijk = handheld dynamometer
- snelle test mogelijk & vergelijken met standaardisatie
- probleem bij sterke patiënten & reproduceerbaarheid
- vooral effect op OL = quadriceps
–> meeste literatuur voor prognose - handgrijpkracht
- algemene spierkracht
- referentie waarden - respiratoire spierkracht
meten van respiratoire spierkracht
- meting
- monddrukken meten
- zo krachtig mogelijk in of uitademen
- inspiratoire spierzwakte is vaak aangwezig
- expiratoire is enkel bij specifiek pathologiën vb: spierdystrofie - definitie van spierzwakte inspiratoir
- vrouwen < 60cmH2O
- mannen < 80cmH2O
- en/of <70% van preditieve waarde
–> afh van geslacht, leeftijd & BMI - standaardisatie
- beginnend van RV voor inspiratoir
- beginnend van TLC voor expiratoir
- soms beginnend van FRC maar geen stadaard
–> patiënten weten normale ademhaling niet goed
gevolg spierdysfunctie
- verhouding
- weinig correlatie met longdysfunctie & spierdysfunctie
- altijd metingen bij patiënt uitvoeren
- enkel training indien verlaagd = enkel spier of ook respiratoir - onderdelen van spierdysfunctie
- vooral op OL
- kwaliteit = gedalade spierkracht & uithouding
- kwantiteit = atrofie
- selectieve atrofie van type I = minder aerobe prestatie & rapper lactaat productie
- gedaalde oxidatieve capaciteit
- mitochondironale dysfunctie
probleem spierdysfunctie bij longpatiënten
- spierdysfunctie
- sneller lactaat productie
- omzetting in CO2
- hogere ventilatie nodig voor zelfde inspanning
–> is juist beperkt
oorzaak van spierdysfunctie
- daling van activiteit
- andere maar niet volledig gekend
- vb: corticosteroïden, systemische inflammatie, oxidatieve stress & nutitionele status
verhouding FEV1n MIP maximal inspiratory pressure & MTCSA mid thigh cross sectional area
- FEV1 & MTCSA niet gerelateerd aan elkaar
- MTCSA binnen dezelfde groep van FEV1= lagere overleving
- MIP binnen dezelfde groep van FEV1 = hogere symptomen
inspanningscapaciteit meten
- maximale fietsproef
- meten van inspanningstolerantie
- kennis van limiterende factoren
- prognose
- veiligheid = evalutatie voor longstransplnatatie
- bepalen van trainingsintensiteit - 6MWT
- belangerijker bij longpatiënten
- meestal pas langskomen bij hogere deconditionering = meer gevoelig
- sensitiever voor effect van therapie
–> VO2max weinig effect
probleem van longpatiënten bij inspanningscapaciteit
- controle van maximale
- VO2max
- RER
- HrMAX
- normale patiënten zijn cardiaal gelimiteerd - controle van maximale bij longpatiënten
- respiratoir gelimiteerd
- MVV maximale vrijwillige ventilatie = FEV1 x 37, - oorzaak van respiratoire limitatie
- snelle lactaat vorming
- dynamische hyperventilatei: door obstructie te weinig tijd voor uitademen
–> langzaam zichzelf oppompen door te snel in te ademen
- moeten stoppen door dyspnoe
fysieke activiteit van longpatiënten
- meting
- stappen/dag
- lage correlatie aan erst van longaandoending & inspanningscapaciteit - probleem
- onderzoek bij alle rokers
- rokers die obstructie vertoonden maar nog geen symptomen
–> gedaalde activiteit tov. rokers zonder obstructie
- zonder bewust te zijn luisteren naar dyspnoe & minder actief zijn - gevolgen
- verhoogd sedentair gedrag = hogere zit & lig tijd
- daling in fysieke activiteit vanaf vroeg stadium
- inactiviteit is risicofactor voor vele andere aandoeningen
valrisico bij longpatiënten
- inschatten van valrisico
- voorgaande val
- timed up an go test
- sit to stand test - slechte posturale controle gerelateerd aan
- spierzwakte
- fysieke inactiviteit
- oudere leeftijd
- nood aan O2-supplementatie
- gelimiteerde mobiliteit
doelgroep van trainingstherapie
- COPD patiënten die symptomatisch zijn met treatable traits
- gedaalde levenskwaliteit/functionele status
- fysiek activiteit moeilijk is
- moeite met therapie
- nutritionele depletie
- verhoogde medische nood vb: exacerbatie
- gaswisselingsstoornis
- psychosociale factoren - GOLD
- A = rookstop & fysieke activiteit
- B & E + respiratoire revalidatie - andere = alle chronische aandoeningen
- intersitieel longlijden
- bronchiëctasiën
- post longtransplantatie
- mucoviscidose
- astma
- pulmonale hypertensie
- longkanker
respiratoire revalidatie
- definitie
- begin met testen van patiënt
- streven naar effecten op lange termijn
- door inspannignstraining, educatie & gedragsverandering - multidisciplinair
- longarts & huisarts
- respiratoire verpleegkundige
- kinesitherapeut & ergotherapeut
- sociaal assistent & psycholoog
- tabacoloog & diëtist
doel van inspanningstraining
- verhogen van oxidatieve capaciteit
- VO2piek = meer gelimiteerd dan cardiaal door ventilatoire limitatie
- ventilatie
- uithouding op submaximale test = wel veel schommeling
- functionele inspanningscapaciteit = 6MWT - mechanische efficientie
- lagere O2 vraag voor zelfde load
- door herhalen van taak - desensitisatie van dyspneu
- herhalen van bewegingen die dyspneu uitlokken
- dalen van bewegingsangst - verhogen van vermoeibaarheid = fatigability
- uithouding van lokale spier
- daling van symptomen
- stijging van ADL - skeletale spierkracht door prognostische factor
inspanningstraining
- doelen
- verhogen van oxidatieve capaciteit = hoog intense uithouding of interval training
- mechanische efficientie = taakspecifieke oefeningen
- desensitisatie van dyspneu = bloodstelling aan elke intensiteit
- fatigability & spierkracht = kracht training
–> NMES bij heel gedeconditioneerd - na training
- opnieuw evaluatie
- onderhouds behandeling
- training bij exacerbaties
FITT uithouding
- uithoudingstraining
- F 3-5x per week
- I aanpassen = belangerijkste component
- T min 20-30min, best 45-60min
- ergometer, loopband, roeien, stappen
- MICT, MIIT of HITT - ventilatoire limitatie
- geen HF-zones
- bij patienten in begin fase wel
- dyspnoe & gevoel in de benen = BORG 4-6
- snelheid van 6MWT gebruiken = 75% - grote deconditionering
- test: 75% van belasting kan niet voor 10 min aangehouden worden
- oplossing = interval training
- altijd dyspnoe reserve behouden
- on- & off kinetic = stijging & daling van dyspnoe zijn even snel
–> inspanning & pauzes zijn evenlang
FITT krachttraining
- krachttraining
- min 2x per week, best 3-5
- BL = 30-70% 1RM, OL = 40-80% 1RM
- 12-15 reps in 1-3 sets
- minimum 12 weken
- toestellen, losse gewichten, eigen lichaamsgewicht
- combinatie met uithouding geeft gunstig effect
verhogen van inspiratoire spierkracht
- doelgroep
- vrouwen <60cmH2O
- mannen <80cmH2O
- <70% pred - oefenprotocol
- 2 sessies van 30 herhalingen per dag
- vaker trainen door uithoudingsspieren
- 1 sessie met supervisie per week = controle van kwaliteit
- 12 weken
- 30-50% MIP
- verhogen van weerstand afh van BORG - effect therapie
- onafh van fitheid verband met dyspneu
- verlaging van dyspneu symptomen
- klein effect op inspanningscapaciteit
- effect als add-on therapie = grote verbetering van inspanningscapiciteit
training bij exacerbaties
- effecten tijdens exacerbaties
- 1% daling quadriceps kracht per dag
- daling door inflammatie, corticosteroïden & inactiviteit
- licht spontaan herstel na exacerbatie
- nooit volledig hersel - training = verschillende opsties
- overstappen naar kleinere spiermassa vb: fietsen idpv wandelen
–> zo hoog mogelijke spierprikkel
- intervaltraining
–> intensiteit zo hoog mogelijk houden = erg licht dalen
- enkel spierkracht training
training bij comorbiditeiten
- elke comorbiditeit behandelen
- aanpassen van trainingsschema
- overlap COPD x hartfalen = intensiteit aanpassen
- overlap COPD x DMII = controle van glucose
- overlap COPD x obesitias = toch hoge intensiteit behouden
te verwachten effecten van training
- 6MWT = functionele inspanningscapaciteit
- verbetering & langdurig behoud
- geen training = verdere daling
- 50% klinisch relevant verschil = 30m
- hogere stijging na exacebratie - maximale inspanningscapaciteit & spierkracht
- maximale inspanninscapaicteit = 40% stijging van meer dan 10W
- toename op perifere & inspiratoire spierkracht - symptomen & levenskwaliteit
- 60% over 3 maand verhoging van 10+ punten in symptomen
- 40% over 3 maanden daling van 1 punt in dyspnoe - andere
- geen effect op longfunctie = enkel door medicatie
- klein effect op VO2max
- sedentaire blijft meestal behouden
–> klinische relevantie = 1000stappen per dag
pre- & postoperatieve kinesitherapie
- doel = peventie van PPC postoperatieve respiratoire complicaties
- pre-operatief
- kort = 24u
- lang = 6 weken vb: transplantaties
- geen = acuut event
- afh van pathologie - post-operatief
- kort of lang afh van hospitalisatie
- nood aan ICU intensive care unit
- met of zonder complicaties
PPC
postoperatieve respiratoire complicaties
- prevalentie
- tot 25% na majeure chirurgie
- tot 50% na hoog abdominale chirurgie
- 30 dagen mortaliteit met PPC = tot 30%
- 30 dagen mortaliteit zonder PPC = tot 3% - behandelbare complicaties
- atelectase
- pneumonie - niet behandelbare complicaties
- aspiratie pneumonitis = vloeistof in longen door onvoldoende slikreflex of slokdarm operatie
- pneuomothorax = therapie is dranaige container
- ARDS
- longembolen
ontstaan van PPC
- restrictieve longfunctiestoornis postoperatief
- afname TLC, VC met 50% & RV 20%
- door pijn, verhoogde abdominale druk & diafragma dysfunctie
- sterktste daling bij hoog-abdominale chirurgie
- gevolg = V/Q-probleem, hypoxie & verminderde sputum evacuatie - afname van sputum expectoratie
- kleinere ademhaling
- minder fysiologische zuchten
- ineffectieve hoest = achterblijven van mucus - microatelectasen tijdens chirurgie = gevormd door mechanische ventilatie
verschillende types operatie van thoracale & abdominale regio
- bypass
- sternotomie = volledig opensnijden van sternum
- MIDCAB minimal invasive direct coronary artery bypass
–> enkel voor oppervlakkige coronairen - thorax
- thoracotomie = opensnijden & ribben onfysiologisch forceren
–> vaak rugpijn na operatie
- thoracoscopie = via gaten werken - abdomen
- laparascopie
- laparatomie = verschillende niveaus van ernst
- midline = volledig
- supraumbilical midline = boven navel
–> meer risico op PPC
- infraumbiblical midline = onder navel
cyclus van ineffectieve hoest
- bewusteloosheid
- onderdrukking van hoestreflex
- mucus accumulatie
- voedingsboden voor bacteriën
- mucus wordt sputum
- koorts
- verhoging van vochtigheidsprobleem
- sputum wordt taaier
- belemmering van trilhaarfunctie
- atelectase vorming
- hypoxie/hypercapnie
- bewusteloosheid
risicofactoren voor PPC
- verhoog risico = 2 of meer van onderstaande
- 70+
- BMI boven 27
- productief hoesten
- DM
- roken & COPD - andere
- langere operatieduur = 4u+
- algemene vs lokale anesthesie
- verstoorde longfunctie
- maligniteiten
- cardiale aandoeningen
- hoog risico bij heelkunde met incisie rond thorax & bovenbuik
- hoog risico bij ingrepen op hersenen = aspiratie bij verlaagd bewustzijn
preventie van post-operatieve restipatoire complicaties
- educatie & levensstijl
- rookstop
- vermagering - tijdens chirurgie
- duur van ingreep reduceren
- minimaal invasief
- kort-werkende anesthesie
- thorcaal epidurale anesthesie
- beschermende longventilatie - na chirurgie
- luchtwegobstructie & respiratoire infectie eerst behandelen
- pijnbestrijding = intraveneus & epiduraal
- snelle mobilisatie
effecten van post-operatieve situatie op respiratoire stelsel
- hypoventilatie
- opstapeling van verdovingsmiddelen in spier & vetweefsel
- pijn = vermijden van hoest
- restrcitie van thoraco-abdominale bewegingen = banden
- vooral bij COPD - restrictief syndroom
- dysfunctie van ademhalingsspieren
- daling van VC met 50%
- hoogabdominaal tot 4 dagen
- thoracotomie tot enkeele weken - na neurochirurgie
- stoornissen in ademregulatie & ademspier functie
- slik & hoest stoornissen
- vasculaire permeabiliteit = risico op longoedeem
respiratoire effecten tijdens algemene verdoving
- stoornis ademhaling controle
- verminderde respons op CO2 & O2 niveaus
- afwezigheid van hoest
- afname van mucociliaire klaring = cellulaire dysfunctie
–> tot 2-6 dagen na operatie - afname van FRC
- daling van 10-15% van eind expiratoir longvolume
- ontspanning van diafragma
- craniaal verplaatsing van abdominale organen
- athelactase vorming na 5min anesthesie - andere
- intubatie = opheffen anatomische barrière
- stoornis in V-Q verhouding = afname dode ruimte & shunt fractie
onderdelen therapie van PPC
- pre-operatief
- educatie
- IMT training
- prehabilitation - post-operatief
- respiratoire kinesitherapie
- vroegtijdige mobilisatie
educatie voor PPC
- onderzoek
- Patiënt = preoperatieve patiënten
- Interventie = brochure + 30min educatie door kinesitherapeut & ademhalingsoefeningen
- Controle = informatie brochure
- Outcome = ontwikkelen van PPC binnen 14 dagen - effect
- controle = risico van 25%
- interventie = risico van 10%
- subanalyse = beter bij 65- & ervaren kinesitherapeuten - conclusie
- 30min preoperatief = weinig tijd maar hoog efficient
- veel beter als post-operatief = minder aandacht van patiënt door analgesie, pijn & nausea
IMT training
- inhoud
- optrainen diafragma om achteraf minder dysfunctie te hebben
- ademhalings oefeningen zijn makkelijker aan te leren preoperatief - gevolgen
- lagere incidentie van PPC (pneumonie)
- zowel bij majeure als hoog abdominale ingrepen
prehabilitation
- doel
- post-operatief zal functioneel minimum altijd dalen
- pre-operatief verhogen
- effect op complicaties onduidelijk
- enkel mogelijk bij geplande operaties waarbij voldoende tijd voor trainingsprogramma is - pre-long transplantatie
- erg lage longfuncties = reden voor transplantatie
- training erg moeilijk
- gebruik van korte intervallen = erg laag ventilatoir plafond - trainingsprogramma longtransplantatie
- 3 weken
- 5-6x per week
- 30sec-sec aan 100%Wmax
- lagere borgscores bij interval training
- lagere hoeveelheid unintended brakes
respiratoire kinesitherapie
- ademhalingsoefeningen
- volume rekruterend = abdominaal & thorcaal
- huffen & hoesten
- manuele thorax-adominale compressie
- endotracheale aspiratie indien nodig
- ondersteuning van operatie wonde - incentive spirometrie
- patient = na thoracale chirurgie
- controle = trage inspiratoire manoevres & gefoceerde expiraties
- interventie + incentive spirometrie
- outcome = FRC dagelijks meten tot dag 5 postoperatief & PPC
- effect = geen verschil op ziekenhuisduur, FRC & PPC
ERAS
- early mobilisaties after surgery
- vroegtijdige mobilisatie
- multidiciplinair
- daling in PPC & daling in spierkracht zoveel mogelijk tegengaan
- hospitalisatie tijd verminderen
–> meest significante interventie van alles - onderdelen
- preoperatief = educatie, nutritie & rookstop
- operatief = minimaal invasief
- postoperatief = vroegtijdige mobilisatie, nutritie & optimale analgesie - multidiciplinair
- kine = 30m wandelen in de gang op dag 1
- zo snel mogelijk zelf eten
…
intensive care unit-acquired weakness
- algemeen
- symetrische spierzwakte in ledematen & respiratoire spieren
- neuromusculaire dysfunctie zonder mogelijk etiologie anders dan ziekte & bijhorende therapie
- 50% van patienten
- negatieve korte & lange termijn complicaties