Tp série 7 Flashcards
strijden
streed - streden - gestreden - lutter
strijken
streek - streken - gestreken - repasser
treden
trad - traden - getraden - marcher (abstrait)
treffen
trof - troffen - getroffen - toucher
trekken
trok - trokken - getrokken - tirer/aller
Vallen
viel - vielen - gevallen - tomber
vangen
ving - vingen - gevangen - attraper
Varen
voer - voeren - gevaren - naviguer
vechten
vocht - vochten - gevochten - se battre
verdwijnen
verdween - verdwenen - verdwenen - disparaître
vergelijken
vergeleek - vergeleken - vergeleken - compaper
vergeten
vergat - vergaten - vergeten - oublier
verliezen
verloor - verloren - verloren - perdre
vermijden
vermeed - vermeden - vermeden - éviter
verzinnen
verzon - verzonnen - verzonnen - imaginer