Topic 13 Flashcards

1
Q

Wat zijn drie manieren om naar ontwikkeling te kijken om te beslissen of het afwijkend is of niet?

A

Kijken of het statistisch abnormaal is, of het zorgt voor gevaarlijke situaties, of wanneer het ongemak veroorzaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe kun je atypisch gedrag definiëren?

A

Door te kijken naar sociale normen en leeftijdsnormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat stelt het diathese-stress model?

A

Psychopathologie ontstaat wanneer er interactie is tussen kwetsbaarheid en stressvolle gebeurtenissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn symptomen van autisme?

A

Sociale communicatieproblemen, beperkte interesses en repetitief gedrag, beperkte theory of mind, stress bij verandering, voorkeur voor het bekende, specifieke interesses

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom worden er steeds meer mensen gediagnostiseerd met autisme?

A

Verhoogde bekendheid, een ruimere definitie en we diagnosticeren sneller autisme in plaats van bijvoorbeeld een leerstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de voornaamste oorzaak van autisme?

A

Genetica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de symptomen van ADHD?

A

Inattentief: snel afgeleid, slordigheidsfoutjes, dingen niet afmaken
Hyperactief en impulsief: rusteloos zijn, moeite stil blijven zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn oorzaken van ADHD?

A

Problemen met de frontale cortex en dus executieve functies
Lagere niveaus van dopamine en noradrenaline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt ADHD behandeld?

A

Medicatie die de dopamine/noradrenaline op normale niveau’s brengt
Gedragstherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt depressie in kinderen behandeld?

A

Cognitieve gedragstherapie, effectieve opvoedingsvaardigheden leren aan de ouders, heel soms depressiva maar dat kan suicidaliteit verhogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van anorexia?

A

Een samenleving met een dun-ideaal, laag eigenwaarde, weinig serotonine, genetica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn mogelijke gevolgen van cannabisgebruik?

A

Verminderd IQ, geheugen, aandachtsvermogen, verbaal vermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat stelt het dynamic cascade model of substance use?

A

Dingen in de kindertijd kunnen via andere factoren middelenmisbruik in de adolescentie beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn beschermende factoren voor Alzheimer?

A

Hoog socioeconomische status, complex werk, goed sociaal leven, lichaamsbeweging, dieet, koffie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly