Hoofdstuk 14.1 + Topic 7 Flashcards

1
Q

Wat is een emotie?

A

Een subjectief gevoel gecombineerd met fysieke reacties, bepaald gedrag en cognitieve beoordeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn primaire emoties?

A

Basic emoties die je al bijna vanaf je geboorte hebt. Blijheid, verrassing, verdriet, walging, boosheid en angst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn secundaire emoties?

A

Emoties die komen doordat je jezelf kan vergelijken met anderen. Zoals schaamte, trots en schuld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom zijn primaire emoties handig voor de evolutie?

A

Emotionele uitingen zorgen ervoor dat er gezorgd wordt voor de baby

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is social referencing?

A

Proberen af te lezen van mensen in de omgeving welke emotie ze zouden moeten voelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is emotieregulatie?

A

Een proces waarin je je emotionele reacties monitors en aan kunt passen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe verloopt de ontwikkeling van emotieregulatie?

A

Baby’s kunnen wegdraaien van stimuli die ze niet fijn vinden, of troost zoeken. Peuters proberen de negatieve stimuli te manipuleren of leiden zichzelf af. Uiteindelijk kun je cognitief anders gaan denken over de ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is emotionele competentie?

A

Een patroon van emotionele uitingen, het snappen van emoties en emoties kunnen reguleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke twee componenten zijn nodig om je te kunnen houden aan emotional display rules?

A

Het begrip van wat de regels inhouden, weten wat je dan moet doen, en je initiële respons kunnen onderdrukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom lijken tieners emotioneler?

A

Ze hebben meer dingen om emotioneel over te zijn, ze kunnen nog niet goed hun emoties reguleren omdat de hersenen nog niet volgroeid zijn, en ze hebben andere regulatie doelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat wordt er bedoeld met dat tieners andere emotie regulatie doelen hebben?

A

Ze lijken in hun emotie te willen blijven hangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat stelt de socioemotionele selectiviteits theorie?

A

Ouderen beseffen zich dat ze weinig tijd hebben in het leven, en beginnen meer te focussen op hun emotionele behoeften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het positiviteits effect?

A

De neiging van ouderen om zich vooral te richten op positieve emoties, en die beter te onthouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een werkidentiteit?

A

De manier waarop je met je werk identificeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer doen mensen het het best op hun werk?

A

Als ze hun werk waarderen en een werkidentiteit hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn factoren die tevredenheid op het werk negatief kunnen beïnvloeden?

A

Onduidelijke rollen of verwachtingen, rol-overbelasting, rol-conflict of werk-privéleven conflict

17
Q

Wat zijn de gevolgen van werkeloosheid?

A

Het zorgt voor meer stress, en secundaire problemen (problemen die voortkomen uit de onmiddelijke effecten van werkeloosheid)

18
Q

Welke fases zitten er aan het pensioen?

A

Preretirement, het plannen voor pensioen
Honeymoon, het genieten van de nieuwe vrijheid
Disenchantment, wanneer het nieuwe eraf is
Reorganisation, een realistische maar voldoenende levensstijl ontwikkelen

19
Q

Wanneer gaat pensioen het beste?

A

Als het vrijwillig ging, diegene gezond en positief is, er genoeg financiële middelen zijn, de persoon een sociaal netwerk heeft en niet te sterke werkidentiteit had