Topic 11 Flashcards
Wat is temperament?
Een aangeboren manier om te reageren op nieuwe ervaringen, de basis van persoonlijkheid
Wat zijn de 3 verschillende soorten temperamenten?
Gemakkelijk, blij, makkelijk te troosten en met een groet eet- en slaappatroon
Traag opwarmend, moeite om aan te passen
Moeilijk, veel geagiteerd en moeilijk aan te passen
Welke 3 schalen van temperament zijn er volgens Rothbart?
Surgency/Extraversie, hoe zelfverzekerd, positief in nieuwe situaties iemand is
Negatieve affectiviteit, of iemand veel en snel negatieve emoties heeft
Effortful Control, of iemand zelfcontrole heeft
Hoe kun je temperament meten?
Door emoties uit te lokken
Welke twee soorten temperament komen uit de schalen van Rothbart?
Verlegenheid en exuberant/uitbundig
Wat houdt het verlegen temperament in?
Dat iemand geremd is in nieuwe situaties, geen disciplineproblemen heeft. Meestal neemt verlegenheid later af. Ouders moeten een duwtje geven
Wat houdt het exuberant/uitbundige temperament in?
Dat iemand goed is in nieuwe situaties, hoger risico op gedragsproblemen heeft. Ouders moeten liefdevol en rustig reageren
Wat gebeurt er in de fase autonomie vs schaamte?
Het kind wil zelf dingen gaan doen en gaat grenzen overschrijden, “gedragsproblemen” zijn normaal.
Hoe hangen de temperamenten samen met de Big Five persoonlijkheidstrekken?
Surgency met extraversie, negatief affect met neuroticisme, effortful control met conscientiousness
Wat is het volwassenheidsprincipe?
Als je ouder wordt wordt je emotioneel stabieler, vriendelijker en meer conscientieus
Hoe ontwikkelt zelfbesef?
Rond de 2 maanden snappen ze “ik”, na 6 maanden snappen ze dat andere mensen aparte wezens zijn, na anderhalf jaar herkennen ze zichzelf
Hoe test je zelfbesef?
Een rode stip op een kinds gezicht zetten en dan het kind in de spiegel laten kijken
Hoe ontwikkelt zelfbeeld?
Eerst is het erg fysiek, vanaf 8 jaar gaat het over psychische dingen en gaan ze sociaal vergelijken, in de adolescentie gaat het over abstractere dingen en zijn er meerdere “ikken” in verschillende sociale contexten
Welke 4 statussen van identiteit kun je volgens Marcia hebben?
Identiteitsspreiding, moratorium, identiteitsverwerving en vroegtijdig afgesloten
Wat is identiteitsspreiding?
Wanneer je nog geen identiteitsvragen hebt gesteld en geen commitment hebt gemaakt met een bepaalde identiteit