Thuis Flashcards
het huis
la casa
naar huis / thuis
a casa / en casa
het rijtjeshuis
la casa adosada
het huis op het het platteland
la casa de campo
het appartement
el apartamento
het appartement; de flat
el departamento
het appartement, de woning
el piso
de verdieping, de etage
la planta, el piso
de begane grond
la planta baja
het gebouw
el edificio
de architect /e
el/la arquitecto /-a
bouwen
construir
de trap
la escalera
de wand, de muur
la pared
het dak
el techo
de deur
la puerta
de voordeur
la puerta de la calle
de sleutel
la llave
op slot doen, afsluiten
cerrar con llave
het raam
la ventana
huren, verhuren
alquilar
te huur
se alquila
de huur
el alquiler
de huurovereenkomst
el contrato de alquiler
verkopen
vender
te koop
se vende
inrichten, installeren
instalar
de lift
el ascensor
de elektriciteit
la electricidad