Personen Flashcards
1
Q
meneer, mevrouw (aanhef van voornaam)
A
don / doña
2
Q
getrouwd
A
casado
3
Q
vrijgezel
A
soltero
4
Q
gescheiden
A
divorciado
5
Q
de baby
A
el bebé
6
Q
het (jonge) kind
A
el/la chico /-a
7
Q
de jongen, het meisje
A
el/la muchacho /-a
8
Q
de jongere
A
el/la joven
9
Q
de volwassene
A
el/la adulto /-a
10
Q
het geslacht
A
el sexo
11
Q
vrouwelijk
A
feminino
12
Q
mannelijk
A
masculino
13
Q
de kindertijd
A
la infancia
14
Q
de jeugd
A
la juventud
15
Q
het leven
A
la vida