Thema 7 Flashcards

1
Q

Institutionele discriminatie

A

Praktijken waarbij minderheden legaal of illegaal worden gediscrimineerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sociale identiteit

A

Identificatie met een land, religie, politieke groep etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

etnocentrisme

A

eigen etnische groep is superieur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

out-group homogeniteitsbias

A

Perceptie dat personen uit de out-group allemaal op elkaar lijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

impliciete bevooroordeling

A

negatieve stereotypering op onbewust niveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

realistische conflicttheorie

A

Idee dat beperkte middelen leiden tot conflicten tussen groepen en uitmonden in sterkere vooroordelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Contacthypothese

A

Idee dat vooroordelen afnemen als er sprake is van gelijkwaardig contact tussen groepen, waarbij beide groepen gemeenschappelijke belangen en hetzelfde doel hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

6 voorwaarden vermindering van vooroordelen door contact

A
  1. wederzijdse afhankelijkheid
  2. gemeenschappelijk doel
  3. gelijkwaardige status
  4. informeel, interpersoonlijk contact
  5. verschillende contacten
  6. sociale gelijkheidsnormen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Jigsawmodel

A

klassenopzet waarbij kinderen van verschillende etniciteit afhankelijk van elkaar zijn voor een opdracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly