Thema 1 Flashcards

1
Q

Intragroepsniveau

A

Binnen een groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Intergroepsniveau

A

Tussen groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Interpersoonlijk niveau

A

Tussen 2 personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Psychologie def

A

De wetenschap van het gedrag en de psychische processen van het individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sociale psychologie def

A

De wetenschappelijke studie naar de manier waarop gedachten, gevoelens en gedragingen van mensen worden beïnvloed door de werkelijke of imaginaire aanwezigheid van andere mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

construct

A

Hoe mensen de wereld waarnemen, begrijpen en interpreteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

determinant

A

bepalende factor in een ontwikkeling of toestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

fundamentele attributiefout

A

gedrag toeschrijven aan persoonlijkheid ipv situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Behaviorisme

A

bekrachtiging door omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gestaltpsychologie

A

subjectieve manier van waarnemen van een object (geheel is anders dan som der delen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

fenomenologie

A

Husserl. Hoe een object op een persoon overkomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Grondlegger moderne experimentele sociale psychologie

A

Kurt Lewin (antisemitisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Naïef realisme

A

Lee Ross. de overtuiging dat ieder van ons dingen waarneemt ‘zoals ze echt zijn’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sociale cognitie

A

sociale informatie gebruiken om te oordelen en beslissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

selffulfilling prophecy

A

gedragen naar verwachtingen die je hebt van iemand of jezelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hindsight bias

A

de neiging van mensen om hun vermogen om een uitkomst te voorspellen te overdrijven nadat ze te weten zijn gekomen hoe die uitkomst eruitziet

17
Q

etnografie

A

groep observeren van binnenuit zonder eigen normen en waarden op te leggen

18
Q

operationaliseren

A

vastleggen/definiëren van constructen (variabelen)

18
Q

interbeoordelaarsbetrouwbaarheid

A

de mate van overeenkomst tussen de resultaten van meerdere mensen die onafhankelijk van elkaar een dataset observeren en coderen

19
Q

analyse van archief

A

methode van observationeel onderzoek waarbij de archieven van een cultuur worden onderzocht

20
Q

onafhankelijke variabele

A

variabele die de onderzoeker verandert om te zien of die effect heeft op een andere variabele

21
Q

interne validiteit

A

alleen de onafhankelijke variabele verschilt in experimenten (en is dus de oorzaak)

22
Q

externe validiteit

A

de mate waarin de resultaten van een onderzoek gegeneraliseerd kunnen worden naar andere situaties en andere mensen

23
Q

basisdilemma van de sociaalpsycholoog

A

compromis tussen interne en externe validiteit

24
Q

fundamenteel onderzoek

A

voor kennis, niet de toepassing van de kennis

25
Q

toegepast onderzoek

A

oplossen van specifieke maatschappelijke problemen