Thema 4 Flashcards
Interdependentie
Wederzijdse afhankelijkheid
5 fasen van groepsontwikkeling
- vormfase (vormen)
- stormfase (opstand)
- normfase (eenheid)
- prestatiefase
- afsluitfase
Sociale facilitatie
De neiging van mensen om in aanwezigheid van anderen beter te presteren bij eenvoudige taken en slechter bij moeilijke taken
Social loafing
Minder hard werken in een groep dan als je dezelfde taak alleen zou moeten doen
de-individuatie
Beperkingen op gedrag worden losgelaten wanneer men zich anoniem waant (bijv. in menigte).
procesverlies
Elk willekeurig aspect van groepsinteractie dat goede probleemoplossing in de weg staat
Transactief geheugen
Het gecombineerde geheugen van een groep, dat efficiënter is dan het geheugen van de individuele leden van die groep
Groepsdenken
Hechtheid van de groep is belangrijker dan realistisch naar de feiten kijken
Maatregelen om groepsdenken te verminderen
- Blijf neutraal
- Vraag naar externe meningen
- Creëer subgroepen
- Vraag om anonieme meningen
Risky shift
risicobereidheid van groepen
groepspolarisatie
Beslissingen van groepen zijn extremer dan de beslissingen van het individu
transactionele leider
een leider die duidelijke kortetermijndoelen opstelt en mensen beloont om die doelen te bereiken
transformationele leider
langetermijndoelen nastreven
contingentietheorie van leiderschap
Effectiviteit van leiderschap is afhankelijk van hoe taak- of persoonsgericht de leider is en van de mate van controle en invloed op de groep.
sociaal dilemma
een conflict waarbij een gunstige actie voor een individu schadelijk is voor iedereen als diezelfde actie door de meeste mensen wordt gekozen