Thema 4 Flashcards

1
Q

Interdependentie

A

Wederzijdse afhankelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

5 fasen van groepsontwikkeling

A
  1. vormfase (vormen)
  2. stormfase (opstand)
  3. normfase (eenheid)
  4. prestatiefase
  5. afsluitfase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sociale facilitatie

A

De neiging van mensen om in aanwezigheid van anderen beter te presteren bij eenvoudige taken en slechter bij moeilijke taken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Social loafing

A

Minder hard werken in een groep dan als je dezelfde taak alleen zou moeten doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de-individuatie

A

Beperkingen op gedrag worden losgelaten wanneer men zich anoniem waant (bijv. in menigte).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

procesverlies

A

Elk willekeurig aspect van groepsinteractie dat goede probleemoplossing in de weg staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Transactief geheugen

A

Het gecombineerde geheugen van een groep, dat efficiënter is dan het geheugen van de individuele leden van die groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Groepsdenken

A

Hechtheid van de groep is belangrijker dan realistisch naar de feiten kijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Maatregelen om groepsdenken te verminderen

A
  1. Blijf neutraal
  2. Vraag naar externe meningen
  3. Creëer subgroepen
  4. Vraag om anonieme meningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Risky shift

A

risicobereidheid van groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

groepspolarisatie

A

Beslissingen van groepen zijn extremer dan de beslissingen van het individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

transactionele leider

A

een leider die duidelijke kortetermijndoelen opstelt en mensen beloont om die doelen te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

transformationele leider

A

langetermijndoelen nastreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

contingentietheorie van leiderschap

A

Effectiviteit van leiderschap is afhankelijk van hoe taak- of persoonsgericht de leider is en van de mate van controle en invloed op de groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

sociaal dilemma

A

een conflict waarbij een gunstige actie voor een individu schadelijk is voor iedereen als diezelfde actie door de meeste mensen wordt gekozen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Integratieve oplossing

A

oplossing voor conflict waarbij partijen op bepaalde punten compromissen sluiten (beide inleveren op punten die voor de persoon onbelangrijk zijn en voor de andere partij juist belangrijk)