Thema 5 Flashcards
Attitude
Een evaluatie van een attitudeobject zoals mensen, voorwerpen en ideeën
Tripartitemodel van attitudes
- affectief (gevoel)
- Cognitief (gedachten)
- gedragsmatig (gedrag)
Impliciete Associatietest (IAT)
test om impliciete attitudes te achterhalen
attitudetoegankelijkheid
vaak de snelheid waarmee de betrokkene kan zeggen wat hij van een object vindt (snel= hoge toegankelijkheid)
theorie over gepland gedrag
Gepland gedrag is te voorspellen op basis van;
1. attitudes tegenover het specifieke gedrag
2. subjectieve normen
3. inschatting van de mate van controle over het gedrag
Persuasieve communicatie
een overtuigende boodschap
elaboration likelihood-model
2 routes informatieverwerking die tot attitudeverandering kunnen leiden: cenrale route en perifere route. En gevolgen van de genomen route op attitudeverandering
centrale route naar overtuiging
als mensen gemotiveerd zijn en grondig aandacht kunnen besteden aan argumenten (duurzamer)
perifere route naar overtuiging
als mensen geen aandacht kunnen of willen besteden aan argumenten en daardoor oog hebben voor de oppervlakkige verwerking
sleeper effect
als na verloop van tijd de informatie uit een weinig betrouwbare bron overtuigender wordt (inhoud wordt soms langer onthouden dan de boodschapper)
heuristisch-systematisch model van overtuiging
2 manieren om persuasieve communicatie te laten leiden tot attitudeverandering: systematisch verwerken of gebruik maken van heuristieken
subliminale boodschappen
woorden of beelden die niet bewust worden waargenomen maar die wellicht wel invloed hebben op onze oordelen
stereotypedreiging
de angst die leden van een minderheidsgroep voelen dat hun gedrag een cultureel stereotype bevestigt
Attitude-inentingstechniek
Mensen wapenen tegen pogingen om hun attitudes te veranderen door ze bloot te stellen aan kleine doses argumenten tegen die attitudes
Reactantietheorie
Sterke weerstand voelen voor verboden gedrag, en dan juist het verboden gedrag gaan vertonen