Thema 5 H13 Flashcards

1
Q

Wat is de meest voorkomende emotie bij gehospitaliseerde mensen?

A

Angst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is reactance?

A

Responsen van boosheid wanneer mensen zich als patiënt gecontroleerd en ingeperkt voelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is depersonalisatie? En waarom zou een arts dit toepassen?

A

Wanneer een arts de patiënt behandelt alsof hij niet aanwezig is of geen persoon is. Het zou de arts kunnen helpen minder emotioneel betrokken te raken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de 3 psychologische factoren van burnout bij gezondheidspersoneel?

A
  1. Emotionele uitputting.
  2. Depersonalisatie.
  3. Gepercipieerd onvermogen voor professioneel te kunnen zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt het copingsproces ‘blame in?

A

Een antwoord zoeken op de vraag wie er schuldig is voor de aandoening waar iemand aan lijdt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 3 aanpakken behoren tot sense of control bij het voorbereiden van patiënten op ingrepen?

A
  1. Behavioral control
  2. Cognitive control
  3. Informational control
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt Behavioral control in?

A

Methodes toepassen om discomfort te reduceren of het herstel te bevorderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt Cognitive control in?

A

Focus leggen op de voordelen van de ingreep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat meet de Minnesota multiphasic personality inventory test?

A

Psychiatrische aandoeningen door antwoord te geven op uitspraken in een waar-fout formaat. Het is bedoeld voor gehospitaliseerde patiënten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekend ‘Hysterie’?

A

De neiging hebben voor coping door ontwijking en de ontwikkeling van fysieke symptomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat meet de Millon behavioral medicine diagnostic?

A

Het is een zelfrapportage test om psychosociale factoren en issues m.b.t. beslissingen te evalueren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is ‘denial’ gedrag igv terminale ziekte en wat is het gevaar er van?

A

Ontkenning. Een veel gebruikt coping mechanisme. Nuttig wanneer er niks aan de situatie veranderd kan worden, maar kan het afscheid in de weg staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke 3 typen stress komen er voor bij terminale patiënten?

A
  1. Coping met fysieke effecten
  2. Levensstijl aanpassingen
  3. Realisatie dat het einde nadert
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de 5 fases van aanpassing aan terminale ziekte volgens Kübler-Ross?

A
  1. Ontkenning
  2. Boosheid
  3. Onderhandelen
  4. Depressie
  5. Acceptatie
    Dit hoeft niet in een vaste volgorde.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly