Thema 1 H1 + H2 Flashcards
Definitie van ‘gezondheid’ volgens de WHO.
Een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken.
Veranderingen in de 19e eeuw m.b.t. ziektes.
Ontstaan van nieuwe ziektes, zoals Tuberculose. Vanaf toen ook ontstaan van preventieve maatregelen zoals een verbeterde persoonlijke hygiëne, betere voeding en waterzuivering en riolering.
Benoem de gevolgen van industrialisering.
Meer blootstelling aan stress en schadelijke stoffen.
Doodsoorzaken kinderen en adolescenten.
Voornamelijk door ongevallen. Daarnaast door moord, zelfmoord, kanker en aangeboren afwijkingen.
Wat is Trephination?
Vroegere culturen maakten gaten in de schedel om op die manier demonen te laten ontsnappen. Er werd geloofd dat fysieke en mentale ziekte werd veroorzaakt door mystieke krachten.
Wat houdt de humoral theory van Hypocrates in?
Het lichaam bevat vier vloeistoffen (humors) waarvan de verhouding in evenwicht moet zijn om gezond te zijn. Een ziekte treedt op wanneer de balans tussen deze humors verstoord is.
Hoe kijkt de Griekse filosoof Plato tegen de fysiologie aan?
Het lichaam en geest zijn afzonderlijke entiteiten.
Wat houdt het Mind/body probleem in?
Dat het lichaam en geest conceptueel wel gescheiden kunnen worden, maar de vraag is of deze afzonderlijk kunnen functioneren.
Wat heeft dr. Galen uit Rome ontdekt?
Ziektes in het lichaam kunnen gelokaliseerd worden. En dat verschillende ziektes verschillende uitwerkingen op het lichaam hebben.
Wat verteld René Descartes ons?
Dat het lichaam als een machine werkt en communiceert met de geest via de pijnappelklier. De geest verlaat het lichaam bij het overlijden en dieren hebben geen geest.
Wat houdt het Biomedisch Model in?
Alle ziektes en fysiologische stoornissen kunnen uitgelegd worden als storingen in fysiologische processen door verwondingen, bacteriële infecties, virale infecties of biochemische onevenwichten.
Wat ontbreekt er in het Biomedisch model?
De persoon als uniek individu.
Uit welke 2 categorieën bestaan de risicofactoren voor het ontwikkelen van ziekte?
Biologisch of door gedrag.
Geef de definitie van het begrip ‘persoonlijkheid’.
Iemands cognitieve (opnemen van kennis), affectieve (betrokkenheid/emoties) en gedragsneigingen die relatief stabiel blijven over tijd en situaties.
Sigmund Freud ontwikkelde de psychoanalyse, wat houdt dit in?
Dat symptomen voort kunnen komen uit onbewuste emotionele conflicten, ook wel ‘conversion hysteria’ genoemd.
Wat is Behavioral medicine?
Een interdisciplinair veld met invloeden uit de psychologie, sociologie en diverse takken van de geneeskunde. Het verondersteld dat menselijk gedraag voortkomt uit 2 types van leren: klassieke conditionering en operante conditionering.
Wat is Klassieke conditionering?
Een geconditioneerde stimulus lokt door associatie een respons uit.
Wat is Operante conditionering?
Door consequenties van beloning en straf wordt er een verandering van gedrag veroorzaakt.
Wat houdt biofeedback in?
Een vorm van operante conditionering, waarbij fysiologische processen, b.v.b. bloeddruk, door een persoon zelf wordt opgevolgd om hier controle over te krijgen.
Benoem de 4 doelstellingen van de gezondheidspsychologie.
- De promotie en het behoud van gezondheid.
- Het voorkomen en behandelen van ziekte.
- Het identificeren van oorzaken en diagnostische verbanden tussen gezondheid, ziekte en gerelateerde dysfuncties.
- Analyse en verbetering van gezondheidssystemen en beleid.