Thema 2 H5 Flashcards

1
Q

Wat is coping?

A

Een proces waarmee mensen de waargenomen discrepantie tussen de eisen en resources die ze ervaren in een stressvolle situatie trachten te managen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de 2 functies van coping?

A
  1. Het probleem wat stress veroorzaakt aanpakken.
  2. De emotionele respons t.o.v. het probleem reguleren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Benoem de 2 manieren van emotiegerichte coping.

A
  1. Cognitieve benadering: hoe men denkt over een situatie, het probleem herdefiniëren of zelfs ontkennen.
  2. Gedragsbenadering: gebruik van middelen, sociale steun zoeken bij vrienden, afleiding zoeken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt probleemgerichte coping in?

A

De eisen van een stressvolle situatie reduceren of de middelen om ermee om te gaan vergroten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

4 problemen in het patroon van mensen bij het gebruik van verschillende coping methodes.

A
  1. Mensen zijn consistent in de manier waarop ze met een stressor omgaan.
  2. Mensen gebruiken zelden slechts één methode om met een stressor om te gaan.
  3. Methodes voor korte termijn stressors zijn anders dan die voor langere termijn stressors.
  4. Genetische invloed in het gebruik van copingstijlen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is proactive coping?

A

Inspanningen leveren die stress voorkomen of minimaliseren, meestal probleemgericht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt er verstaan onder de grootste psychologische hulp voor het verbeteren van persoonlijke controle?

A

Het verhogen van de self-efficay en het verlagen van de passiviteit en helplessness.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet stress management?

A

het is een programma van gedrags- en cognitieve technieken wat ontworpen is om psychologische en lichamelijke reacties op stress te reduceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe werkt het medicijn Benzodiazepine?

A

Het activeert een neurotransmitter die zorgt voor een afname aan neurale transmissie in het centraal zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe werken de medicijnen Beta-blockers?

A

Die blokkeren de activiteit in het perifere zenuwstelsel en worden gebruikt bij het onderdrukken van angst en bloeddruk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is desensitisatie?

A

Een proces van klassieke conditionering die aangeleerd gedrag omkeert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is Biofeedback?

A

Een techniek waarbij directe feedback wordt gegeven over lichaamsprocessen zoals b.v.b. de bloeddruk. Vorm van operante conditionering. Helpt om persoon een gevoel van controle te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is hypothese testing?

A

Voorbeeld van cognitieve therapie waarbij een valse overtuiging als hypothese wordt aanvaard en er bewijs voor wordt gezocht in het dagelijks leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waaruit bestaat stress-inoculation training?

A
  1. Leren over de aard van stress en hoe mensen hierop reageren.
  2. Gedrags- en cognitieve vaardigheden verwerven.
  3. Coping vaardigheden oefenen met echte en ingebeelde stressoren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kan Type-A gedrag aangepakt worden?

A

Programma van spierontspanning, cognitieve herstructurering en stress inoculatie. Daarnaast zouden bètablokkers helpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly