Thema 3 - Persoonlijke Aandacht bij de Verzorging Flashcards

1
Q

Wat zijn de 4 redenen om te eten en te drinken?

A
  1. Gezond blijven
  2. Eigen smaak kennen
  3. Leren keuzes maken
  4. Plezierig om aan tafel te zitten (sociale competenties)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vanaf welke leeftijd kan een baby bijvoeding krijgen?

A

Vanaf zes maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Op welke 2 wijzes kun je bijvoeding geven aan een baby?

A
  1. Gepureerd eten

2. Rapley-methode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel eetmomenten op een dag voor een baby tot een kleuter?

A

7

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Op welke manier wordt de zintuiglijke ontwikkeling gestimuleerd met eten bij een baby to een kleuter?

A

Ruiken, likken, proeven en voelen van het eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Op welke 6 punten moet je letten bij het samen tafelen met baby’s tot kleuters?

A
  1. Dwing een kind niet te eten, kinderen moeten naar hun eigen lichaam leren luisteren
  2. Zorg voor een gezellige, rustige sfeer (niet laten onderbreken)
  3. Zorg dat je zelf rustig bent als je aan tafel gaat
  4. Bereid van tevoren zoveel mogelijk voor, zodat je zo min mogelijk op hoeft te staan tijdens het etenmoment
  5. Ben sensitief-responsief, ofwel haast je niet en volgen het kind en wordt volledig door hem vertrouwd (totaal gevoel door een contactmoment)
  6. Respecteer de autonomie van het kind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er vanaf de kleutertijd als je het eten teveel opdringt?

A

Kinderen gaan het niet lekker vinden. Vaak ontstaat er dan weerstand bij de kinderen en wordt het minder prettig voor hem aan tafel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoeveel bekers drinken heeft een kind vanaf de kleutertijd per dag nodig?

A

5-7 bekers, dat is ongeveer 1 liter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat stimuleert voorbeeldgedrag vanaf de kleutertijd? (Voeding)

A

Goede eetgewoonten, als tafelmanieren, het voeren van een gesprek aan tafel, de rust nemen om te kauwen en aandacht te geven aan elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de 5 regels bij de schijf van vijf?

A
  1. Eet gevarieerd
  2. Eet niet teveel en beweeg voldoende
  3. Eet minder verzadigd vet (onverzadigd vet is gezonder)
  4. Eet veel groente, fruit en brood
  5. Eet veilig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de 5 pedagogische basisdoelen?

A
  1. Het bieden van een veilige omgeving aan kinderen
  2. Het bevorderen van de persoonlijke competenties van kinderen
  3. Het bevorderen van de sociale competentie van kinderen
  4. Het bevorderen van de morele competentie
  5. De overdracht van normen en waarden (socialisatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Op welke 4 manieren kun je de motorische ontwikkeling stimuleren?

A
  1. Aanmoedigen elkaar te imiteren
  2. Ruimte geven voor herhalen en oefenen en niet te hoge eisen stellen
  3. Zone van naaste ontwikkeling
  4. Eerst te helpen en daarna zelf te laten doen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat leer je kinderen met vaste rituelen en duidelijke regels? (Voeding)

A

Je leert kinderen spelenderwijs om op een goede manier met voeding om te gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een morele competentie bij het eten?

A

Samen aan tafel gaan en respect hebben voor elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen een voedselallergie en voedselintolerantie?

A

Bij een voedselallergie is er een directe reactie die heel heftig of zelfs levensbedreigend kan zijn. Maar bij een voedselintolerantie is de reactie minder duidelijk. Het kan dan bijvoorbeeld om buikpijn of hoofdpijn gaan die later ontstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef voorbeelden van een voedselallergie

A

Melk, eieren, pinda’s, noten, vis en schaaldieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarom zijn eetsituaties binnen de jeugdzorg een belangrijk onderdeel van de dagelijkse routine?

A

Zorgen voor structuur en voorspelbaarheid. Markeren meestal een volgend dagdeel. Vaak vaste plaats van aan tafel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe biedt je emotionele veiligheid en geborgenheid bij een baby en/of kind?

A

Bij die momenten, als een toiletbezoek of luierverschonen, je volledig richten op het kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Noem 4 punten van de ontwikkeling van een baby 0-1 jaar

A
  1. Een positief zelfbewustzijn, met een goed gevoel over jezelf, begint wanneer je door anderen respectvol aangeraakt wordt
  2. Als jij op een goede manier reageert op de signalen die een baby uitzendt, dan stimuleer je de baby om met je in contact blijven
  3. Een baby is snel gekalmeerd als er snel op het huilen wordt gereageerd
  4. Als de behoefte van een baby is vervuld, zal deze zich gehoord voelen en bouwt vertrouwen op in mensen
20
Q

Noem 3 kenmerken van de ontwikkeling van dreumesen en peuters van 1-4 jaar

A
  1. Leren zichzelf aan te kleden en dat zij soms moeten rusten, voordat zij weer verder kunnen spelen
  2. Dreumes: gpwer bepaalt bedtijden, afgestemd met ouders. Ontwikkel een ritueel
  3. Met 4 jaar kunnen ze eigen billen schoonmaken met wc papier
21
Q

Wat zijn de 4 basis communicaties bij een intiem lijfelijk contact bij de verzorging?

A
  1. Sensitieve responsiviteit
  2. Respect voor autonomie
  3. Uitleggen en praten
  4. Structuur en rituelen
22
Q

Hoe handel je bij sensitieve responsiviteit bij intiem lijfelijk contact bij de verzorging?

A

Je vertelt steeds wat je gaat doen, zodat het kind weet wat er aan gaat komen. Je bent geduldig en je laat het initiatief bij het kind. Je reageert op signalen van vermoeidheid of ontlasting. Je verwoordt wat je ziet of ruikt en onderneemt actie. Als er bijzonderheden zijn, dan signaleer je die en handel je daar vervolgens naar.

23
Q

Hoe handel je bij respect voor autonomie bij intiem lijfelijk contact?

A

Als een kind iets wil doen, merk je dat direct. Probeer deze zelfstandigheid te ondersteunen.

24
Q

Hoe handel je bij uitleggen en praten bij intiem lijfelijk contact?

A

Je kunt alles benoemen wat je ziet. Zo ontstaan vaak spontane gesprekjes en geef je het kind de kans om zelf te praten. Benoemen van gevoel is belangrijk, zodat hij niet alleen zijn lichaam leren kennen, maar ook wat in hem leeft.

25
Q

Hoe handel je bij structuur en rituelen bij intiem lijfelijk contact?

A

Herhalingen, rituelen en voorspelbaarheid zijn heel belangrijk voor een kind om zich veilig te kunnen voelen. Vaste volgorde van handelingen zorgen voor een gemakkelijk actief zelf meedoen. Denk ook aan rituelen en het eigen tempo.

26
Q

Welke 4 dingen moet baby tot kleuter nog leren en ontwikkelen?

A
  1. Zelfbesef
  2. Samenwerken
  3. Zindelijk worden
  4. Zelf gaan slapen
27
Q

Hoe komt zelfbesef tot uiting bij een baby tot kleuter?

A

Bewustwording dat hij een apart persoon is met eigen behoeften. Ze weten en voelen zelf wat er in het lichaam gebeurd, en kunnen meer zelf hun eigen leven gaan beheersen. Op het moment dat deze zelfstandigheid erkend wordt, kan het kind groeien.

28
Q

Hoe kan samenwerken tot uiting komen in de ontwikkeling van baby tot kleuter?

A

Intiem lichamelijk contact tijdens het verschonen, naar bed brengen en naar het toilet gaan vraagt om een bewuste afstemming op het kind. Kinderen leren om zichzelf aan en uitkleden daar met je samen te werken.

29
Q

Hoe komt zindelijk worden tot uiting in de ontwikkeling van baby tot kleuter?

A

De beheersing van de sluitspier is afhankelijk van de neurologische ontwikkeling van kinderen. Je vertelt een kind dat het aan het poepen of plassen is. Je geeft woorden aan de gebeurtenissen die plaatsvinden. Kinderen leren daardoor hoe ze er zelf ook woorden aan kunnen geven.

30
Q

Hoe ontwikkelt het zelf gaan slapen van baby tot kleuter?

A

Vanuit nature geven kinderen gemakkelijk toe aan signalen van slaap die ze van binnenuit krijgen. Bereid ze voor door het inzetten van vaste rituelen en gewoontes, zodat ze tot rust komen.

31
Q

Noem voorbeelden van persoonlijke verzorging op de BSO waar je als gpwer mee te maken kan krijgen?

A

Er kunnen ongelukken voorkomen bij de jongsten.
Oudere meisjes kunnen voor het eerst ongesteld worden (kan ze een onzeker gevoel geven (schaamte))
Ongelukjes tijdens de menstruatie

32
Q

Welke 5 seksuele ontwikkelingen ken jij?

A
  1. Seksualiteit
  2. Echte verliefdheid
  3. Seksuele voorkeur
  4. Echte seks
  5. Afstemming binnen team
33
Q

Wat is het verschil tussen een jonge en oudere kinderen wanneer het aankomt op seksualiteit?

A

Jonge kinderen herkennen een gevoel dat ze in hun lichaam hebben. Oudere kinderen geven woorden en alles over het lichaam (geslachtsdelen, gevoelens, verschillen jongen en meisje). Benoem wat kinderen met elkaar doen en help bij het stellen van grenzen van seksueel getint gedrag (recht op privacy).

34
Q

Vanaf welke leeftijd en hoe herken je echte verliefdheid?

A

Vanaf een jaar of 10 (en soms ook jonger) ontstaat er een nieuw gevoel in het lichaam door veranderende hormonen. Ze kijken stiekem een keer eens naar een filmpje op internet waar seksualiteit in te zien is en levert vaak gevoel van onzekerheid op. Veranderende lichaam: schaamhaar, okselhaar, groeiende geslachtsdelen, borsten/baard- snorharen.

35
Q

Wat is de gemiddelde leeftijd voor echte seks?

A

16,7 jaar is gemiddeld de eerste keer seks

36
Q

Hoe stem je af binnen je team over het onderwerp seksuele ontwikkeling?

A

Zorg dat je van elkaar weet hoe je omgaat met seksuele vorming. Weet hoe je ouders informeert en wat je tegen ze zegt.

37
Q

Welke vragen kun je stellen met respect over de seksuele beleving tussen jongeren?

A
  • beide kiezen bewust voor intimiteit/seksualiteit met elkaar?
  • doen kinderen/jongeren elkaar pijn?
  • grote groepen kinderen/jongeren versus een?
  • bewust hoe iemand anders seksualiteit ervaart?
38
Q

Beide kiezen bewust voor intimiteit/seksualiteit met elkaar?

A

Het leeftijdsverschil of het verschil in seksuele ontwikkeling kan ervoor zorgen dat er geen sprake is van gelijkwaardigheid. Ook het verschil in mondigheid kan ervoor zorgen dat de één over de ander de baas speelt. Het is dan moeilijk om na te gaan of er sprake is van onvrijwilligheid, maar in feite is dat wel zo.

39
Q

Doen kinderen/jongeren elkaar pijn?

A

Is er sprake van een sfeer waarin ze toe kunnen geven dat het pijn deed of dat het niet fijn was? Of heerst er een sfeer van stoer doen? Geef als pwer een grens aan. Leg uit dat het niet OK is als je elkaar pijn doet. Het kan zijn dat ze juist denken dat het ruw hoort te gaan bij seksualiteit.

40
Q

Grote groep kinderen/jongeren versus één?

A

Als de druk van de groep ervoor zorgt dat het onveilig is, is er begeleiding nodig. Dit geldt zowel voor degene die de groepsdruk ervaart als voor de groepsleden die druk zetten. Vaak vinden deze processen volledig onbewust plaats. Breng onder woorden wat je ziet bij voorkeur een-op-een en hou als ware een spiegel voor.

41
Q

Bewust hoe iemand anders seksualiteit ervaart?

A

Hoe weet een jongen wat fijn is voor een meisje? Wat kan een meisje de eerste keer verwachten? En is hij zich bewust van haar eigen grenzen en zelfs die aangeven? Misschien willen zij hun interesse in seksualiteit en de vragen die zij over seksualiteit hebben wel met een volwassene delen en wie kunnen ze daar in vertrouwen?

42
Q

Hoe reageer jij bij grensoverschrijdend seksueel gedrag?

A

Jij beslist of er verdere stappen worden genomen, op basis van een een-op-een gesprek met beide personen. Het is belangrijk om dichtbij te blijven en met beide het gesprek aan te gaan.

43
Q

Wat is het vierogenprincipe?

A

Er kan altijd een andere volwassene meekijken of luisteren met een medewerker in de kinderopvang (nog niet verplicht voor de BSO en jeugdzorginstellingen)

44
Q

Wat is het vierogenbeleid?

A

Hier in wordt het vierogenprincipe beschreven. Dit kan een protocol ongewenste intimiteiten, een protocol grensoverschrijdend gedrag of een gedragscode kinderen en seksualiteit zijn.

45
Q

Wat is de invloed van een oudercommissie op het vierogenbeleid?

A

De oudercommissie moet op de hoogte worden gesteld van de maatregelen die bedacht zijn om ervoor te zorgen dat pedagogisch medewerkers en andere medewerkers elkaar kunnen zien en horen. Minimaal één keer per jaar is hier over overleg. Zij hebben adviesrecht en kunnen de invulling van het vierogenprincipe goed of afkeuren.

46
Q

Hoe komt een open aanspreekcultuur tot uiting?

A
  • met elkaar blijven praten
  • we elkaar aanspreken als iemand niet doet wat afgesproken is
  • waardering uitspreken naar elkaar als iemand wel doet wat afgesproken is
  • er iets van zeggen als je een onderbuik gevoel hebt dat er iets niet klopt