Thema 1 - Mijn Beroep Flashcards
Voor welke organisaties kun je werken als gespecialiseerd pedagogisch medewerker?
Kinderopvang als kinderdagverblijven, BSO’s, peuterspeelzalen, voorscholen, gastouder
Kindcentra: brede school en integraal kindcentra (IKC)
Gespecialiseerde opvang: gespecialiseerde BSO’s, kgespecialiseerde gastouders
Oudere kinderen: logeerhuizen, opvanghuizen voor jongeren, schippersinternaten, blijf-van-mijn-lijfhuizen, zorgboerderijen
Noem 3 kenmerken van een kinderdagverblijf
- Verzorging van kinderen is je belangrijkste taak
- Observatiemethodes bij problemen in de ontwikkeling
- Corrigeren op vriendelijke en sensitieve manier
Welke 2 soorten kinderdagverblijven zijn er?
- Heledagopvang
2. Flexibele opvang
Welke 2 soorten groepen heb je bij de kinderdagverblijven?
- Horizontaal: kinderen van dezelfde leeftijd bij elkaar
2. Verticaal: verschillende leeftijd bij elkaar
Noem 2 voordelen van een horizontale groepen en 1 nadeel
Voordelen: sneller vriendjes maken en makkelijker activiteiten aanbieden
Nadeel: onder rust bij wisseling van groep
Noem 3 voordelen van een verticale groep en 1 nadeel
Voordelen: de broers en zusjes zitten bij elkaar, geen wisselingen van de groep en het leren van oudere kinderen
Nadeel: het gemis van leeftijdsgenootjes
Welke twee formaten kinderdagverblijven ken je?
Kleinschalige kinderdagverblijven, die blijven bewust klein met een verticale groep van kinderen
Onderdeel van een grotere organisatie met meerdere locaties met een peuterspeelzaal, BSO of gastouderopvang
Noem een voordeel en een nadeel van een kleinschalig kinderdagverblijf
Voordeel: het is persoonlijk
Nadeel: de kwaliteit is minder goed te controleren
Wat is het verschil tussen een formele en een informele kinderopvang?
Een formele kinderopvang is een BSO en een gastouder opvang en informele kinderopvang zijn opa’s en oma’s. Het verschil zit in de professionaliteit versus het eigen netwerk.
Noem drie kenmerken van de peuterspeelzaal
- Een paar dagdelen per week om te spelen en om nieuwe dingen te leren
- Het helpt bij hun ontwikkeling: vrij spelen en georganiseerde activiteiten
- Het heeft een signalerende functie: in de gaten houden hoe het met de kinderen gaat
Wat is een VVE-programma?
Dit is een programma waarbij extra aandacht aan de (taal)ontwikkeling van peuters wordt gegeven. Er wordt geprobeerd de ontwikkelingsachterstand te voorkomen en schoolkansen te bevorderen.
Noem 7 VVE-programma’s
Piramide, Kaleidoscoop, Startblokken, Uk & Puck, Speelplezier, Sporen en Doe meer met Bas
Waar worden VVE-programma’s gegeven?
Peuterspeelzalen, voorscholen en kinderdagverblijven
Wat is een doorgaande leerlijn?
Een programma met een onderdeel voor peuters en een onderdeel voor kleuters zodat het programma blijft doorlopen en op elkaar aansluit. Het leerproces zet door in de andere ontwikkelingsfase.
Noem drie kenmerken van de BSO
- Na school komen kinderen eten drinken spelen en meedoen met activiteiten
- Het is vrije tijd, ze hoeven dus geen dingen te doen die met school te maken hebben
- Nagaan of kinderen specifieke ondersteuningsbehoeften nodig hebben en huiswerkbegeleiding
Wat houdt de wet passend onderwijs van augustus 2014 in?
Scholen hebben hierdoor een zorgplicht. Op het moment dat ouders en kind aanmelden bij een school wordt er naar het ondersteuning’s profiel van de school gekeken. Dit profiel geeft aan welke extra begeleiding de school te bieden heeft. Als de school de zorg niet kan bieden moeten school uitzoeken waar wel. Als die mogelijkheid er niet is gaan kinderen gewoon naar de reguliere school. Er is meer hulp bij speciaal onderwijs.
Noem drie kenmerken van een gespecialiseerde BSO
- Individuele en groepsbegeleiding aan kinderen die het lastig vinden om met andere kinderen om te gaan of dat volwassenen bepaalde zaken voor ze bepalen
- Je werkt samen met iemand met een hbo-opleiding
- Het begeleidingsplan is in samenwerking met school en eindverantwoording bij orthopedagoog of GZ-psycholoog
Omschrijf de 4 clusters
Cluster 1 blind en slechtziend
Cluster 2 doof en slechthorend
Cluster 3 moeilijk lerend
Cluster 4 moeilijk opvoedbaar
Noem drie kenmerken van de gastouderopvang
- Verbonden aan gastouderbureau of -centrale
- Officieel beroep: minimaal niveau 2, VOG voor jezelf en huisgenoten
- Bepaalt zelf de werktijden
Voor welke kinderen is er speciale gastouderopvang?
Voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben
Welke 2 kindcentra kennen wij?
- Brede school
2. Integraal kindercentrum (IKC)
Noem 3 kenmerken van de brede school
- Je werkt intensief samen met andere organisaties die zich ook met kinderen bezighouden
- Door samen te werken, wil een brede school de ontwikkelingskansen van kinderen vergroten
- Verschillende werkplekken binnen een grote overkoepelende school
Noem 6 doelen van de brede school
- Kinderen ontwikkelingskans bieden
- Zorgen voor een doorgaande lijn tussen de kinderopvang in de school door met dezelfde methode te werken en informatie uit te wisselen
- De samenwerking tussen verschillende organisaties verbeteren
- Kinderen meer laten sporten en bewegen
- Ouders meer betrekken bij de opvang en het onderwijs
- Opvoedingsondersteuning en ouders geven