Thema 3

Question 1

hulpmiddelen

Answer 1

appliances ; apparatus ; device ; set

Question 2

mooi meegenomen

Answer 2

nice bonus

Question 3

brochure

Answer 3

zelfst.naamw.
Uitspraak: [brɔʃˈyrə]
Verbuigingen: -s (meerv.)

blaadje of boekje met informatie - booklet, brochure, leaflet

Question 4

voldoet aan norm

Answer 4

meets standard

Question 5

winst

Answer 5

de

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: [wɪnst]
Verbuigingen: -en (meerv.)

1) geld dat je overhoudt als je van de opbrengst de kosten aftrekt - gain, profit, secure
iets met winst verkopen - sell something with profit
netto winst - netto profits
uitdrukking Tel uit je winst!

2) voordeel - win, gain, pull
stemmenwinst - electoral gain

Question 6

verzuimen

Answer 6

werkw.
Uitspraak: [vər’zœymə(n)]
Verbuigingen: verzuimde (verl.tijd ) heeft verzuimd (volt.deelw.)

(iets wat je hoort te doen) niet doen - miss, neglect, omit
je plicht verzuimen - neglect one’s duty / skip on one’s obligations
Hij verzuimde te scoren. - He failed to score. / He missed the opportunity

Question 7

aanpakken

Answer 7

werkw.
Uitspraak: [ˈanpɑkə(n)]
Verbuigingen: pakte aan (verl.tijd ) heeft aangepakt (volt.deelw.)

1) met de handen pakken wat je aangeboden wordt - take, grab, clutch
Wil je die stapel boeken even aanpakken? - Do you want to grab this pile of books over there?

2) maatregelen nemen tegen - proceed against, deal with, handle
milieuovertredingen aanpakken - deal with the problem of breaching environmental laws

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking van aanpakken weten

4) deel van de uitdrukking:
uitdrukking (iemand) hard aanpakken

Question 8

introductie

Answer 8

de
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: [ɪntroˈdʏksi]
Verbuigingen: -s (meerv.)

1) keer dat iets of iemand geïntroduceerd (1-4) wordt - introduction, show, launching
Er stonden lange rijen bij de introductie van i-Phone. - There were long lines of people at the launching of i-Phone.
introductiedagen voor aankomende studenten - open days for future students
uitdrukking ter introductie

2) leerboek voor beginners - introduction
een introductie in de astrologie - Introduction to Astrology

Question 9

uitvoeren

Answer 9

werkw.
Uitspraak: [ˈœytfurə(n)]
Verbuigingen: voerde uit (verl.tijd ) heeft uitgevoerd (volt.deelw.)

1) (handelswaar) naar het buitenland verkopen - export

2) doen of maken op een van te voren bepaalde manier - carry out, execute, perform
een in rood leer uitgevoerd exemplaar - a sample done in red leather
een taxatie laten uitvoeren - have an assessment carried out

3) aan een publiek laten zien of horen - perform, show, deliver
een concert uitvoeren - perform at a concert

4) bezig zijn - do, be busy with
Kleine deugniet, wat voer jij daar uit? - You, little rascal, what are you doing there?
uitdrukking geen klap uitvoeren

Question 10

in gang zetten

Answer 10

set-up ; setting-up

Sorry, maar we moeten alles snel ingang zetten.

I’m so sorry to do this to you, but we need to work fast.

Question 11

evalueren

Answer 11

werkw.
Uitspraak: [evalyˈwerə(n)]
Verbuigingen: evalueerde (verl.tijd ) heeft geëvalueerd (volt.deelw.)

een situatie achteraf beoordelen - evaluate, assess post factum

Question 12

dwang

Answer 12

de

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: [dwɑŋ]

wat je doet om iemand iets te laten doen wat hij of zij niet wil - coercion, compulsion
dwangarbeid - forced labour
onder dwang medicijnen toedienen - compulsory medication

Question 13

aan toekomen

Answer 13

get around to.

Of heeft u geen zin om maanden te wachten voordat zij hier aan toekomen?
Or perhaps you don’t feel like waiting months before they can get around to it?

Question 14

kampioenschap

Answer 14

het
championship

Question 15

vaklieden

Answer 15

iem. die zijn vak grondig ken

professionals

「vaklieden」はオランダ語で「職人たち」や「専門家たち」を意味する複数形の単語です。単数形は「vakman」で、特定の技術や技能を持つ人を指します。例えば、建築や電気工事など、専門知識や技術を持っている人々の集団を指す際に「vaklieden」という言葉が使われます。

例文:
We hebben vaklieden nodig om het huis te renoveren.
（家を改装するために職人たちが必要です。）
このように、技術職の集団を指すときに使われます。

Question 16

uitwerken

Answer 16

werkw.
Uitspraak: [ˈœytwɛrkə(n)]
Verbuigingen: werkte uit (verl.tijd ) heeft uitgewerkt (volt.deelw.)

iets dat al in grote lijnen bestaat, nauwkeuriger maken - work (something) out, elaborate
Dit is nog maar een voorlopige versie die ik nog moet uitwerken. - This is just a draft, I still have to work on it.

Question 17

beoordeling

Answer 17

assessment, review, evaluation

Question 18

netheid

Answer 18

de

gentility, neatness, tidiness, cleanness

Question 19

bevorderen

Answer 19

werkw.
Uitspraak: [bəˈvɔrdərə(n)]
Verbuigingen: bevorderde (verl.tijd ) heeft bevorderd (volt.deelw.)

1) proberen te zorgen dat iets beter, groter enz. wordt - further, promote
een schoner milieu bevorderen - promote cleaner environment

2) hoger maken in rang - further, promote, boost
een leerling bevorderen naar de tweede klas - boost a student up to the second grade
bevorderd tot kapitein - promoted to Captain

「bevorderen」はオランダ語で「促進する」「促す」「推進する」といった意味の動詞で、物事がスムーズに進むように支援したり、進展を助けるニュアンスを持っています。目的が達成されやすくなるように積極的に働きかける場合に使われます。

類語との比較
Stimuleren

意味: 「刺激する」「活気づける」
ニュアンス: 外部からの刺激やインセンティブを与えて、何かをより活発にさせることに焦点を当てています。「bevorderen」と似ていますが、直接的に「活気づける」というニュアンスが強いです。
例文: De overheid stimuleert gezond eten.（政府は健康的な食事を促進している。）
Verbeteren

意味: 「改善する」
ニュアンス: 「改善」に焦点を当てており、物事の質や状態をより良いものにするという意味で使われます。「bevorderen」とは異なり、具体的な改良や改善を行うというニュアンスが強いです。
例文: Ze willen de werkplaats verbeteren.（彼らは職場環境を改善したい。）
Ondersteunen

意味: 「支援する」「サポートする」
ニュアンス: 直接的に助けたりサポートしたりする意味で、何かを推進するために支援することです。「bevorderen」は推進そのものに力点が置かれる一方、「ondersteunen」は補助的な意味合いが強くなります。
例文: Ze ondersteunen het project met extra middelen.（彼らは追加の資金でプロジェクトを支援している。）
Versterken

意味: 「強化する」
ニュアンス: 特定のものを強くする、または影響力を増すようにすることを指します。「bevorderen」は全体的な進展に焦点がある一方、「versterken」は何かの強度や影響力を増すことに焦点を当てています。
例文: Ze willen de band tussen de twee landen versterken.（彼らは二国間の関係を強化したい。）
例文での「bevorderen」
Bevorderen van duurzame energie is belangrijk.
（持続可能なエネルギーの促進は重要です。）

Ze werken samen om de gezondheid van werknemers te bevorderen.
（彼らは従業員の健康を促進するために協力しています。）

まとめ
「bevorderen」は、何かの進展や成長を支援・促進するニュアンスがあり、他の類語と比べて、全体の流れをスムーズにすることに重点があります。類語の「stimuleren」は活発化、「verbeteren」は改善、「ondersteunen」は補助、「versterken」は強化というニュアンスで、それぞれの文脈に応じて使い分けられます。

Question 20

vakmanschap

Answer 20

het
expertise, craftsmanship, skilled labour

Question 21

boekhouder

Answer 21

de
accountant

Question 22

bekwaam

Answer 22

bijv.naamw.
Uitspraak: [bəˈkwam]

goed in je vak of je werk - accomplished, capable, competent
een bekwame arts - licensed doctor

Question 23

heilig in gelooft

Answer 23

believe very strongly

Omdat u er heilig in gelooft dat als de speler een mes pakt, het niet illegaal zou mogen zijn om zijn arm vast te pakken.

Iets waar je heilig in gelooft, of dat nu armoede, honger, vervuiling of vrouwenrechten is.

Question 24

ga ervoor

Answer 24

go for it

Ontspan gewoon en ga ervoor, oke.

Question 25

iets van maken

Answer 25

make sth out of it

Nu moeten wij er iets van maken.

Forensics might be able to make something of it.

Question 26

collectie

Answer 26

de

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: [kɔˈlɛksi]
Verbuigingen: -s (meerv.)

verzameling van (kostbare of zeldzame) dingen die bij elkaar horen - collection, array
een mooie collectie schilderijen - a beautiful collection of paintings
fotocollectie - photo collection

Question 27

rund

Answer 27

het
zelfst.naamw.
Uitspraak: [rʏnt]
Verbuigingen: -eren (meerv.)

dier met hoorns en hoeven - cow, cattle, beef
koeien en buffels zijn runderen - cows and buffalos are cattle
uitdrukking bloeden als een rund

Question 28

geiten

Answer 28

goats

Question 29

ritme

Answer 29

het
zelfst.naamw.
Uitspraak: [ˈrɪtmə]
Verbuigingen: -n, -s (meerv.)

regelmaat waarmee iets zich herhaalt, vooral van geluid - beat, rhythm
muziek met een meeslepend ritme - music with a captivating beat

Question 30

archief

Answer 30

het

zelfst.naamw.
Uitspraak: [ɑrˈxif]
Verbuigingen: -chieven (meerv.)

1) verzameling oude teksten, documenten enz. - archives, records
het archief raadplegen - refer to the archives
het archief beheren van iemand - maintain archives for someone
het fotoarchief - photo archives

2) plaats waar men oude teksten en documenten enz. bewaart - Archives

Question 31

focussen

Answer 31

focuste
gefocust

Hij probeerde zijn ogen op hem te focussen, maar hij stond te dichtbij, het bleven twee dezelfde schrijvers die weigerden in elkaar te vloeien.

Question 32

productiviteit

Answer 32

de

the productivity

Question 33

gegeven zijn

Answer 33

are given

Question 34

rotzooi

Answer 34

zelfst.naamw.
Uitspraak: [ˈrɔtsoj]

1) allerlei dingen zonder orde bij elkaar - mess, trash, junk
Ik heb geen zin om jouw rotzooi op te ruimen. - I got no wish to clean up your trash.

2) waardeloze spullen bij elkaar - waste, trash, rubbish
Dat is geen Rolex, dat is nagemaakte rotzooi uit China. - That’s not a Rolex, it’s a cheap imitation junk from China.

Question 35

nadien

Answer 35

later ; then ; subsequently ; next ; after ; afterwards ; since ; post hoc

Question 36

van profiteren

Answer 36

profiteerde
heeft geprofiteerd

Verbeter serviceniveaus, beheer veranderingen en profiteer van opkomende technologieën.

-Improve service levels, manage change, and take advantage of emerging technologies.

Question 37

op gemoed

Answer 37

mind on

Daarom, vestig uw gemoed op Mij, en laat uw intellect op Mij alleen vertoeven door meditatie en contemplatie.

-Therefore, focus your mind on Me, and let your intellect dwell upon Me alone through meditation and contemplation.

Question 38

loopbaan

Answer 38

de
career

His political career has been fraught with some controversies.

Hoe maak je van je sollicitatie nou een succes? Daarover praat ik met loopbaancoach Hiel Terpstra, welkom!

Question 39

aannemen

Answer 39

werkw.
Uitspraak: [ˈanemə(n)]
Verbuigingen: nam aan (verl.tijd ) heeft aangenomen (volt.deelw.)

1) ontvangen wat je aangeboden wordt - accept, receive, take-on
een postpakket aannemen - sign for a parcel
uitdrukking de telefoon aannemen
uitdrukking een boodschap voor iemand aannemen

2) goedkeuren - accept, grant, pass
een wetsvoorstel aannemen - vote/pass a bill

3) denken dat iets juist is - assume, expect, presume
Ik neem aan dat hij goed thuisgekomen is. - I expect he got home safely.
uitdrukking voor kennisgeving aannemen

4) (personeel) in dienst nemen - accept, hire, employ

5) deel van de uitdrukking:
uitdrukking een kind aannemen

Question 40

er sprake is van concurrentie.

Answer 40

However, this does not automatically mean that there is sufficient competition.

En het woord ‘markt’ betekent dat er sprake is van concurrentie.

Question 41

omgaan

Answer 41

werkw.
Uitspraak: [ˈɔmxan]
Verbuigingen: ging om (verl.tijd ) is omgegaan (volt.deelw.)

contact hebben met - hang around with, have contact with
Hij gaat om met de verkeerde vrienden - He is hanging out with the wrong friends

Question 42

toelichten

Answer 42

Uitspraak: [ˈtulɪxtə(n)]
Verbuigingen: lichtte toe (verl.tijd ) heeft toegelicht (volt.deelw.)

uitleg geven over - explain, illustrate, expound on
een antwoord toelichten - expound on an answer
iets met voorbeelden toelichten - illustrate something with examples
iets nader toelichten - give further information

Question 43

het punt is

Answer 43

Maar weet je wat het punt is? Ik zal je vertellen

Question 44

verantwoord

Answer 44

bijv.naamw.
Uitspraak: [vərˈɑntwort]

goed overwogen en veilig - reliable, safe, sound
Met deze storm is het niet verantwoord te gaan zeilen. - It’s not safe to go sailing with this storm.
een juridisch verantwoorde beslissing - a juridically sound decision

Question 45

het zal wel

Answer 45

it’s probably

No, I think it’s probably harder for you in some ways.

Question 46

benadering

Answer 46

de

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: [bəˈnadərɪŋ]
Verbuigingen: -en (meerv.)

deel van de uitdrukking:
uitdrukking bij benadering

approximation ; approach ; estimate ; estimation

Nou ja, ik raad mensen aan om daar een andere benadering in te kiezen.

Question 47

aandoen

Answer 47

werkw.
Uitspraak: [ˈandun]
Verbuigingen: deed aan (verl.tijd ) heeft aangedaan (volt.deelw.)

1) (kleding) aan je lichaam doen - get into, get on, put on
een rok aandoen - put on a skirt

2) zorgen dat iets werkt - get into/on, put on, light up
de kachel aandoen - light up a stove

3) zorgen dat iemand iets naars meemaakt - cause, bring on/into
iemand verdriet aandoen - cause someone grief

4) de genoemde indruk maken - strike as, come on as, appear as if
De warmte doet aangenaam aan. - It is quite pleasantly warm.

5) onderweg bezoeken - go to, stop by/at, land at
een haven aandoen - call in at a port

En misschien is het wel verstandiger om meer aan ‘u-marketing’ te gaan doen.