Thema 2: Biomedische Factoren Flashcards
Welke soorten biomedische factoren zijn er?
-Genetica: subdiscipline vele microparadigma’s relevant binnen ontwikkelingspsychologie
-Noxen: schadelijke omgevingsimpact op biologische lichaam
–>Fysisch, chemisch, microbiologisch, psychosociaal
Wat zijn kenmerken van genetica als biomedische factor?
-Individu
-Individueel genoom is uniek
-Transactioneel model: continue wisselwerking doorheen tijd
-Polygenetische overerving meest frequent bij psychopathologie
-Quasi alle menselijke kenmerken zijn gedeeltelijk erfelijk
-Moleculaire genetica
-Vertaling naar fenotype
-Specificiteit vs gemeenschappelijkheid
Waarom is de aanmaak van proteïnen belangrijk?
-+/- 21000 genen voor aanmaak
-Bouw alle celstructuren, inclusief zenuwstelsel
-Aanmaak functionele eiwitten nodig voor aanmaak alle chemische stoffen die rol spelen in lichaam
Welke invloed heeft DNA op ontwikkeling?
-Hersenontwikkeling
-Ontwikkeling stresssysteem
-Lichaamsontwikkeling
Hoe past genetica binnen het transactioneel model?
-Continue wisselwerking doorheen tijd
-Niet iedereen gelijk aan start
-Op elk moment in ontwikkeling legt genetica “grenzen” op
Welke soorten polygenetische overerving zijn er?
-Chromosomaal
-Monogenetisch
-Polygenetisch: additief, multiplicatief, epistatisch
Wat is erfelijkheid?
-Mate waarin variantie voor bepaald kenmerk in bevolking bepaald wordt door genetische verschillen
-2 * (rMZ - rDZ)
Wat zijn voorbeelden van gedeeltelijk erfelijke menselijke kenmerken?
-Positieve emotionaliteit: .50
-Negatieve emotionaliteit: .44
-Artistieke interesse: .39
-Sociabiliteit: .37
-Politieke oriëntatie: .40
Wat is het voorbeeldonderzoek van online gedrag bij 16-jarigen?
-Kiezen online engagement gedeeltelijk conform genetische achtergrond
-Maar: unieke omgeving wel meeste invloed
Wat zijn voorbeelden van erfelijkheid van kinderpsychiatrische beelden?
Erfelijkheidscoëfficiënt zegt niets over erfelijkheid van aandoening bij 1 specifiek individu
-Autisme: .90
-Schizofrenie: .80
-ADHD: .70
-Intelligentie: .60
-Depressie: .40
-Angststoornis: .30
Wat is moleculaire genetica?
-Zoektocht naar specifieke genen geassocieerd met psychopathologie
-Voorbeeldonderzoek: ADHD
Wat is het voorbeeldonderzoek naar moleculaire genetica bij ADHD?
-Bevindingen niet altijd gerepliceerd
-Meerdere genen geassocieerd met ADHD
-Slechts gedeeltelijke overlap tussen genen geassocieerd met ADHD bij kinderen en volwassenen
-Niet altijd duidelijk wat betekenis is in pathogenese
Hoe gebeurt de vertaling van genetica naar fenotypes?
-Genetische codes vertalen zich in aanpak celstructuren en functionele eiwitten, die lichamelijke structuren en functies bepalen
-Voor gedrag, cognities en emoties vormen hersenen belangrijk substraat, naast hypothalamo-hypofysiaire bijnieras en parasympatisch en orthosympatisch zenuwstelsel
-Bij ontwikkeling psychopathologie onderzoek op endofenotypes (biomarkers): intermediaire fenotypes met meer directe link onderliggende genetische variatie dan uiteindelijk observeerbaar gedrag
–>Genotype => endophenotype => fenotype
-Endophenotypes
-Assumpties
Wat zijn endophenotypes?
-Niet direct zichbaar, wel meetbaar
-Meer stabiele, directe link met genotype
-Verwijzend naar onderliggende mechanismen: link met genotype en gedragsfenotype
-Voorbeeld: neurotransmissie, neuroconnectiviteit/neuroanatomische verschillen, neurofunctionaliteit, neuropsychologische functionaliteit
Welke assumpties zijn er voor fenotypes/endophenotypes?
-Endophenotype differentieert accurater
-Onderliggende monogenetische variatie: mogelijks reden waarom endophenotypes (nog) niet helemaal aan verwachtingen tegemoetkomen
Wat is specificiteit vs gemeenschappelijkheid?
-Gedragsbeelden consistent onderling gecorreleerd, zowel fenotypisch als genotypisch
-Gemeenschappelijke p-factor onderliggend als 1 kwetsbaarheidsdimensie met veel fenotypes gecorreleerd
-p-factor hoog-erfelijk: 60%
Wat zijn noxen?
-Schadelijke omgevingsimpact op biologisch lichaam
-Eenmalige beschadigende effecten
-Beschadiging door herhaalde of chronische inwerking op biologische systemen
Welke soorten noxen zijn er?
-Fysische noxen
-Chemische noxen
-Microbiologische noxen
-Psychosociale noxen
Wat zijn kenmerken van fysische noxen?
-Mechanisch, temperatuur, straling, stroom
-Bv trayma capitis: impact op internaliserend (.43) en externaliserend gedrag (.35)
-Bv neonatale hypoxie: impact op neurocognitie
Wat zijn kenmerken van chemische noxen?
-Verontreiniging, voeding, medicatie, gif
-Industrieel afval en luchtvervuiling, pesticides, uitlaatgassen (CO(2)), etc.
–>Bv impact zware metalen (lood, PCB) op cognitieve ontwikkeling
–>Bv impact dieseluitlaatgassen op IQ
–>Bv PFAS lucht- en bodemverontreiniging
–>Bv kleurstoffen en bewaarmiddelen in voeding
Wat zijn kenmerken van microbiologische noxen?
-Infectieus: bacteriën, virussen, parasieten, schimmels
-Bv: congenitale rode hond infectie
-Bv: virale of bacteriële encefalitis (reden vaccinatie bof, mazelen, rubella)
Wat zijn kenmerken van psychosociale noxen?
-Stress, trauma
-Bv: impact vroegkinderlijk trauma op hersenontwikkeling: meerdere theoretische modellen en mechanismen
Welke theoretische modellen en mechanismen zijn er voor de impact van vroegkinderlijk trauma op hersenontwikkeling?
-Neurotoxische stresstheorie: meerdere varianten
-Diathese-stress hypothese
Wat is de neurotoxische stresstheorie?
-Trauma veroorzaakt schade: kleinere hippocampus (geheugen)
-Trauma veroorzaakt (beschermende) sensoriële veranderingen met verlaagde gevoeligheid
–>Verbale mishandeling: acoustische cortex
–>Getuige huiselijk geweld: visuele cortex
–>Seksueel misbruik: somatosensorische aanpassingen genitale regio
-Trauma beïnvloedt neuro-endocrien stresssysteem: verlaagde of verhoogde HPA-as reactiviteit
-Trauma beïnvloedt automatische reacties op bedreiging (reactiviteit): verlaagd of verhoogd