Thema 1: De Werkplek Flashcards
Wat zijn de 3 deelgebieden van A&O-psychologie?
› Arbeidspsychologie
› Personeelspsychologie
› Organisatiepsychologie
Wat is de rol van arbeidsdeskundige?
> werkplekken en taken te analyseren
medewerkers te begeleiden op het gebied van gezondheid en welzijn op het werk.
De arbeidsdeskundige geeft bijvoorbeeld inzicht in kernkenmerken van werkplekken,
prestaties en beoordelingen van medewerkers en oorzaken van werkbelasting. Ook
zoekt de arbeidsdeskundige naar oplossingen op het gebied van belasting en
belastbaarheid, passend werk en re-integratie.
Wat zijn 2 belangrijke aandachtsgebieden in de A&O psychologie?
- Wetenschappeliljk onderzoek naar de menselijke kant van organisaties
- Toepassing van principes en bevindingen van dit onderzoek.
DUS: sterk evidence based
Wat is het verschil tussen de oorspronkelijke industriële psychologie en de huidige organisatiepsychologie?
Indusriële dacht vooral vanuit een managementperspectief en zag personeel als een human resource.
Organisatiepsychologie voegde daar aandacht voor menselijke relaties en het welzijn van werknemers aan toe.
Wat is de definitie van A&O psychologie?
Arbeids- en organisatiepsychologie is een relatief klein maar snel groeiend werkveld
binnen de psychologie dat zich bezighoudt met de ontwikkeling en toepassing van
wetenschappelijke principes op de werkplek.
Wat is een functieanalyse?
Functieanalyse is een methode om functies en de functievereisten te beschrijven.
Wat zijn de 3 kenmerken van een functieanalyse?
Een functieanalyse heeft drie kenmerken:
› De procedure is systematisch.
› Een functie wordt in kleinere eenheden verdeeld.
› De analyse leidt tot een geschreven product.
Wat is het verschil tussen de functiegeoriënteerde analyse en de persoonsgeoriënteerde analyse?
De functiegeoriënteerde analyse richt zich op de bij de functie horende taken,
de persoonsgeoriënteerde analyse houdt zich bezig met de vereisten waaraan een persoon
moet voldoen om een functie te kunnen vervullen.
Hoe voer je een functieanalyse uit?
Kan op verschilende manieren en met verschillende methoden worden gedaan. Het doel van de analyse bepaalt welke benadering het meest geschikt is.
Bij een functieanalyse kunnen taken hiërarchisch ingedeeld worden, waarbij steeds kleinere onderdelen van een functie worden beschreven.
Brannick beschrijft een hiërarchie met vijf niveaus. Welke vijf?
- Positie: police officer
- Plicht: enforce law
- Taak: arrest suspects who violate the law
- Activiteit: driving to a suspect’s house to perform an arrest
- Element: place key in ignition to start engine
Meestal heeft een werknemer één positie. Bij een aanstelling hoort een aantal plichten. Een
plicht omvat meerdere taken, die bestaan uit verschillende activiteiten, die weer bestaan uit
meerdere elementen.
De persoonsgeoriënteerde functieanalyse zorgt voor een beschrijving van de eigenschappen
waarover iemand moet beschikken om een functie te kunnen vervullen.
Hoe worden deze eigenschappen aangeduid?
Als KSAO: Knowledge (kennis), Skills (vaardigheden), Ability (geschiktheid), Other personal characteristics (persoonskenmerken die relevant zijn voor de
functie en niet bij de andere drie eigenschappen onder te brengen zijn ).
Wat zijn veel voorkomende toepassingen van functieanalyses? (11x)
Carrièreontwikkeling:
Omschrijven van KSAO’s voor bevordering
Juridische zaken:
Tonen van relevantie van KSAO’s voor functie
Beoordeling:
Opstellen van beoordelingscriteria
Werving en selectie:
Omschrijven van vereisten aan sollicitanten
Training:
Voorstellen voor nascholing
Salariëring:
Vaststellen van salarisniveaus
Efficiëntie en veiligheid:
Vaststellen van functies voor efficiëntie en veiligheid
Functieclassificatie:
Groeperen van gelijkwaardige functies
Functiebeschrijving:
Beschrijving van functies
Functieontwerp:
Vaststellen van functie-inhouden
Planning:
Voorspellen van toekomstige personeelsbehoeften
De meeste informatie komt uit vier mogelijke bronnen. Welke?
Welke twee bronnen worden gezien als materiedeskundigen (subject matter experts, SME’s)?
Hoe wordt informatie vergaard?
functieanalisten, geschoolde
observanten, de werknemers en leidinggevenden.
De laatste twee
Het vergaren van de informatie kan op verschillende manieren gebeuren, zoals door het zelf
uitvoeren van de werkzaamheden, door het observeren ervan, door gesprekken met SME’s
en door SME’s vragenlijsten te laten invullen. Elke manier heeft zijn voor- en nadelen. In de
praktijk worden vaak meerdere manieren gecombineerd.
Wat is een prestatiebeoordeling?
Prestatiebeoordeling is het systematisch beoordelen en waarderen van het
functioneren van medewerkers, aan de hand van daarvoor ontwikkelde
beoordelingsmethoden.
De meeste gebruikte procedures om iemands functioneren te beoordelen vallen uiteen in welke 2 categorieën?
objectieve en subjectieve maten.
Objectieve maten betreffen aantallen
(bijvoorbeeld van het aantal dagen dat iemand afwezig is) en resultaten (bijvoorbeeld van
maandelijkse verkopen).
Subjectieve maten verschaffen beoordelingen door mensen die in
staat zijn iemands prestatie op waarde te schatten, zoals leidinggevenden. Beide soorten
maten zijn nuttig, maar geven niet altijd dezelfde uitkomsten.
Wat zijn de voordelen van objectieve maten voor het beoordelen van iemand’s functioneren? (4x)
En nadelen?
Voordelen:
- Het is relatief gemakkelijk de betekenis van de metingen te interpreteren.
- Het gemakkelijk de metingen te vergelijken met die van anderen in een vergelijkbare functie.
- Objectieve metingen kunnen direct aan organisatiedoelstellingen gekoppeld worden.
- Tenslotte, objectieve maten worden vaak al door de organisatie bijgehouden, zodat een afzonderlijk systeem voor beoordeling niet nodig is.
Nadelen:
- Veel van de maten passen niet bij alle
functies. - Ook is niet altijd duidelijk welk cijfer staat voor een bevredigend functioneren.
- Bovendien kunnen de data vervuild of inaccuraat zijn.
Wat is het meest populaire subjectieve meetinstrument om iemand’s functioneren te beoordelen?
Grafisch beoordelingsformulier.
Het formulier richt zich op kenmerken van de persoon of van zijn functioneren. De werknemer
wordt gemeten op verschillende relevante prestatiedimensies, op bijvoorbeeld een vier- of
zevenpuntsschaal met waarden van ‘slecht’ tot ‘uitstekend’
Wat zijn gedragsgerichte beoordelingsformulieren (=subjectief meetinstrument om iemand’s functioneren te beoordelen)?
Noem 3 voorbeelden?
Richten zich op vertoond gedrag, of gedrag dat verwacht mag worden. Gedragingen komen overeen met verschillende prestatieniveaus. Het is aan de beoordelaar om te bepalen welk gedrag karakteristiek is voor de beoordeelde.
Drie verschillende gedragsgerichte beoordelingsformulieren zijn
1) de Behaviorally Anchored Rating Scale, BARS
(dit instrument definieert responskeuzen in gedragstermen en is opgebouwd uit
afzonderlijke schalen voor verschillende dimensies),
2) de Mixed Standard Scale, MSS:
dit instrument voorziet de beoordelaar van een lijst met gedragingen die variëren in effectiviteit
en is opgebouwd uit meerdere dimensies)
3) de Behavior Observation Scale, BOS
(dit instrument bevat items die zijn gebaseerd op critical incidents (die staan voor effectief dan
wel ineffectief handelen), waarbij de beoordelaar met een percentage aangeeft hoeveel tijd
de beoordeelde aan het betreffende gedrag besteedt).
In welke 4 stappen worden gedragsgerichte formulieren ontwikkeld?
› Stap 1: het uitvoeren van een functieanalyse om specifieke functiedimensies vast
te stellen.
› Stap 2: het beschrijven van effectief en ineffectief presteren op basis van critical
incidents.
› Stap 3: het toewijzen van beschrijvingen aan functiedimensies door goed
geïnformeerde personen.
› Stap 4: het beoordelen van de effectiviteit van de beschrijvingen door goed
geïnformeerde personen.
Welke 4 stappen kent een beoordelingsproces volgens de modellen?
Welke stappen kunnen door schema’s worden beïnvloed?
Leidt dit tot onjuiste beoordelingen?
- Het waarnemen van het functioneren
- Het opslaan van informatie over het functioneren in het geheugen
- Het ophalen van deze informatie uit het geheugen
- Het vertalen van de informatie in beoordelingen.
Allevier.
Niet noodzakelijk. In veel opzichten vereenvoudigt het gebruik van schema’s het proces .
Een van de uitgangspunten bij de modellen van beoordelingsprocessen is dat mensen schema’s of referentieraamwerken gebruiken bij
het interpreteren en organiseren van hun ervaringen.
Wat zijn 2 bekende shema’s?
Stereotype en prototype
Wat betekenen within-form en across-form wat betreft vooroordelen en fouten in beoordelingsprocessen?
within-form: binnen het beoordelingsformulier
van één persoon
across-form: gerekend over beoordelingsformulieren van meerdere personen
Verscheidene onderzoekers zijn van mening dat beoordelaars beter in
staat zijn om te beoordelen op XXX functioneren dan op functioneren op XXX XXX.
- globaal
2. afzonderlijke dimensies