Thema 1: 1.6 Flashcards
Wat zijn 3 kenmerken van de humanistische benadering?
- Persoonlijke BEWUSTE BELEVING van het individu voorop
- Gedrag in HIER-EN-NU begrijpen in context van subjectieve beleving van de realiteit, meer dan oorzaak
- BEGRIJPEN (Verstehen) van gedrag van mensen, meer dan oorzaak-gevolgverklaring zoeken
Wat houdt de holistische theorie in?
- Mens als totaal aan de orde
- Toekomstgericht: gedrag begrijpen vanuit zijn intentie
Beschrijf 3 eigenschappen van een fully functioning person (Carl Rogers 1959)
- OPENheid, sensitiviteit, spontaniteit
- VERTROUWEN in zichzelf, eigen mogelijkheden en die van anderen
- GEVOELSWERELD (creatief en gediffereniteerd) + GENIETEN
Beschrijf het autonomie-aspect
- Mens is vrij om zelf richitng aan zijn/haar leven te geven (tot op zekere hoogte)
- Zal zich onder normale omstandigheden ontwikkelen tot een sociaal voelend en handelend individu
Noem 3 aspecten van de fenomenologische benadering
- Persoon functioneert als EENHEID, georganiseerd geheel van op elkaar afgestemde functies
- INNERLIJK PERSOONLIJK REFERENTIEKADER: gedrag is functie van alomvattende geheel aan gevoelens, percepties, betekenissen en herinneringen waar de persoon zich bewust van is
- BELEEFDE WERKELIJKHEID
Noem 2 aspecten van intentioneel handelen
- ZINGEVING
- EXISTENTIALISME
Noem 2 aspecten van zelfverwerkelijking en zelfregulering
- GROEIEN
- ZELFACTUALISATIE
Wat houdt de nuancering voor menselijke soort in? (Eisenga & Wijngaarden, 1991)
Menselijk leven voltrekt zich binnen een sociale context en speelt zich af binnen een perspectief van heden, verleden en toekomst; stelt grenzen aan de vrijheid om zélf te kiezen
Wat wordt bedoeld met bewuste beleving?
- ‘WEET HEBBEN’ van wat er aan denken en voelen in jezelf omgaat, met de mogelijkheid dat te verwoorden en delen; kenmerk mens
- ZELFREFLECTIE: nadenken over het eigen functioneren en er een oordeel over kunnen vormen
Welke 4 uitgangspunten heeft Rogers?
- Mens moet in staat worden geacht om zelf zijn problemen op te lossen (geen slachtoffer van problemen); doel van therapie: client ONDERSTEUNEN zichzelf te ontwikkelen
- GELIJKWAARDIGE relatie therapeut en client; therapeut als tijdelijke metgezel op het levenspad van de client
- EXPERIENTIELE PSYCHOTHERAPIE: gevoelsaspecten beter integreren in het denken en alledaagse handelen van client ipv streven naar inzicht in achtergronden van persoonlijk functioneren
- Aandacht van therapeut moet primair uitgaan naar de HUIDIGE situatie en TOEKOMST client
Wat wordt verstaan onder non-directive therapy?
Uitgangspunten impliceren een aantal zaken die de therapeut vooral niet moet doen, zoals het geven van adviezen en het beoordelen of interpreteren van het gedrag van de client
Wat zijn 2 kenmerken van client-centered therapy
- CONGRUENTIE: therapeut moet zichzelf zijn, open en eerlijk in de relatie met de client; moet client onvoorwaardelijk kunnen accepteren en met positieve waardering tegemoet treden
- EMPATHIE: zich op invoelende wijze in het interne referentiekader van de client (willen) verdiepen
Welke 2 menselijke informatieverwerkingssystemen worden onderscheiden? (Wexler & Rice, 1974)
- Wexler: therapeut als ‘surrograat-informatieverwerker’
- Rice: Evocerende taak therapeut: belevingsinhouden oproepen bij client –> bewerken/doorwerken van persoonlijke beleving rondom die gebeurtenis
Noem 2 eigenschappen van experientiele therapie (Eugene Grendlin 1978)
- Focus op innerlijke beleving
- Bewust maken van preconceptuele, lichamelijk ervaren ‘wijsheden’; gesymboliseerd in taal of anders
Noem 3 kenmerken van procesgerichte benadering (de Haas & Swildens, 1985/1988), vanuit een existentieel-fenomenologisch perspectief
- PERSOONKLIJKE MYTHE:
- ALIBI TO EXISTEREN
- KEUZEVERHINDERINGSMECHANISMEN