Testselectie Flashcards

1
Q

Cyclus

A
  1. aanmelding/vraagstelling
  2. Reflectie diagnosticus/hypothese opstellen
  3. Testselectie / toetsbare voorspellingen
  4. Afname / verwerking / bevindingen
  5. Rapportering / terugkoppeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bronnen voor operationalisatie van onderzoeken van hypothesen

A
  1. Anamnese
  2. Vragenlijsten
  3. Neuropsychologische tests
  4. Observaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Domeinen die worden getest

A

Geheugen

Aandacht

EF

Taal

Spraak

Motoriek

Tempo

Intelligentie

Visueel ruimtelijk ordenen, motoriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Keuze van de test

A

Hangt af van doel van onderzoek en type persoon
- Wat als hij/zij afatisch is bijv
- Een parese heeft

Test moet naast betrouwbaar valid ook relevant zijn
Bij te weinig data kan Lezak info geven (zelfstudie voor kritisch beoordelen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zuinigheidsprincipe

A

Het onderzoek moet niet meer bevatten dan nodig om vraagstelling te beantwoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Screening

A

Beknopt NPO, bestaat uit meerdere tests

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

herhaalde testen

A

Vaak gevraagd om beloop of herstel van een cognitieve functie in kaart te brengen. De score op d eerste test kan de latere testscore voorspellen. Als de score binnen het BI blijft, kan ervanuit gegaan worden dat de functie niet is veranderd

In NL is deze data (test-hertest) vaak beperkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rede dat 1 test niet volstaat

A

Meet vaak maar 1deelfunctie

meerdere cognitieve domeinen tegelijk gemeten met de test

Testen nodig voor falsificatie en verificatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly