Sensitiviteit en specificiteit Flashcards

1
Q

Sensitiviteit

A

= Hits / (Hits+valse negatieven)
Pakkans

Hoe hoger, hoe nauwkeuriger het detecteren van een aandoening/waar test voor is ontworpen. Meer betrouwbaarheid

Mogelijk lagere specificiteit; meer fout-positieven, minder fout negatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Specificiteit

A

= Correct negatief / (correct negatief + vals positief)
Eerlijkheid

Beter in staat om ware negatieven correct te identificeren. Minder fout-positief, meer fout negatief.

Waardevoller voor het bevestigen van afwezigheid van een aandoening, bijv wanneer fout-positief grote gevolgen heeft (behandeling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Positief voorspelde waarde

A

Welk aandeel van de populatie terecht als abnormaal is aangewezen;

= Hits / (hits + vals positief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Negatieve predictieve waarde

A

Welk aandeel van de popu is terecht als niet abnormaal aangewezen

= correct negatief / (correct negatief + vals negatief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Afkappunt bepalen

A

Afhankelijk van het doel. In een vragenlijst keken ze naar hoe groot afwijkingen moeten zijn om te spreken van MCI. Vindingen;

Er is samenhang tussen de grote van de afwijkingen en het aantal afgenomen testen. Het maakt niet uit of je 1 test afneemt of 3, zolang je de grootte van de afwijking erop aanpast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer welke kiezen

A

Klinische praktijk: vaak hoge sensitiviteit; onderkennen van een stoornis

Medicatie trial; hoge specificiteit, je wilt geen false positieve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ROC curve

A

Geeft grafisch weer wat de specificiteit en sensitiviteit is. Afkappunt van een test kan worden afgelezen

De AUC (area under the curve) wordt gebruikt als maat voor onderscheidend vermogen. Is sterk afhankelijk van gebruikte validatiegroepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly