Anamnese Flashcards

1
Q

Eerste gegevensverzameling

A

Aanvraag van het onderzoek:

  • Waar wordt naar gevraagd (onderkenning, evaluatie, verklaring, predictie of indicatie)
  • Verwijsvraag herformuleren (Duidelijke vraagstelling, rekening gehouden met behoeften/beperkingen van patiënt)
  • Informeren naar verwachtingen (Voorkomen dat deze niet kloppen, motivatie verbeteren)
  • Informed consent (wettelijk informeren van patiënt, informatie vooraf controleren)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Tweede gegevensverzameling

A

Anamnese. Doel:

  1. Verkrijgen informatie over aard, verloop en ernst
    van de klachten en gevolgen voor dagelijks leven
  2. In groter verband kunnen plaatsen aan de hand vanziektegeschiedenis en psychosociale factoren.
  3. Indruk krijgen van premorbide functioneren.
  • Sturend voor het formuleren van een vraagstelling en hypothesen.
  • Zo precies mogelijke gegevens verkrijgen over aard, verloop en ernst van klachten en gevolg in dagelijks leven
  • Gebruikt biopsychosociaal model
  • Altijd gekleurd door persoonlijkheid en cognitieve vaardigheden van patient
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Diagnostische vraagstelling

A

Vraagstellingen gericht op differentiële diagnostiek, zoals die tussen dementie en depressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijvende vraagstelling

A

Gedragsbeschrijving om bijvoorbeeld te komen tot een behandel- of begeleidingsplan op basis van een sterkte- zwakteanalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

5 type basisvraagstellingen voor verwijzing

A
  1. Onderkenning
    - Wat zijn de problemen, wat lukt en wat gaat mis?
  2. Verklaring
    - Waarom zijn er bepaalde problemen, wat houdt ze in stand?
  3. Predictie
    - Hoe zullen de problemen zich in de toekomst ontwikkelen?
  4. Indicatie
    - Hoe kunnen de problemen verholpen worden?
  5. Evaluatie
    - Zijn de problemen voldoende verholpen als gevolg van interventie?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Halo-effect

A

Wanneer de clinicus klachten of symptomen verondertelt die er in werkelijkheid niet zijn doordat hij zichzelf onbewust op het verkeerde been zet.

Bijv. wanneer een clinicus lage intelligentie verwacht op basis van verzorging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Diagnostische hulpmiddelen

A

Dossierstudie; Wat weet je al van de patient, wat is vastgesteld door andere medici (voorgeschiedenis)

Anamnese / hetero-anamnese (Klachten, wensen/verwachtingen, kennismaking, observatie)

Screeningsinstrumenten / Interviews

vragenlijsten

Observatie

Functie tests

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Heteroanamnese

A

Met toestemming perspectief van naasten krijgen. Kan heel informatief zijn voor bijv beloop en bij gebrek aan ziekte-inzicht. Ook interactie tussen de twee is van belang

Soms lastig;
- Niet durven zeggen in zelfde ruimte (apart is mogelijk probleem voor toestemming)
- Gegevens komen niet overeen/discussie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly