terminologie Flashcards
tenesmus
loze aandrang (bv door tumor die als ontlasting voelt)
prognostische factoren
factoren die wat zeggen over het natuurlijke beloop van de ziekte
predictieve factoren
zeggen wat over het effect van de behandeling
hemoptysis
bloed ophoesten
karnotsky performance scale
staat van de patient, op basis van conditie en co-morbiditeit, bepaald hoe en of de patient wordt behandeld
de sluis
middelen met groot financieel risico of hoge prijs
trombopenie
bloedingsneiging
neutropenie
infectie, door tekort aan neutrofielen
invasie
tumor dringt omringende weefsel binnen, doorbraak door basaalmembraan
metastasering
tumor cel wordt door lichaam getransporteerd en ergens anders wordt een nieuwe tumor gecreëerd
intravasatie
Verplaatsing of binnendringen van cellen in de bloedbaan of lymfe baan
extravasatie
tumorcel treed de bloedbaan of lymfebaan uit
EMT
epitheliale mesenchymal transitie
epidemiologie
bestuderen van voorkomen en verspreiden van ziekte onder de bevolking
OS
absolute overleving
DFS
ziekte vrije overleving
RS
relatieve overleving§
stochastisch
opeenstapeling van mutaties
transitie
vervanging van base door andere
transversie
omkering van base paar
insertie
toevoeging van base
deletie,
verwijdering van base
translocatie
verplaatsing van DNA segment van een chromosoom naar een ander
amplificatie
vermeerderen van DNA segment
numeriek afwijking
meer/minder chromosomen dan normaal
kiembaan mutatie
mutatie die in gezonde cellen van het weefsel zitten
synthetische letaliteit
Als je de manier van repareren door een tumorcel remt dan gaan de cellen dood
cytokenese
deling van het plasma - einde van telefase begin anafase
chemotripsis
chromosoom wordt helemaal uit elkaar gehaald en weer terug in elkaar gezet
gen amplificatie
meerder kopieën van een chromosoom, gen komt meerder keren voor
gen amplificatie
meerder kopieën van een chromosoom, gen komt meerder keren voort
telomeer
DNA repeat aan uiteinde van chromosoom ter bescherming, wordt bij replicatie afgebroken
hayflick limit
signaal van telomeer dat die te kort wordt
kinetochore
Centromeren hebben een kinetochore waaraan de kinetochore microtubuli’s van de centrosomen binden
chronofarmacokinetiek
hoe gedragen medicijnen zich op verschillende tijdstippen van de dag in het lichaam
proliferatie
omhoogkomen van nieuwe cellen die zijn ontstaan uit stamcellen
senescence
cell stopt met delen maar gaat niet dood
caspases
protease die eiwitten afbreken
monoclonale antistoffen
antistoffen die worden geproduceerd door klone plasma cellen, die allemaal van dezelfde B cel komen
missense mutatie
punt mutatie, vervanging van base – werkend eiwit
nonsense mutatie
punt mutatie, vervanging base – niet functioneel eiwit
sensitiviteit
hoeveelheid positief testen bij ziekte