tentamenvragen 2020 Flashcards

1
Q

Noem drie diagnostische procedures op beenmerg die van belang zijn voor de diagnostiek en prognose-bepaling van
MDS? (3p)

A
  • morfologie
  • pathologie (biopt)
  • cytogenetica
  • flow-cytometrie
  • moleculaire diagnostiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Je bent huisarts. Je ziet op je spreekuur een 25-jarige jongedame met wisselende koorts en keelpijn sinds 2 weken. Laboratoriumonderzoek
toont een hemoglobine van 4.2 mmol/ (referentie 7.5-10.0 mmol/L), leukocyten 3.1x10^9/L (ref 5-10 x10^9/L) en trombocyten 90 x10^9/L (ref
150-400 x10^9/L). Je besluit patiënte direct in te sturen naar de Spoedeisende Hulp.
Aan welke diagnose denk je als eerste en welk aanvullend onderzoek wordt als eerste op de

A
  • Gezien de pancytopenie met koorts denkt men in 1e plaats aan een acute leukemie (AML/ALL). (1p)
  • Het eerste en snelste onderzoek om deze diagnose aan te tonen is een leukocyten differentiatie. (1p)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef vier voorbeelden van late toxiciteit van adjuvante radiotherapeutische behandeling van een T3N2 mammacarcinoom die zou kunnen ontstaan. (4p)

A
  • Fibrose
  • Teleangiectasieen
  • Radiatiepneumonitis
  • Longfibrose
  • 2e prim longtumor
  • 2e prim mammatumor
  • Hartschade
  • Hypothyreoidie
  • Lymfoedeem van de arm
  • Atrofie van de mamma
  • Hyperpigmentatie
  • Functieverlies melkproductie
  • Ribfracturen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een ‘patient derived xenograft’ en hoe wordt die gemaakt? (3p)

A
  • Het is een menselijke tumor (1p)
  • die wordt doorgekweekt in een muis (1p).
  • Een stukje van de tumor wordt in een immuundeficiënte muis (1p)
    geïmplanteerd en groeit daar uit tot een tumor, die opnieuw getransplanteerd kan worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Op ieder mammacarcinoom wordt een ER en een Her2neu receptorbepaling verricht.

Wat is het meest voorkomende expressieprofiel van deze receptoren? (2p)

A
  • ER positief, Her2 negatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een 45-jarige patiënt heeft een spoedoperatie ondergaan waarbij een grote bloedende maagtumor werd verwijderd. Helaas is er sprake van een irradicale resectie. Voor de beschrijving van irradicaliteit worden de definities R1 en R2 gebruikt.

Wat wordt bedoeld met R1 en R2? (4p)
Beschrijf je antwoord in maximaal 20 woorden

A
  • R1 microscopisch irrradicaal (2p)
  • R2 macroscopisch irrradicaal (2p)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer primaire sluiting in het kader van een aangezichtsreconstructie na huidkanker excisie overmatige spanning geeft op wondranden is deze primaire sluiting niet mogelijk. Er kan dan gekozen worden voor een zogenaamde ‘lokale lap’. Hierbij wordt aangrenzend weefsel verplaatst naar het defect.

Wat is de belangrijkste voorwaarde om een defect te mogen sluiten met een lokale lap na huidkanker excisie? (2p)

A

De tumor/huidkanker moet radicaal verwijderd zijn alvorens over te gaan tot sluiting met een lokale lap. (2p of niets)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem twee onderzoeken die in Nederland worden gebruikt bij het screeningsprogramma voor colorectaal carcinoom. (2p)

A
  • faeces immunochemische test (FIT)
  • ontlastingstest
  • colonoscopie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij het vervolgen van een patiënt met een prostaatcarcinoom worden vaak twee begrippen gebruikt, namelijk active surveillance en watchfull
waiting.

Wat is de belangrijkste overeenkomst en het belangrijkste verschil tussen beide begrippen? (2p)

A
  • Overeenkomst: afwachten, conservatief blijven maar wel regelmatig controleren, behandelingen uitstellen, zo lang mogelijk bijwerkingen uitstellen, en
    kwaliteit van leven zo lang mogelijk optimaal houden.(1p)
  • Verschil: cureren versus palliëren, genezen versus remmen, lokale therapie versus systemisch.(1p)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Casus 4/4
Om verscheidene redenen wordt er bij patiënten soms een tijdelijk stoma aangelegd. Het blijkt dat na opheffen van het stoma er vaker dan
gewenst een littekenbreuk op de stomaplek optreedt. Sommige chirurgen denken dat je door middel van het plaatsen van een gaasje (in
het Engels heet dat mesh) tijdens de reconstructie littekenbreuken kunt voorkomen. Over deze vraag ga je een Systematisch Review (SR)
schrijven.
Vier verschillende studietypes zijn:
1. randomized controlled trials
2. cohort studies
3. case-control studies
4. diagnostische studies
Bij de kwaliteitsbeoordeling van de verschillende studietypes kijk je naar verschillende aspecten.
Bij welk(e) studietype(s) beoordeel je ‘blindering’ en bij welke studietypes beoordeel je ‘allocation concealment’? (4p)

Geef voor beide begrippen alleen de nummers van de juiste studietypes

A
  • Blinderen : 1 en 4.
  • AC: alleen 1
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bij het gebruik van een oncologisch geneesmiddel zijn veiligheid en toepasbaarheid belangrijke eigenschappen.

Wat wordt bedoeld met het therapeutisch window van een geneesmiddel? (2p)

A

Het verschil tussen werkzame dosis en de dosis waarbij ongeoorloofde bijwerkingen optreden. (2p)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Baarmoederhalskanker is een ziekte die vaak bij jonge vrouwen optreedt. Hoewel er goede behandelingen zijn, zeker in geval van een
vroeg stadium van de ziekte, is preventie voor deze ziekte een belangrijk streven.
1. Wat staat centraal in de primaire preventie van baarmoederhalskanker? (1p)
2. Wat staat centraal in de secundaire preventie van baarmoederhalskanker? (1p)

A
  1. vaccinatie
  2. BVO baarmoederhalskanker, of cytologie, of uitstrijkje, of HPV bepaling cervix
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Je bent huisarts. Op je spreekuur zie je een 20-jarige jongeman met drie vergrote klieren in de hals sinds 2 weken. De klieren doen geen pijn en patiënt heeft geen gewichtsverlies of koorts, maar geeft wel aan laatste weken overmatig te transpireren. Hij is niet bekend met andere ziekten, heeft geen huisdieren, heeft een vaste partner, en geen bijzondere buitenlandse reizen ondernomen.

Welke drie diagnoses staan het hoogst in de differentiaaldiagnose? (3p)

A
  • lymfoom (Hodgkin/Non Hodgkin)
  • sarcoïdose
  • viraal  
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Om de ernst van symptomen te beoordelen, wordt gebruik gemaakt van meetinstrumenten. 

Wat is het verschil tussen een visueel analoge schaal (VAS) en een numerieke rating schaal (NRS)? (2p)

A
  1. Bij een VAS zet de patiënt een markering op een lijn van 10cm.  
  2. Bij een NRS geeft een patiënt een numerieke score op een 0-10 schaal. 
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij patiënten waarbij er sprake is van niet-op-afstand gemetastaseerd mammacarcinoom (M0) en de indicatie voor systemische therapie reeds gesteld is, kunnen er medische redenen zijn waarom neo-adjuvante chemotherapie de voorkeur heeft.

Noem drie medische redenen. (3p)

A
  • Mogelijkheid tot monitoren van de respons op systemische therapie  (1p)
  • Mogelijkheid tot tumorverkleining bij tumoren die bij aanvang niet borstsparend te opereren zijn maar aan het einde van de chemotherapie mogelijk wel zodat een lumpectomie mogelijk is
  • Tijd voor verrichten van klinisch genetisch onderzoek waarbij de uitslag mede bepalend is voor het type borstoperatie waar een patiënt voor kiest 
  • Snel een behandeling bieden voor het ‘ hele lichaam ‘ in plaats van alleen lokaal 
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem twee fibro-epitheliale laesies van de mamma en beschrijf voor beide laesies de leeftijdscategorie waarin deze het
meest voorkomen. (4p)

A
  • fibroadenoom met name jonge vrouwen (20-30 jaar)
  • phyllodes met name wat oudere vrouwen (6e
     decade).  
17
Q

Bij aangezichtsreconstructies kan worden gekozen voor de ‘reconstructieve lift’ of de ‘reconstructieve ladder’.

Leg in maximaal 50 woorden uit waarom vaker wordt gekozen voor de reconstructieve lift dan voor de reconstructieve ladder
en benoem hierbij het primaire doel van een aangezichtsreconstructie. (2p)

A
  • Het doel van een aangezichtsreconstructies is om zowel functioneel als esthetisch het beste resultaat te krijgen. 
  • Als het eindresultaat (functioneel en/of esthetisch) beter wordt met een meer complexe oplossing, wordt voor de lift gekozen i.p.v. de ladder.
18
Q

Je bent oncoloog en op je spreekuur komt een 54-jarige man die eerder een in opzet curatief behandeld colorectaal carcinoom heeft
gehad. Twee jaar na de curatieve behandeling is er nu helaas sprake van uitzaaiingen in de lever. Patiënt vraagt welke lokale behandelingen
er voor zijn aandoening bestaan. 

Noem drie verschillende manieren van lokale of locoregionale behandeling van levermetastasen van het colorectaal
carcinoom. (3p)

A
  • resectie
  • ablatie (RFA/MWA/evt cryo)
  • stereotactische RTX, TACE, SIRT 
19
Q

Je bent huisarts en spreekt met gezonde man van 58 jaar die zich meldt voor een jaarlijkse check-up. Er kan overwogen worden om daarbij
het PSA te meten. Als huisarts dien je dan een gesprek te kunnen voeren waarbij de voor- en nadelen van prostaatkankerscreening aan
bod komen.

Als ervoor wordt gekozen de prostaat te controleren op kanker, welke drie analysemethoden gebruik je dan als huisarts om
een juiste risico-inschatting te maken? (3p)

A
  • serum PSA bepaling
  • rectaal toucher
  • risico-calculatie middels een digitale rekenmodule
20
Q

Bij de kwaliteitsbeoordeling van RCT’s moet je zowel naar ‘blindering’ als naar ‘allocation concealment’ kijken.  

Bij de beoordeling van deze twee factoren verschilt; a) naar welke actoren je kijkt, en b) het moment in de studie waarover de factor gaat. 

Bespreek in maximaal 50 woorden voor zowel ‘blindering’ als ‘allocation concealment’, naar welke actoren en naar welk
moment in de studie je moet kijken. (4p)

A
  • Bij Blinderen kijk je naar Patiënt/Behandelend arts en Effectbeoordelaar, bij AC naar de persoon die de randomisatie doet. (2p)
  • Blinderen gaat over de periode na randomisatie, AC over de periode tot aan randomisatie. (2p)
21
Q

Een patiënt met een klinisch T3N0M0 spierinvasief urotheelcarcinoom van de blaas is kandidaat voor radicale cystectomie. In principe zal
deze operatie vooraf worden gegaan door neoadjuvante chemotherapie waarbij cisplatinum essentieel is.

Noem vier patiëntgebonden factoren die een contra-indicatie vormen voor behandeling met cisplatinum bevattende
chemotherapie. (4p)

A
  1. Slechte nierfunctie (GFR<60 ml/min)
  2. Gehoorstoornissen 
  3. Polyneuropathie 
  4. Actueel cardiovasculair lijden
  5. De performance status van de patiënt
22
Q

Beschrijf in maximaal 20 woorden het werkingsmechanisme van anti-PD1 checkpoint remmers die bij de behandeling van het
melanoom veel worden gebruikt; voorbeelden van deze middelen zijn  nivolumab of pembrolizumab. (4p)

A

T-cel activatie via blokkade van PD1, waarop immuunrespons tegen maligniteit optreedt

23
Q

Viro-immunotherapie maakt gebruik van oncolytische virussen. Deze virussen herkennen en doden tumorcellen, terwijl zij geen schade
aanrichten in gezonde cellen en weefsels. Naast het direct doden van cellen, activeren deze virussen ook het immuunsysteem zodanig dat
tumorcellen worden opgeruimd. Er worden wereldwijd in (pre-)klinische trials al verschillende oncolytische virussen gebruikt. Binnen
het Erasmus MC wordt onderzoek gedaan naar het Newcastle Disease virus om dit toe te passen als oncolytisch virus. 
Benoem 2 voordelen en 2 nadelen van het gebruik van het Newcastle disease virus ten opzichte van het gebruik van
andere oncolytische virussen in de viro-immunotherapie. (4p)

A
  • Voordelen: 
    1. Het is een animaal virus, geen ziekteverwekker voor de mens, dus veilig voor mens 
    2. Genetische manipulatie mogelijk 
    3. Effectiviteit wel al bewezen door middel van klinische trials 
  • Nadelen: 
    1. Tot nu toe een te lage effectiviteit  in klinische trials 
    2. Veiligheid voor het milieu (pluimvee) 
24
Q
A